"(…) Er wordt wel melding gemaakt dat de heer [appellant] heeft gesproken over
afstotingsverschijnselen die de protheses kunnen veroorzaken. Naar mijn mening
bestaan er geen afstotingsverschijnselen van een borstprothese.
Een prothese gedraagt zich niet als een immuun-competent geheel en wordt dan ook
niet, zoals bijvoorbeeld een getransplanteerde nier, afgestoten, doch alleen omkapseld door het lichaam.
In mijn loopbaan heb ik nooit gezien dat er een afstotingsverschijnsel heeft
plaatsgevonden. Ik ben van mening dat dit ook een niet bestaand proces is. De "afstotingsverschijnselen" die de heer [appellant] beschrijft zijn eigenlijk infecties.
(…)
5. Wat zijn volgens u de meest voorkomende risico’s bij een mamma-augmentatie?
Er valt een onderscheid te maken tussen vroege en late complicaties na mamma-augmentaties. In de directe postoperatieve fase is er natuurlijk een risico op
nabloeding. In de dagen na de operatie kan infectie gaan optreden.
Verder zijn er ook complicaties op langere termijn, d.w.z. de kapselvorming en het
spinnen, oftewel het ronddraaien van de prothese in de holte. Dit laatste komt met
name voorbij anatomische protheses. Verder ben ik van mening dat het symptoom
afstoting van een implantaat een niet bestaande complicatie is en dat een en ander
gezien kan worden als een infectieus proces. Ik kan mij dan ook niet vinden in de
beschrijving van de heer [appellant] dat protheses in de eerste dagen tot weken na de
operatie kunnen “afstoten”.
Ik ben de mening toegedaan dat de kans op directe postoperatieve complicaties in de
vorm van infectie en nabloeding bij een “lege artis” uitgevoerde borstvergroting zeer laag is.(…)
9. Kunt u beschrijven wat deze techniek inhoudt?
De transareolaire techniek houdt in dat er dwars door de tepelhof en onder de tepel zelf langs een snede wordt gemaakt waarbij door het klierweefsel heen een toegang wordt verkregen tot de ruimte voor de borstspier. Ook de ruimte achter de borstspier zou hiermee kunnen worden bereikt. (…) De transareolaire techniek is geen gangbare methode voor mamma-augmentaties. Deze techniek wordt in Nederland zeker niet door plastisch chirurgen toegepast voor het inbrengen van borstprotheses.
(…)
10. Is dit een toegestane/geëigende techniek om mamma-augmentaties uit te
voeren?
(…) Hiertoe heb ik een literatuur research (…) gebruikt. (…) Bestudering van
deze artikelen gaf aan dat de transareolaire techniek wel zijn plaats heeft in de
methodes van borstvergrotingen, echter dat er wel beperkingen zijn aan het gebruik
hiervan. Met name bij een kleine diameter van de tepelhof, waarbij het gebruik van
grotere implantaten (boven de 300 cc) zou deze techniek eigenlijk niet meer goed
mogelijk zou zijn. De transareolaire incisie heeft dus wel zijn plaats binnen de
verschillende incisies voor borstvergrotingen, echter hij dient toegepast te worden bij een geselecteerde groep van patiënten.
(…)
12. Is het mogelijk voor u om te beoordelen of dr [appellant] in de onderhavige
gevallen deze techniek ‘lege artis’ heeft toegepast?
Nee, het is eigenlijk voor mij niet goed mogelijk om te beoordelen of de heer
[appellant] de techniek ‘lege artis’ heeft toegepast. De methode wordt niet door mij,
noch door andere mij bekende plastisch chirurgen uitgevoerd.
Opvallend is wel dat de heer [appellant] de operatie in zijn geheel zelf uitvoerde en
daarbij niet werd geassisteerd door een instrumenterende operatiezuster hetgeen
gebruikelijk is bij borstvergrotende ingrepen. De taak van een dergelijke
instrumenterende operatiezuster is vaak om haakjes vast te houden dan wel te helpen
bij het stelpen van bloedingen en het aangeven van de juiste instrumenten. Ook zorgt
de instrumenterende er voor dat de prothese wordt voorbereid voor implantatie.
