5.4.verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Voetelink, rechter, bijgestaan door mr. E.H. van Kolfschooten, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2025.
Tekstuele weergave van het artikel in het NRC van [datum 1] 2023:
[titel artikel 2]
Al jaren begaat [eiser 1] in [gemeente] ernstige fouten. Medewerkers lopen gevaar, er wordt nauwelijks ingegrepen.
Wat is het nieuws?
Tientallen liters kankerverwekkend benzeen stromen elke week ongezuiverd de [rivier] in, afkomstig van [eiser 1] in [gemeente] .
Medewerkers lopen gevaar. De afgelopen vijfjaar vonden zeker tien ernstige bedrijfsongevallen plaats.
De omgevingsdienst, Arbeidsinspectie, milieupolitie en OM zijn al ruim drie jaar op de hoogte van de problemen, maar grepen nauwelijks in.
De [naam functie] reageert niet op vragen en vindt het onderzoek van NRC „nergens op slaan”. De [gemeente] zegt te lang te hebben geloofd in de goede intenties van het bedrijf.
Door onze redacteur
[naam 4]
-------------------------------
[gemeente] .
[naam 3] bekijkt de papieren terwijl de vrachtwagenchauffeur de reinigingsbaan op draait: ruwe benzeen, reinigen met water, staat in de instructies. Voor [naam 3] , reiniger bij [eiser 1] , is het een routineklus. Zo gaat het iedere werkdag, iedere maand, twaalf maanden per jaar, ook op deze voorjaarsdag in 2020. Maar hij weet: wat ik doe, is gevaarlijk en verboden. Benzeen is een kankerverwekkende stof. Het is verboden om tanks met benzeenresten met water te reinigen, zeker op grote schaal – zoals gebeurt bij het tankreinigingsbedrijf waar hij werkt. Maar zijn baas heeft daar kennelijk lak aan. De installatie om tanks met benzeen te reinigen, is al jaren kapot.
[naam 3] (nu 38) zet zijn gasmasker op en draait de tank open, toont een filmpje dat die dag werd gemaakt. De benzeen klotst met volle kracht over de vloer. De ruimte vult zich met een penetrante, dieselachtige lucht. Hij pakt de waterslang met heet water en begint gehaast te spuiten. Zijn baas wil altijd dat het sneller gaat. „Sneller, sneller, gas, gas, gas”, snauwt hij vaak. Stoom stijgt op uit de tankwagen. Liters gevaarlijke benzeen stromen over de vloer, dan het riool in en ongezuiverd naar de [rivier] . [naam 3] spuit nog wat luchtverfrisser in de tank en de chauffeur vertrekt.
Bij [eiser 1] , het bedrijf waar [naam 3] tussen 2009 en november 2020 werkte, worden de arbo- en milieuregels geschonden, vertellen verschillende oud-medewerkers aan
NRC. Het bedrijf werkt met grote volumes gevaarlijke, giftige stoffen en spoelt die door het riool. Medewerkers moeten in giftige dampenwerken met gasmaskers die volgens hen versleten en kapot zijn. Ambulances moesten meermaals uitrukken wegens bedrijfsongevallen. In vijf jaar tijd raakten zo’n tien medewerkers ernstig gewond. De brandweer moest herhaaldelijk in actiekomen wegens brand of wegens klachten over een hevige, penetrante gaslucht.
[naam functie] [eiser 2] (34), die het bedrijf overnam van zijn vader, gaat niet in op een uitnodiging voor een gesprek. „Ik vind het nergens op slaan”, zegt hij telefonisch. „Ik snap niet dat journalisten zich hier druk om maken.” [eiser 1] reageert ondanks herhaaldelijk aandringen niet op schriftelijke vragen en beschuldigt NRC van „stalken”.
De lokale milieutoezichthouder, omgevingsdienst RUD Limburg Noord, is al 3,5 jaar op de hoogte van de misstanden, blijkt uitdocumenten die NRC inzag. Maar de inspecteurs geven het bedrijf enkel waarschuwingen. Een boete is er nooit gekomen, het bedrijf is niet stilgelegd. Intussen stromen wekelijks tientallen liters gevaarlijke stoffen de [rivier] in en lopen medewerkers gevaar, blijkt uit interviews met zeven oud-medewerkers en honderden documenten, filmpjes en foto’s die NRC bekeek.
