Uitspraak
1.[X],
[Y],
[Z],
[Q],
1.De procedure
- de akte overlegging producties 43 t/m 61 met toelichting van 27 november 2013 van TH (hierna: de akte TH) (de rechtbank zal de producties hernummeren tot 43a t-m 61a omdat TH eerder reeds 54 producties heeft overgelegd);
- de akte met producties G13 t/m G17 van 19 februari 2014 van [X] c.s. (hierna: de antwoordakte).
2.De verdere beoordeling
Akte overlegging producties van 27 november 2013 en vermeerdering van gronden
Lancaster).
proefaankoop en beslag Alkmaar
senior brand protection manager) dat de 150 stuks kleding van de proefaankoop
counterfeitof te wel namaak zijn en dat het beslag in Alkmaar 2 stuks namaakkleding betrof (en 14 stuks originele kleding, hetgeen hierna nog aan de orde komt). Met
counterfeitbedoelt TH dat het gaat om originele kleding die niet afkomstig is (uit de fabrieken) van TH zelf maar dat het gaat om door derden nagemaakte kleding. Bij onderzoek bleek dat
labelsniet correct zijn aangebracht en voorzien zijn van een verkeerd lettertype, het vlag-logo en de
hang tagswaren niet juist, en tot slot zijn
labelsen
hang tagsvan verkeerd materiaal en niet correct aangebracht. [X] c.s. heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat sprake is van namaak in hiervoor bedoelde zin. Zij stelt in feite alleen ter discussie of de
senior brand protection managerwel monsters heeft onderzocht uit de proefaankoop en uit de in beslag genomen partijen zonder te concretiseren dat er gronden zijn daaraan te twijfelen. Dat is vastgesteld dat de gecontroleerde monsters namaak kleding betreffen, is door [X] c.s. niet betwist. Het verweer van [X] c.s. dat TH niet heeft bewezen dat sprake is van kleding die zonder toestemming in Europa is verhandeld, faalt. In deze omstandigheden wordt verondersteld dat TH geen toestemming heeft gegeven die kleding in Europa te verhandelen en in voorraad te houden en was het aan [X] c.s. om te stellen en zonodig bewijzen dat TH die toestemming wel heeft gegeven hetgeen [X] c.s. heeft nagelaten.
beslag Lelystad en Heemskerk
1) [W] gaat jouw volgende week een mail versturen met de foto’s van de spullen die geleverd zouden kunnen worden. (achterdeur).” Uit de facturen of e-mail correspondentie vloeit zodoende niet voort dat [X] zelf de in beslag genomen kleding heeft aangeboden of verhandeld.
senior brand protection manager) dat de in Lelystad en Heemskerk in beslag genomen kleding niet afkomstig is uit de fabrieken van TH maar door derden is nagemaakt. Dat heeft [X] c.s. onvoldoende gemotiveerd betwist zoals hiervoor reeds overwogen. Het verweer dat TH niet heeft bewezen dat sprake is van kleding die zonder toestemming in Europa is verhandeld, is zodoende ook aangaande deze beslagen niet ter zake doende.
handel in Tommy Hilfiger kleding vanaf 2005 – (faciliteren van) merkinbreuk
bestuurdersaansprakelijkheid
Indien een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Aldus gelden voor het aannemen van aansprakelijkheid van een bestuurder naast de vennootschap hogere eisen dan in het algemeen het geval is. Een hoge drempel voor aansprakelijkheid van een bestuurder tegenover een derde wordt gerechtvaardigd door de omstandigheid dat ten opzichte van de wederpartij primair sprake is van handelingen van de vennootschap en door het maatschappelijk belang dat wordt voorkomen dat bestuurders hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen (vgl. HR 20 juni 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC4959, NJ 2009/21).”
whole saleprijzen die TH hanteert die ter illustratie zijn vermeld in het rapport.
Hello [X], (…) Please let me know what is left on the Tommy Hilfiger stock. I have a customer from Korea. (…) He prefer to buy “cheap” (I know everybody wants this – but you know what I mean).”
I showed [X] representative samples in Warshaw of Tommy Hilfiger Tommy stock and made it clear to him at the time at the labels were slightly snipped as per the samples he saw. (…) I made it perfectly clear to [X] that the stock was ‘back door’ from a licensed Tommy Hilfiger factory and that the labels were treated in this way to prevent illegal store returns.”
style numbersvolgen niet het TH systeem en soms ontbreekt een datum. Tot slot staat er boven de facturen ‘Tommy Hilfiger Europe B.V. - Sportswear Division’ terwijl vóór 2010 de naam van de divisie is veranderd in Tommy Hilfiger Europe B.V. - Men’s Wear’. Een factuur uit 2010 met ‘Sportswear Division’ (zoals I4, I6, I7, I8, I9, en I10) kan dus niet origineel zijn. TH heeft per factuur de afwijkingen aangeduid. Factuur I9 heeft TH eerder gezien in een zaak betreffende meer dan 15.000 stuks namaakkleding die bij Kruidvat is aangetroffen. Bij de als productie 47a overgelegde documentatie aangaande die partij namaakkleding is dezelfde factuur overgelegd en verder ook onder meer facturen van Todos aan De Poort van Muider (ondertekend door de heer [J]), een ‘verklaring leverancier’ waarin Dion aan Kruidvat verklaart dat het gaat om goederen die geen inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten, en een factuur van Dion aan De Poort van Muider.
