Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking op het op 5 augustus 2015 ingekomen verzoekschrift van:
[verzoeker] ,
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
Procedure
- het verzoekschrift;
- de brief met bijlage gedateerd 6 oktober 2014 maar naar de rechtbank begrijpt: 6 oktober 2015, van de IND;
- de brief met bijlagen d.d. 18 november 2015 van de zijde van verzoeker;
- de brief met bijlagen d.d. 7 maart 2016 van de IND;
- de brief met bijlagen d.d. 30 mei 2016 van de zijde van verzoeker;
- de brief d.d. 2 juni 2016 van de officier van justitie;
- de brief d.d. 7 juni 2016 van de IND.
- verzoeker en zijn advocaat;
- mr. R.Y. Reckers namens de IND.
Verzoek en het standpunt van de IND en de officier van justitie
Feiten
- Verzoeker is geboren in 1963 te [plaats] (Marokko) en woont sinds 1972 in Nederland.
- Bij Koninklijk Besluit van 4 februari 1994 is verzoeker genaturaliseerd tot Nederlander.
- Verzoeker heeft tevens de Marokkaanse nationaliteit.
- Verzoeker is op 26 december 1996 in Marokko naar Marokkaans recht gehuwd met mevrouw [de vrouw] . Blijkens een ‘Acte de divorce moyennant compensation (Khol’)’ is dit huwelijk – eveneens naar Marokkaans recht – ontbonden op 27 augustus 2003.
- Verzoeker is op [datum] te [plaats] (Marokko) naar Marokkaans recht gehuwd met mevrouw [de moeder] (hierna: de moeder), welk huwelijk nog altijd voortduurt.
- Uit de moeder is op [geboortedatum] te [plaats] (Marokko) de minderjarige [de minderjarige 1] geboren.
- Op de geboorteakte van [de minderjarige 1] staat verzoeker als vader van [de minderjarige 1] vermeld. Dit volgt uit de door verzoeker overgelegde ‘Copie integrale de l’acte de naissance’, afgegeven door [naam] , ambtenaar van de burgerlijke stand te [plaats] , Marokko, op 20 oktober 2015, wiens handtekening is gelegaliseerd door [naam] , 'le Substitut du Procureur du Roi', wiens handtekening is gelegaliseerd door [naam] voor 'le Directeur des Affaires Consulaire et Sociales et P.O.', wiens handtekening is gelegaliseerd door [naam] voor de minister van Buitenlandse Zaken.
- De moeder heeft de Marokkaanse nationaliteit.
- Uit de moeder is op [geboortedatum] geboren de minderjarige [de minderjarige 2] . Verzoeker staat als vader vermeld op de geboorteakte van [de minderjarige 2] .
- [de minderjarige 2] bezit naast de Marokkaanse ook de Nederlandse nationaliteit.
- De moeder, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] wonen in Marokko.
- Op 10 juli 2014 heeft verzoeker voor [de minderjarige 1] bij de Nederlandse ambassade te Rabat gevraagd om verstrekking van een Nederlands paspoort. Bij beschikking van 27 oktober 2014 is deze aanvraag buiten behandeling gesteld.
Beoordeling
- het artikel van mr. dr. K.J. Saarloos en M. Singh (A&MR 2014, nr. 3, pag. 154-161);
- de annotatie van mr. dr. I. Curry-Sumner bij de uitspraak van deze rechtbank d.d. 7 juni 2013 (JPF 2013/102);
- de uitspraak van het gerechtshof Den Haag d.d. 1 oktober 2014 (ECLI:NL:GHDHA:2014:4394);
- de annotatie van mr. G.R. de Groot bij de uitspraak van de Hoge Raad van 30 januari 2015 (ECLI:NL:HR:2015:186);
- de beschikking van deze rechtbank d.d. 23 maart 2015, zaaknummer [nummer] .
- een uitspraak d.d. 23 maart 2016, ECLI:NL:RVS:2016:805 en
- een uitspraak d.d. 1 juni 2016: ECLI:NL:RVS:2016:1499.
Beslissing
uiterlijk 1 oktober 2016schriftelijk dienen uit te laten over het voornemen van de rechtbank om ex artikel 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen en over de inhoud van de aan de Hoge Raad te stellen rechtsvragen;