Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 augustus 2014 in de zaak tussen
Stichting Humanitas, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over
het college van burgemeester en wethouders van Gouda, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Om bijzondere bijstandsverlening in kruimelvoorzieningen tegen te gaan hebben burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een wettelijk gemaximeerd drempelbedrag toe te passen.’
Met ingang van 1 januari 2004 wordt bij aanvragen voor bijzondere bijstand een drempelbedrag gehanteerd van € 128,00 per jaar (geldt per 1 januari 2014). Dit betekent dat, voordat er sprake kan zijn van verlening van bijzondere bijstand, de betreffende kosten meer moeten bedragen dan het drempelbedrag. De eerste € 128,00 zijn voor rekening van belanghebbende en kan worden beschouwd als een eigen bijdrage.’
appellante recht heeft op bijzondere bijstand voor de gemaakte kosten behoudens voor zover het College gebruik maakt van de bevoegdheid tot toepassing van een drempelbedrag genoemd in artikel 35, tweede lid, van de Wwb en de grens van dit drempelbedrag nog niet is bereikt.’ Daarbij merkt de rechtbank op dat in laatstgenoemde uitspraak reeds was vastgesteld dat de gemaakte kosten het destijds geldende drempelbedrag te boven gingen. Dit stond echter naar het oordeel van de CRvB niet in de weg aan de eventuele toepassing van een drempelbedrag als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de Wwb.