Back door’impliceert dat het gaat om kleding die zonder toestemming van de merkhouder op de markt wordt gebracht. Hetzelfde geldt voor de email van [X] namens Fashion Gate B.V. Dat uit de e-mailcorrespondentie zelf niet volgt dat daadwerkelijk in kleding is gehandeld, zoals [X] c.s. aanvoert, is juist. Dat neemt niet weg dat die e-mailcorrespondentie een aanwijzing vormt voor het feit dat daar waar blijkens de facturen wel is gehandeld in kleding voorzien van Tommy Hilfiger tekens, zelfs al zou het gaan om originele kleding, de kleding niet met toestemming van THL voor het eerst op de markt in Europa is gebracht. Dat TH slechts facturen heeft overgelegd en de onderliggende kleding niet is onderzocht, zoals [X] c.s. tot slot aanvoert, doet daaraan niet af.
counterfeitkledingstuk dat gedaagden hebben ingekocht en, in voorraad hadden en/of hebben verkocht. Volgens TH is dat een redelijke en evenredige schadevergoeding. De gederfde winst van TH per
counterfeitkledingstuk varieert van € 25,- tot € 100,- afhankelijk van het type kledingstuk, zo stelt zij.
Endstra). Die eis gaat niet zover dat de opgave bij exploot aan een niet-verschenen wederpartij moet worden uitgebracht (Hof Den Haag 22 februari 2011, Stichting Ideëel Verzekeringen,
IEPT20110222). Naar het oordeel van de rechtbank zal eiser wel moeten aantonen dat de opgave is verzonden naar een adres waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat de wederpartij aldaar door hem kon worden bereikt, en dat de opgave aldaar is aangekomen (vgl. HR 14 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ4104). Nu TH in de dagvaarding geen kosten heeft genoemd en TH niet heeft gesteld dat zij haar kostenoverzicht aan de niet-verschenen gedaagden heeft gezonden als hiervoor vermeld, zal de rechtbank de kosten begroten conform het liquidatietarief als volgt: € 376,66 (3/9 x 2,5 punten x € 452,-), te vermeerderen met € 24.607,18 (3/9 x € 73.821,54) aan verschotten inclusief griffierecht, dus in totaal op € 24.983,85. De gevorderde hoofdelijke veroordeling zal worden toegewezen.
3.De beslissing
- tot betaling aan TH van schadevergoeding nader op te maken bij staat voor door TH als gevolg van de hiervoor omschreven merkinbreuk en het onrechtmatig handelen geleden schade vanaf augustus 2005 als overwogen in 2.46 tot aan de betekening van dit vonnis, en/of ter keuze van TH,
- afdracht van de door [X], Primetta v.o.f., Wishful Business, [X] Trading B.V., Fashion Gate B.V. en Fashion Logistics B.V., met de verhandeling van de Inbreukmakende Producten vanaf augustus 2005 die zien op voornoemd handelen tot aan de betekening van dit vonnis, genoten netto winst,
- tot betaling aan TH van schadevergoeding nader op te maken bij staat voor door TH geleden schade, als gevolg van de hiervoor omschreven door [X] en Wishful gepleegde merkinbreuk en onrechtmatig handelen anders dan bedoeld in 2.46, vanaf augustus 2005 tot aan de betekening van dit vonnis, en/of ter keuze van TH,
- afdracht van de door [X] en Wishful Business met de verhandeling van de Inbreukmakende Producten vanaf augustus 2005 die zien op voornoemd handelen tot aan de betekening van dit vonnis genoten netto winst,
- tot betaling aan TH van een schadevergoeding van € 50,- per Inbreukmakend Product dat [Q], [Z] en Dion hebben verhandeld dan wel bij de verhandeling waarvan zij betrokken zijn geweest vanaf augustus 2005 tot aan de betekening van dit vonnis, en/of ter keuze van TH,
- afdracht van de door [Q], [Z] en Dion met de verhandeling van de Inbreukmakende Producten vanaf augustus 2005 tot aan de betekening van dit vonnis genoten netto winst,