ECLI:NL:RBDHA:2015:11395
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
Op 2 oktober 2015 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een ondernemer met een landbouwbedrijf, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2007, die was opgelegd op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van negatief € 2.932. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser geen procesbelang had bij de bestrijding van de navorderingsaanslag. Eiser had in zijn aangifte niet aangegeven dat hij zijn keuze ten aanzien van de vermogensetikettering van zijn bedrijfswoning wilde herzien. De rechtbank oordeelde dat de aan eiser opgelegde nihilaanslag in beroep niet kon worden verlaagd, waardoor hij geen belang had bij het beroep. De rechtbank concludeerde dat de uitspraak op bezwaar van de inspecteur, die de heffingskorting alsnog had verleend, niet voldoende gemotiveerd was om vernietiging te rechtvaardigen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.