ECLI:NL:HR:2009:BJ7324
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Aanspraak op thuiskopievergoeding voor buitenlandse uitvoerende kunstenaars
In deze zaak gaat het om de vraag of buitenlandse uitvoerende kunstenaars, wier uitvoeringen zijn opgenomen op een fonogram, aanspraak kunnen maken op de thuiskopievergoeding zoals geregeld in de Wet op de naburige rechten (Wnr). De eiseres, Thuiskopie, heeft de stichting Naburige Rechten Organisatie voor Uitvoerende Kunstenaars Norma en de stichting International Rights-Collecting and Distributing Agency Irda gedagvaard. De rechtbank Amsterdam heeft de vorderingen van Thuiskopie afgewezen, waarna Thuiskopie in hoger beroep ging bij het gerechtshof Amsterdam. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, wat leidde tot cassatie bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft op 13 november 2009 uitspraak gedaan. De kern van de zaak betreft de uitleg van artikel 32 van de Wnr, dat de voorwaarden schetst waaronder uitvoerende kunstenaars aanspraak kunnen maken op de thuiskopievergoeding. De Hoge Raad oordeelde dat buitenlandse uitvoerende kunstenaars, die onderdaan zijn van een staat die geen partij is bij de Conventie van Rome maar wel bij de Conventie van Genève, recht hebben op de thuiskopievergoeding, mits hun uitvoeringen zijn opgenomen op een fonogram dat onder de bescherming van de Wnr valt. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en het vonnis van de rechtbank, en verklaarde voor recht dat deze buitenlandse uitvoerende kunstenaars aanspraak hebben op de thuiskopievergoeding.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de bescherming van de rechten van buitenlandse uitvoerende kunstenaars in Nederland, en bevestigt dat er geen materiële reciprociteitsvoorwaarden gesteld mogen worden voor de aanspraak op thuiskopievergoeding. De Hoge Raad benadrukte dat de wetgever bij de implementatie van de Conventie van Genève niet de intentie had om de bescherming van buitenlandse uitvoerende kunstenaars te beperken, en dat de bescherming die aan Nederlandse uitvoerende kunstenaars wordt geboden, ook moet gelden voor buitenlandse kunstenaars die aan de gestelde voorwaarden voldoen.