3.1. [eiser] heeft gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. voor het geval Reaal de betekende schadestaat betwist: bij tussenvonnis tot deskundige met betrekking tot de schadebegroting zal benoemen NRL en in goede justitie een eerste kostenvoorschot zal vaststellen, met bepaling dat de kosten van de deskundige uitsluitend voor rekening van Reaal komen, dat het eerste kostenvoorschot binnen twee weken na dagtekening van het tussenvonnis door Reaal aan de deskundige moet zijn betaald en dat vervolgvoorschotten door Reaal aan de deskundige moeten zijn betaald binnen twee weken nadat de deskundige Reaal daartoe schriftelijk heeft verzocht;
in alle gevallen:
II. Reaal zal veroordelen binnen een week na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan [eiser] te betalen:
a) over de periode 15 april 1998 tot en met 31 december 2008 ten titel van schadevergoeding [wegens] tot en met 31 december 1998 geleden blijvend verlies aan verdienvermogen € 358.637,79 conform de betekende schadestaat, althans een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, een en ander onder voorbehoud van de gelijkblijvende WAZ-uitkering, vermeerderd met wettelijke rente te berekenen vanaf 1 januari 2010;
b) met ingang van 1 januari 2009 tot en met 14 december 2017 [wegens] nog te lijden blijvend verlies aan arbeidsvermogen € 404.000,03 althans een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 januari 2010 en te vermeerderen met in goede justitie vast te stellen schade indien de WAZ-uitkering van [eiser] na 1 januari 2010 verlaagd wordt en/of eerder eindigt dan 1 december 2015;
III. ten titel van immateriële schadevergoeding
a) wegens psychische schade door het sinds 1998 durende verzet van Reaal en haar rechtsvoorgangsters tegen de schade-afwikkeling, te begroten op € 10,-- per kalenderdag, althans op een in goede justitie vast te stellen bedrag per kalenderdag, te berekenen vanaf 1 januari 1999 tot aan de dag waarop het te wijzen vonnis in kracht van gewijsde gaat, vermeerderd met de wettelijke rente telkens per 1 januari van het verstreken jaar te berekenen;
b) wegens psychische schade door verlies van zijn maatschappelijke positie € 25.000,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 1999;
c) wegens psychische schade door de ontbinding door echtscheiding van zijn 30-jarige huwelijk als ongevalsgevolg van € 5,-- voor elke kalenderdag, althans op een in goede justitie vast te stellen bedrag per kalenderdag, van 27 september 2001 tot 26 juni 2021;
d) wegens psychische en/of fysieke schade door uit het verkeersongeval voortvloeiende fysieke klachten en beperkingen van € 5,-- voor elke kalenderdag, althans op een in goede justitie vast te stellen bedrag per kalenderdag, vanaf datum ongeval tot 14 september 2031;
e) wegens gederfde levensvreugde door het verlies van de mogelijkheid tot catamaranzeilen van € 2,-- voor elke kalenderdag, althans op een in goede justitie vast te stellen bedrag per kalenderdag, van 15 april 1998 tot en met 14 december 2017;
IV. ten titel van verlies van de op geld waardeerbare hulp en bijstand die de ex-echtgenote van [eiser] hem op grond van de artikelen 1:81 en 1:30 lid 2 BW verschuldigd was te betalen:
a) over de periode 27 september 2001 tot en met 31 december 2008 € 43.635,86 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2010;
b) over de periode 1 januari 2009 tot en met 26 juni 2021 € 81.478,04 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 januari 2010;
V. ten titel van het verlies aan zelfwerkzaamheid te betalen € 5,- voor elke kalenderdag, althans op een in goede justitie vast te stellen bedrag per kalenderdag, van 15 april 1998 tot en met 14 december 2017, vermeerderd met de wettelijke rente telkens per 1 januari van het verstreken jaar te berekenen;
VI. ten titel van buitengerechtelijke kosten:
a) de door [eiser] verschuldigde kosten van Europrotector van € 16.538,36 + € 2.000,--;
b) de door [eiser] verschuldigde kosten € 8.925,-- voor het calculeren en specificeren van de schadestaat;
c) de door [eiser] in 1998 en 1999 gemaakte extra reiskosten voor artsen- en ziekenhuisbezoek en therapie € 317,20 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 317,20 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 januari 1999 respectievelijk vanaf 1 januari 2000;
d) de door [eiser] in 1998 en 1999 verschuldigde eigen bijdrage ziektekosten van
€ 1.920,-- vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 januari 1999 respectievelijk vanaf 1 januari 2000;
e) de door [eiser] aan mr. Langstraat in de buitengerechtelijke fase verschuldigde kosten van rechtsbijstand van € 6.903,89, vermeerderd met de wettelijke rente;
g) de door [eiser] aan AAB verschuldigde deskundigenkosten van € 1.231,66, vermeerderd met de wettelijke rente,
met veroordeling van Reaal in de proceskosten van [eiser] met de bepaling dat Reaal de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd is vanaf acht dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, te vermeerderen met nakosten van € 131,- dan wel € 199,-- in geval van betekening.