De misstanden zijn meermaals gemeld bij de Arbeidsinspectie, maar die gaf voor zover bekend alleen een boete van 450 euro in2021. Waarom grijpen de instanties al drie jaar niet in?
[eiser 1] is het enige schoonmaakbedrijf voor tankwagens in de wijde omgeving. Het bedrijf, met zo’n twintig voornamelijk Poolse medewerkers, ligt pal naast de [locatie] , op een belangrijk logistiek kruispunt voor chemische producten die van Rotterdam naar het Ruhrgebied en de Duitse chemiebedrijven worden vervoerd. Volgens de website kunnen chauffeurs er zes dagen per week terecht om onder meer wagens te reinigen met benzeen, formaldehyde (kankerverwekkend), fenol (giftig en gevaarlijk voor huid en ogen) en naftaleen (kan lever, nieren, ogen en bloedlichaampjes beschadigen).
De omgevingsdienst heeft het bedrijf in maart 2020 verboden benzeenwagens te reinigen, blijkt uit controlerapporten in handen van NRC. Het bedrijf reinigde tankwagens met het kankerverwekkende benzeen altijd door middel van een installatie die de stof ‘affakkelt’, zodat die niet in het milieu komt. Maar die installatie is al sinds 2016 kapot, zeggen meerdere werknemers tegen NRC. Sindsdien worden wagens met benzeen met warm water leeggespoeld, blijkt uit reinigingsinstructies.
Benzeen is helemaal niet met water te reinigen – de stof lost slecht op in water. Regelmatig klagen klanten dat de wagens niet goedschoongemaakt zijn, zeggen oud-medewerkers. Maar het gaat stukken sneller dan reinigen met de fakkel, en voor de [naam functie] geldt dat tijd geld is, zeggen voormalig werknemers.
Na tips van een oud-medewerker besluit de omgevingsdienst begin 2020 een inspectie uit te voeren. En inderdaad: de fakkelinstallatie lijkt kapot, noteert de inspecteur in een controlerapport. Het bedrijf stuurt vervolgens documenten aan de omgevingsdienst waaruit zou moeten blijken dat de installatie wel werkt. De gemeente gaat ervan uit dat alles op orde is. Maar bijeen nieuwe controle, een jaar later, ontdekt de inspecteur dat de fakkel nog steeds niet naar behoren werkt. Zolang de fakkelinstallatie het niet goed doet, mag het bedrijf geenbenzeenwagens schoonmaken.
Volgens medewerkers gaat het reinigen van de benzeentankwagens gewoon door. Ook na de waarschuwingen van de omgevingsdienst worden er wekelijks zo’n tien gereinigd, zien ze. Alleen wordt nu van alles gedaan om dat te verhullen. De ventilatie wordt uitgezet, zodat buren de stank minder goed ruiken. Voortaan blijven de giftige dampen in de hallen hangen, waar werknemers staan. De meest vieze tanks worden ’s avonds en ’s nachts gereinigd door een Poolse man die tegen zijn pensioen aan zit. „Hij durfde geen ‘nee’ te zeggen”, zegt oud-collega [naam 3] .
De oud-medewerkers melden nog veel meer kwesties bij de milieu-inspectie. Zo is op 6 mei 2020 bij het reinigen van een tank 2.500 kilo naftaleen vrijgekomen en over de grond gestroomd. Op 24 maart en 4 mei 2020 moesten medewerkers raneynikkel in een container voor restafval gooien. Deze stof kan spontaan ontvlammen als die niet onder water staat. Volgens de medewerkers is hierdoor meermaals brand ontstaan bij afvalverwerker Renewi. Een woordvoerder van de afvalverwerker laat weten dat dit verhaal bij Renewi niet bekend is. Wel zegt hij dat Renewi sinds eind vorig jaar geen afval voor [eiser 1] meer verwerkt, omdat [eiser 1] voor een andere afvalverwerker heeft gekozen.