De heer [appellant] maakte geen gebruik van een instrumenterende operatiezuster en
deed dus deze handelingen allemaal zelf waarbij de vraag rijst of dit uiteindelijk
allemaal adequaat (lege artis) is uitgevoerd.
Het inbrengen van de prothesen wordt normaliter met 2 handen gedaan waarbij een
derde hand nodig is (assisterende) die de wond openhoudt met een haak. Dhr.
[appellant] gebruikte mijns inziens daarom de “mamma-navigator” waardoor een
instrumenterende werd “uitgespaard”.
(…)
15. Kunt u beschrijven wat deze methode inhoudt?
De dual plane methode houdt in dat de prothese gedeeltelijk onder het
borstspierweefsel komt te liggen en het bovenste gedeelte van de prothese komt
onder de spier liggen. Er worden als het ware dus twee (dual) vlakken (planes)
gecreëerd. Deze techniek zorgt er voor dat met name de bovenkant van de prothese
door de grote borstspier wordt bedekt, waardoor de randen van de prothese aan de
bovenzijde minder zichtbaar zijn.
16. Is dit een toegestane/geëigende methode?
De dual plane methode is een toegestane/geëigende methode.
(…)
19. Wat is uw deskundige mening over de grootte van de prothesen die dr [appellant]
bij de verschillende patiënten heeft geplaatst?
Over de grootte van de diverse protheses die de heer [appellant] heeft gebruikt, valt
eigenlijk weinig te zeggen, echter het is opvallend dat de heer [appellant] zijn
implantaatkeuze heeft bepaald door schatting van het volume dat mogelijk
geïmplanteerd kan worden. Heden ten dage wordt echter de maat van de
geïmplanteerde prothese bepaald door de diameter van de borst. Dit dient dan ook
altijd tijdens het onderzoek te worden opgemeten. Aan de hand van deze diameter
kan een keuze worden gemaakt uit de te implanteren prothese waarbij als leidraad
geldt dat de diameter van de prothese altijd minder moet zijn dan de diameter van de
borst om een zo natuurlijk mogelijk resultaat te verkrijgen zonder zichtbare randen
van de prothese.
Opmerkelijk is dat de heer [appellant] nergens metingen heeft vermeld in zijn eerste
consult, doch slechts op schatting de maat van de prothese heeft bepaald. Deze
handelwijze is niet conform de geldende regels aangaande implantaat-keuze bij
borstvergroting.
(…)
21. Is het mogelijk voor u om te beoordelen of dr. [appellant] in de onderhavige
gevallen de methode van het ‘dual plane’ plaatsen van prothesen ‘lege artis’
heeft toegepast?
De ‘dual plane’ methode wordt door mij gebruikt indien een benadering middels een
snede in de borstplooi (infra-mammaire plooi) gebruikt wordt. Op deze manier is een
keurig en bloedeloos scheidingsvlak te maken tussen het klierweefsel en de grote
borstspier om vervolgens op een hoger gelegen niveau door de borstspier te gaan en
het vlak te creëren onder de grote borstspier. Dit laatste dient te geschieden onder
nauwkeurige bloedstelping (hemostase) waarbij bloedvaten dienen te worden
dichtgebrand. Er zijn enkele grotere bloedvaten die vanuit de tussenribspieren naar
de grote borstspier en het klierweefsel verlopen en die bij onvoldoende bloedstelping
tot een heftige nabloeding kunnen leiden.
Aangezien de heer [appellant] tijdens zijn transareolaire benadering geen verdere
assistentie had en slechts zonder hulp van haken deze twee holtes diende te creëren ben ik van mening dat dit niet met zorgvuldigheid kan zijn geschied. Het is mijns inziens technisch niet mogelijk om te zorgen voor een adequate visualisering van de te creëren pockets alsmede adequate bloedstelping zonder daarbij hulp te krijgen van een instrumenterende operatiezuster. (…)
(…)
27. Dr. [appellant] diende zowel profylactisch antibiotica toe als middels een korte kuur na de ingreep. Is dat gebruikelijk bij een mamma-augmentaties?
