Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
2.De beoordeling in hoger beroep
wegensbeëindiging van de arbeidsovereenkomst in de zin van de overgangsregeling. Evenmin kan een arbeidsongeschiktheidsuitkering uit hoofde van een pensioenregeling worden aangemerkt als een ‘vergoeding of voorziening op grond van tussen de werkgever of verenigingen van werkgevers en de werknemer of verenigingen van werknemers voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Wwz gemaakte afspraken’. Dat de verplichte deelname aan de pensioenregeling voortvloeit uit de cao maakt dit niet anders. [verweerder] heeft er in dit verband terecht op gewezen dat de cao-partijen (de verenigingen van werkgevers en werknemers in de zin van art. XXII lid 7 Wwz) geen invloed hebben op de inhoud van de pensioenregeling. Het hof is dan ook van oordeel dat de AAOP-uitkering geen uitkering is als bedoeld in art. XXII lid 7 Wwz.