ECLI:NL:RBARN:2008:BD1951
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.G. Smedema
- P.A. Huidekoper
- C.M.E. Lagarde
- Rechtspraak.nl
Wraking van een onbekende rechter door verzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 18 april 2008 een beschikking gegeven inzake een wrakingsverzoek van [verzoeker], wonende te Bodegraven. Het verzoek tot wraking was ingediend omdat [verzoeker] niet tevreden was over de gang van zaken in zijn rechtszaak, maar hij kon niet specificeren welke rechter hij precies wilde wraken, aangezien de rechter op dat moment nog niet bekend was. Dit gebrek aan specificiteit leidde tot de conclusie dat het verzoek niet voldeed aan de wettelijke vereisten voor een wrakingsverzoek. De rechtbank oordeelde dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen rechters die daadwerkelijk betrokken zijn bij de behandeling van de zaak, en niet tegen de rechtbank als geheel. Bovendien moet een wrakingsverzoek gebaseerd zijn op concrete feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Aangezien [verzoeker] geen dergelijke feiten had aangevoerd, werd hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De rechtbank besloot dat er geen grond was voor een mondelinge behandeling van het verzoek, en de beschikking werd openbaar uitgesproken door de rechters E.G. Smedema, P.A. Huidekoper en C.M.E. Lagarde.