ECLI:NL:RBDHA:2013:18607
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening voorschot kinderopvangtoeslag naar nihil en de gevolgen van gerechtvaardigd vertrouwen
In deze zaak heeft eiseres, een moeder die kinderopvangtoeslag ontving, bezwaar gemaakt tegen de herziening van haar voorschot kinderopvangtoeslag over het berekeningsjaar 2009 naar nihil door de Belastingdienst/Toeslagen. De rechtbank Den Haag heeft op 5 september 2013 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, waarbij de enkelvoudige kamer de zaak heeft behandeld. Eiseres had in 2008 een aanvraag voor kinderopvangtoeslag ingediend, maar de Belastingdienst heeft na onderzoek geconcludeerd dat eiseres geen kosten voor kinderopvang had gemaakt en dat de verleende toeslag onterecht was. Eiseres stelde dat zij gerechtvaardigd vertrouwen had in de eerdere toekenning van de toeslag en dat het disfunctioneren van het gastouderbureau niet aan haar kon worden tegengeworpen. De rechtbank oordeelde echter dat de Belastingdienst op goede gronden het voorschot had herzien, omdat eiseres niet had aangetoond dat zij daadwerkelijk kosten had gemaakt voor de kinderopvang. De rechtbank benadrukte dat het vertrouwensbeginsel niet opging, omdat de wetgeving geen ruimte bood voor het afzien van terugvordering van de toeslag. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de beslissing van de Belastingdienst.