Uit satellietbeelden en foto’s van vorige week blijkt dat er tanks achter het bedrijf zijn gedumpt. In de berm naast de snelweg staan momenteel vier containers in kniehoog bermgras. Of er giftige stoffen in zitten – en zo ja, welke – is onduidelijk. Een vijfde container is open, ondersteboven in de berm gekieperd.
De brandweer moest zo vaak uitrukken naar [eiser 1] dat in 2022 overleg volgde tussen brandweer, bedrijf en gemeente. [eiser 1] heeft volgens de [gemeente] vervolgens „nieuwe werkinstructies en procedures” ingevoerd. Ee nwoordvoerder van de veiligheidsregio wil niet zeggen of er daarna nog nieuwe incidenten hebben plaatsgevonden.
Uit documenten die NRC heeft ingezien, blijkt dat de milieutoezichthouder de zaak in 2020 voorlegt aan de politie ende Arbeidsinspectie. In oktober 2020 wordt de zaak ingebracht bij het landelijk milieuoverleg van het Openbaar Ministerie. Die verzoekt de Limburgse toezichthouder „verscherpt en onaangekondigd toezicht te houden”.
De omgevingsdienst voert in het voorjaar van 2021 meerdere onaangekondigde controles uit. In juni 2021 stellen omgevingsdienst en waterschap vast dat het bedrijf meer zware metalen en halogenen (sterk oxiderende stoffen) in het water loost dan toegestaan. Benzeen wordt niet in zulke hoge concentraties gemeten dat kan worden aangetoond dat de fakkelinstallatie niet werkt. Maar dat maakt de lozingen niet minder ernstig, zegt een woordvoerder van het waterschap Limburg. „De illegale lozingen hebben hoe dan ook negatieve gevolgen voor de waterkwaliteit en de biologie, want de rioolwaterzuivering in [gemeente] kan benzeen nagenoeg niet zuiveren.”
Maar de aanpak van de omgevingsdienst blijft vriendelijk en vragend: „We verzoeken u een registratie van de benzeenfakkel aan te leggen en de bewijzen van onderhoud, herstel e.d. binnen 2 weken op te sturen”, schrijven de inspecteurs. „U dient overschrijding van de genoemde normen [voor zware metalen] te voorkomen.”
[eiser 1] mist de deadlines, komt afspraken niet na, maar nooit heeft dat consequenties. Maandenlang doen omgevingsdienst en politie niets. De gevaren voor de medewerkers blijven bestaan, de gevaarlijke stoffen blijven de [rivier] in stromen.
In maart 2022, meer dan twee jaar nadat de inspectie op de hoogte is gebracht van de problemen, volgt een zwaardere maatregel: een voornemen tot last onder dwangsom. Als de problemen niet worden opgelost, zal het bedrijf een dwangsom krijgen tot een maximum van 10.000 euro. Een peulenschil voor een bedrijf dat volgens het laatst beschikbare jaarverslag in 2021 ruim 1 miljoen euro winst maakte.
Maar opnieuw gebeurt er niks. Op dit moment, meer dan een jaar later, is de dwangsom nog steeds niet opgelegd.
Een woordvoerder van [gemeente] geeft toe dat de gemeente „onvoldoende heeft doorgepakt” met het opleggen van de dwangsom vanwege „de complexiteit van het dossier en capaciteitsgebrek”. Bovendien heeft de gemeente lang geloofd in de goede intenties van het bedrijf. „We hebben veel vertrouwen gehad dat het bedrijf aan oplossingen werkte”, zegt de woordvoerder. „Dat is niet gebeurd, terwijl er wel veel tijd overheen is gegaan. Dat vertrouwen is inmiddels geschaad.”
De woordvoerder stelt dat het „lastig” is om overtredingen vast te stellen. „Wij hebben geen filmpjes en foto’s gekregen waar NRC wel beschikking over heeft.” Navraag bij de gemeente en degene die de filmpjes met NRC deelde, leert dat dit niet klopt. De omgevingsdienst bevestigt in tweede instantie dat zij in mei 2020 zo’n acht filmpjes en enkele foto’s heeft ontvangen. De filmpjes waren voor de gemeente „geen aanleiding om nieuwe zaken te onderzoeken.”
