Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
4 april 2008 met een nieuw voorstel te komen, vergezeld van alle informatie over zijn inkomsten en uitgaven. [eiser] heeft drie van de zes termijnen van € 250,- voldaan.
24 maart 2011 is afgebroken omdat die niet langer nagekomen werd.
Op 19 maart 2013 is het faillissement van [eiser] opgeheven en is [eiser] toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (hierna: WSNP). Deze schuldsanering is op 8 april 2015 met schone lei geëindigd.
3.Het geschil
24 maanden op te schorten, althans opdracht te geven aan het CJIB de invordering voor een periode van 24 maanden te staken;
- subsidiair aan de in het vorige punt genoemde veroordeling de voorwaarde te verbinden dat de voorlopige voorziening enkel van kracht blijft zolang [eiser] maandelijks een bedrag van € 45,- voldoet aan het CJIB;
4.De beoordeling van het geschil
12 maanden is, dat deze in bijzondere gevallen tot 36 maanden kan worden verlengd en dat slechts in uitzonderingsgevallen van die laatste termijn kan worden afgeweken. Bij het vaststellen van de maandelijkse termijnbedragen wordt rekening gehouden met de draagkracht van de veroordeelde. Indien de inning en/of het verhaal niet succesvol kan worden afgesloten wordt een arrestatiebevel uitgevaardigd. Aan het CJIB komt een ruime beleidsvrijheid toe zodat zijn beslissingen op dit punt in kort geding slechts marginaal kunnen worden getoetst.
5.De beslissing
4 maart 2016.