ECLI:NL:RBDHA:2014:5892
Rechtbank Den Haag
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting in verband met buitenlandse bankrekening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen. Eiser had bezwaar gemaakt tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting die waren opgelegd in verband met een rekening bij de Kredietbank Luxembourg (KB Lux). De rechtbank oordeelde dat de inspecteur terecht correcties had aangebracht voor de jaren 1990, 2001 en 2002, en dat de verhogingen en boetes die aan eiser waren opgelegd, gerechtvaardigd waren. Eiser had erkend dat hij een rekening bij KB Lux had, maar had geen aangiften ingediend voor de jaren 2001 en 2002. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur voldoende bewijs had geleverd dat eiser opzet had en dat de navorderingsaanslagen terecht waren opgelegd. De rechtbank matigde de verhogingen en boetes tot 32% van de verschuldigde belasting, en oordeelde dat eiser recht had op een schadevergoeding van € 1.500 wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De proceskosten werden vastgesteld op € 1.704, en de rechtbank droeg de verweerder op het griffierecht van € 88 aan eiser te vergoeden.