ECLI:NL:RBBRE:2011:BY0032
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkheid bezwaar overdrachtsbelasting en weigering ambtshalve teruggaaf
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 23 december 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst/Rijnmond. De belanghebbende had bezwaar aangetekend tegen de op aangifte voldane overdrachtsbelasting van € 52.800, die op 30 september 2006 was voldaan. De inspecteur had op 3 februari 2011 de uitspraak op bezwaar gedaan, waartegen de belanghebbende in beroep ging. De zitting vond plaats op 9 december 2011, waarbij de belanghebbende niet verscheen, ondanks een tijdige uitnodiging. De rechtbank oordeelde dat de uitnodiging correct was verzonden en dat de belanghebbende op de hoogte was van de zitting.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond voor zover het de ontvankelijkheid van het bezwaar betreft en niet-ontvankelijk voor zover het de weigering tot ambtshalve teruggaaf betreft. De rechtbank overwoog dat het bezwaar te laat was ingediend en dat er geen reden was om de termijnoverschrijding te verontschuldigen. De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad die bevestigde dat nieuwe jurisprudentie geen aanleiding geeft om de termijnoverschrijding te verontschuldigen. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard en dat de beslissing van de inspecteur om geen ambtshalve teruggaaf te verlenen niet voor bezwaar vatbaar was.
De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, drs. J.M.C. Hendriks, en is op 2 januari 2012 aangetekend verzonden aan de partijen. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waar partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep kunnen instellen.