ECLI:NL:HR:2000:AA6246
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.M. Orie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake schadevergoedingsmaatregel en draagkracht verdachte
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 8 februari 1999 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1954, werd in hoger beroep veroordeeld tot twaalf maanden gevangenisstraf voor meerdere strafbare feiten, waaronder verduistering en overtredingen van de Wegenverkeerswet. Daarnaast werden er schadevergoedingsmaatregelen opgelegd aan de benadeelde partijen. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. R.P. Zwarts, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Wortel, heeft geconcludeerd dat het beroep moet worden verworpen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de draagkracht van de verdachte geen rol speelt bij de bepaling van de hoogte van de schadevergoedingsmaatregel. Dit is in lijn met de wetsgeschiedenis van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, waarin wordt benadrukt dat de maatregel gericht is op herstel van de rechtmatige toestand en niet gematigd kan worden op basis van de financiële situatie van de dader. De Hoge Raad heeft ook opgemerkt dat de verdachte in hoger beroep heeft verklaard bereid te zijn om in termijnen schadevergoeding te betalen, wat betekent dat er geen sprake is van een totaal gebrek aan draagkracht.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het middel faalt en dat er geen reden is om de bestreden uitspraak te vernietigen. Het beroep in cassatie is verworpen, en de uitspraak van het Gerechtshof blijft in stand. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is uitgesproken op 20 juni 2000.