ECLI:NL:RBDHA:2016:10078
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van transitievergoeding aan werknemer na beëindiging arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de werknemer, een docent, verzocht om toekenning van een transitievergoeding van € 22.270,51 na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst door de werkgever op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid. De werkgever, een stichting voor protestants-christelijk onderwijs, heeft verweer gevoerd en gesteld dat de werknemer recht heeft op bovenwettelijke uitkeringen, zoals een arbeidsongeschiktheidspensioen, waardoor de transitievergoeding niet verschuldigd zou zijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werknemer recht heeft op de transitievergoeding, omdat de door hem te ontvangen aanvulling op zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering voortkomt uit een door hemzelf afgesloten verzekering en niet als een vergoeding of voorziening kan worden aangemerkt in de zin van de Wet werk en zekerheid (Wwz). De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten voor rekening van de werkgever gesteld. De beschikking is gegeven op 9 maart 2016 door kantonrechter G.M.A. van Zaltbommel-Uittenbogaard.