De omgevingsdienst heeft ook nooit de bedrijfsadministratie onderzocht om te bekijken of het bedrijf nog wagens met benzeen reinigt. „Er was voor ons geen aanleiding deze te controleren”, zegt de woordvoerder daarop.
Nadat NRC vragen heeft gesteld laat de gemeente weten „op korte termijn een vervolgstap” te zullen nemen in het dossier. Als bij een nieuwe controle overtredingen worden vastgesteld, kan dan een dwangsom worden opgelegd. Bij die controle zal ook worden gekeken naar de containers die in de berm zijn gedumpt, laat een woordvoerder weten.
De politie Limburg-Noord schrijft in een reactie dat er geen strafrechtelijk dossier is opgebouwd, geen onderzoek loopt en geen boetes zijn opgelegd aan [eiser 1] .
En de werknemers? Hoeveel gevaarlijke stoffen zij inademen, is onbekend. Bedrijven zijn verplicht de concentraties gevaarlijke stoffen te meten, maar [eiser 1] beantwoordt geen vragen daarover.
De [gemeente] heeft naar eigen zeggen meerdere meldingen gedaan bij de Arbeidsinspectie. „We hebben de Arbeidsinspectietwee keer ruim van tevoren uitgenodigd om mee te gaan op een onaangekondigde controle”, zegt de woordvoerder. „Tot tweemaal toe lieten ze op de dag zelf weten dat ze niet konden.” De Arbeidsinspectie laat weten dat deze meldingen, voor zover ze hebben kunnen nagaan, niet bij haar zijn binnengekomen.
De afgelopen vijf jaar hebben zo’n tien ernstige ongelukken plaatsgevonden bij het bedrijf, voornamelijk met Pools personeel. Een Poolse medewerker kreeg naftaleen over zijn lijf nadat een slang was geknapt. Een andere Pool ademde zwavelzuur in, viel van een vrachtwagen en moest naar het ziekenhuis. Weer een andere Pool ademde mierenzuur in, een stof die giftig is en gevaarlijk voor huid en ogen. Zij werd onwel, verklaarde ze aan de Arbeidsinspectie, waarna ze van een vier meter hoge trap viel, een voet verbrijzelde en de andere voet brak. Zij werd een week in het ziekenhuis opgenomen. Een andere medewerker raakte bedolven onder stomend hete teer, iemand anders liep brandwonden op toen hij zwavelzuur over zijn arm kreeg, iemand viel onder een zware plaat en een ander kreeg na een val een zware ijzeren balk op zich. Afgelopen december werd een vrachtwagenchauffeur onwel nadat hij het giftige dichloropropaan had ingeademd.
Werkgevers zijn wettelijk verplicht ernstige bedrijfsongevallen te melden, maar dat deed [eiser 1] in de meeste gevallen niet, blijkt uit navraag bij de Arbeidsinspectie. Een woordvoerder laat weten dat slechts twee meldingen zijn gedaan. In het geval van de Poolse vrouw die naar eigen zeggen onwel werd van het mierenzuur, was er volgens de inspecteur geen oorzakelijk verband tussen overtreding van de arbowet en het ongeval.
Het ongeluk met de medewerker die in 2021 zwavelzuur inademde, kwam aan het licht bij de inspectie dankzij een oud-medewerker die dit had gemeld. [eiser 1] meldde dit ongeluk te laat en kreeg een boete van 450 euro. In dit geval deed de inspectie geen onderzoek ter plaatse: sinds begin dit jaar mogen bedrijven in principe zelf onderzoek doen naar de toedracht van een ernstig ongeval. De inspectie doet alleen nog bij hoge uitzondering eigen onderzoek.
[naam 5] , beleidsadviseur gezondheid en veiligheid bijvakbond FNV, noemt het „heel vreemd” dat de inspectie dit bedrijf zelf onderzoek laat doen. „Dit lijkt me typisch een bedrijf waar je bovenop moet zitten”, zegt hij.