Het is bij mamma-augmentaties gebruikelijk dat er vlak voor de aanvang van de
operatie een intraveneuze dosis van antibiotica wordt toegediend, waarbij een soort
beschermende paraplu aan antibiotica tijdens de ingreep en kort nadien aanwezig is.
Dit is voldoende aangezien een borstvergroting wordt beschouwd als zijnde een
“schone” operatie waarbij het voldoende is om eenmalig intraveneus antibiotica toe
te dienen. Bij een dergelijke “schone” operatie heeft het geen nut om nadien nog een
kuur antibiotica te verschaffen. (…)
Nazorg
28. Waar dient de nazorg uit te bestaan bij een mamma-augmentatie?
Hierbij valt op te merken dat er onderscheid kan worden gemaakt in nazorg direct
aansluitend aan de operatie, nazorg die geleverd dient te worden indien betrokkene
ontslagen is en de nazorg die enkele weken tot maanden na de ingreep dient te
worden verleend. (…)
29. Wat is uw professionele mening over de door dr. [appellant] verrichte nazorg?
Ik ben van mening dat de heer [appellant] opereerde in een setting waarbij hij zich liet
assisteren door weinig gespecialiseerd personeel. Ook was hij de enige die bekend
wat met sedatietechniek, waarbij hij zich liet assisteren door Mw.Dekker die wel arts was, doch verder niet was gespecialiseerd in het bewaken van de vitale parameters.
In de directe postoperatieve fase werden de patiënten slechts bewaakt door
Mw. [X] , die geen opleiding had gevolgd tot verkoeververpleegkundige. Dit
zorgt er voor dat deze nazorg in de directe postoperatieve fase wel erg minimaal was. Verder hebben meerdere patiënten aangegeven dat zij in een slechte toestand naar huis gingen. (…)
Ik ben van mening dat het tot de plicht van de operateur behoort dat hij de patiënt na
de operatie persoonlijk controleert en vergewist of hij/zij in een toestand is om veilig
naar huis te gaan. Ook op dit punt acht ik de nazorg die door de heer [appellant] is
verleend zijnde minimaal.
Verder ben ik van mening de nazorg die de heer [appellant] heeft geleverd in de eerste
week tot weken na de operatie ondermaats. Uit de diverse proces verbalen blijkt dat
hij tekenen van infectie heeft genegeerd en patiënten met verschijnselen van infectie
naar huis heeft gestuurd waarbij het mijns inziens evident leek dat er sprake was van
dusdanige infectie dat hierbij diende te worden ingegrepen. Hij heeft dit
gebagatelliseerd en hierbij nalatig gehandeld waarbij er situaties zijn ontstaan
waardoor patiënten onnodig hebben geleden en ook onnodige misvormingen hebben
gekregen.
30. Was de door dr. [appellant] verleende nazorg in uw optiek voldoende?
Ik ben van mening dat de nazorg door de heer [appellant] geleverd, onvoldoende is
geweest. Door zijn nalatigheid en onvoldoende nazorg hebben patiënten te lang met
infecties rondgelopen en zijn daarbij in medisch gevaarlijke situaties terecht
gekomen. Ook heeft deze nalatigheid er voor gezorgd dat er nu dusdanige
misvormingen zijn ontstaan die niet zouden zijn ontstaan indien direct en adequaat
was opgetreden.
Alhoewel infectie na een borstvergrotende ingreep kan voorkomen, blijkt dit in
vakbekwame handen en in een goede setting een zeer zeldzame complicatie te zijn.
Bij de heer [appellant] hebben zich in een korte tijdspanne meerdere infecties voor
gedaan waarbij hij onvoldoende adequaat heeft gehandeld. (…)"