Iedere dag overlijden in Nederland negen mensen aan de gevolgen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk, blijkt uit onderzoek van de Arbeidsinspectie. Negen mensen per dag, ruim drieduizend per jaar. Blootstelling aan kankerverwekkende stoffen is de belangrijkste oorzaak van werkgerelateerde sterfte. Buitenlandse werknemers lopen volgens de Arbeidsinspectie extra gevaar, omdat zij op het werk vaker blootstaan aan risico’s en terughoudend kunnen zijn om problemen aan te kaarten uit angst ontslagen te worden.
Tot enkele jaren terug was er nauwelijks aandacht voor deze gevaren: de Arbeidsinspectie noemde beroepsziekten in 2018 een „blinde vlek”. Uit recent onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat een derde van de bedrijven die werken met kankerverwekkende stoffen hun medewerkers blootstellen aan onnodige risico’s.
Vorig jaar deed de Arbeidsinspectie een zogenoemd sectoronderzoek naar tankcleaningbedrijven, omdat deze branche tot de sectoren behoort waar de kans op overtredingen van de arbo-wetgeving het grootst is. De inspectie heeft toen 27 tankcleaningbedrijven gecontroleerd, waarbij 85 overtredingenzijn vastgesteld. De betrokken bedrijven hebben waarschuwingen of boeterapporten gekregen, aldus een woordvoerder. Hij wil niet zeggen of [eiser 1] toen ook is gecontroleerd.
Volgens [naam 5] van FNV is er de afgelopen twintig jaar weinig aandacht geweest voor gevaarlijke stoffen. „De inspectie heeft te weinig capaciteit, handhavingstechnieken zijn verouderd en de wetten worden niet nageleefd. Het beleid bestond vooral uitcampagnes en bewustwording. Dat werkt niet bij bedrijven die bewust de regels overtreden, terwijl daar wel de grootste problemen zitten. Tegen die bedrijven moet keihard worden opgetreden.”
[naam 3] is eind 2020 gestopt bij [eiser 1] . Hij raakte extreem gestresst toen hij er nog werkte, vertelt hij. „Ik werd om drie uur ’s nachts wakker en het eerste wat ik dacht was: welk rotwerk zal ik vandaag weer krijgen?”
Jarenlang had [naam 3] rode bultjes op zijn wangen, net als een collega. Die zijn verdwenen nadat hij zijn baan bij [eiser 1] had opgezegd.
------------------------------------
Reageren? [e-mailadres]
VERANTWOORDING
Voor dit artikel sprak de auteur met zeven oud-werknemers die tussen 2009 en 2022 bij [eiser 1] hebben gewerkt.NRCbekeek tientallen documenten, waaronder instructies voor het reinigen van tankwagens, milieuvergunningen, controlerapporten, correspondentie van werknemers met het bedrijf en brieven van de Arbeidsinspectie. Daarnaast bekeek de krant honderden filmpjes en foto’s die op het terrein van het bedrijf zijn genomen.
NRC heeft anderhalve week voor publicatie contact opgenomen met
[eiser 2] , [naam functie] van het bedrijf. Hij weigerde in te gaan op een uitnodiging voor een gesprek. Vervolgens heeft NRC een lijst met vragen gestuurd aan [eiser 1] waarvoor het bedrijf een week de tijd kreeg om te reageren. [naam functie] [eiser 2] liet telefonisch weten deze vragen niet te willen beantwoorden.
De Veiligheidsregio Limburg-Noordgeeft geen antwoord op de vraag hoe vaak de brandweer heeft moeten uitrukken naar [eiser 1] . Een woordvoerder van de Veiligheidsregio zegt de „privacy” van het bedrijf te willen beschermen en vindt het „niet netjes” naar het bedrijf toe om antwoord te geven op de vraag.
Het Openbaar Ministeriereageerde niet inhoudelijk op vragen.
Bij de foto’s waarop de tank te zien isdie gereinigd wordt, is het logo van het bedrijf van de tankwagen weggehaald door NRC.