Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 10 november 2022, waarmee Zembla in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 31 augustus 2022;
- de memorie van grieven van Zembla, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van GIB, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van Zembla, met bijlagen;
- de bijlagen 164 tot en met 170 en de akte van depot die Zembla ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd;
- de bijlagen 191 tot en met 198 die GIB ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft overgelegd.
3.Achtergronden van deze zaak
GIB
wordt onder grond (…) mede verstaan grond (…) waarin:
ten hoogste 20 gewichtsprocenten bodemvreemd materiaal voorkomt dat voorafgaand aan het ontgraven of bewerken in de grond (…) aanwezig was en waarvan niet is te voorkomen dat de grond (…) daarmee is vermengd, voor zover het steenachtig materiaal of hout betreft; en
alleen sporadisch ander bodemvreemd materiaal dan steenachtig materiaal of hout als bedoeld onder a voorkomt, dat voorafgaand aan het ontgraven of bewerken in de grond (…) aanwezig was, voor zover redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat het uit de grond (…) wordt verwijderd voordat het wordt toegepast.”
“Industriezand en/of (gebroken) industriegrind is bedoeld om te worden toegepast als grond binnen het generieke kader van het Besluit bodemkwaliteit.”. BRL 9321 vermeldt ook:
“Deze beoordelingsrichtlijn is niet bedoeld voor materiaal dat een bewerking heeft ondergaan anders dan scheiden, wassen of breken.”.
granuliet”. In het certificaat verklaart Intron dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat het door GIB vervaardigde “
industriezand” voldoet aan de in het certificaat vastgelegde milieuhygiënische eisen en de relevante eisen van het Bbk. In 2015 heeft Intron hiervoor opnieuw een productcertificaat op basis van BRL 9321 afgegeven. In 2020 is eenzelfde certificaat verstrekt.
3.Karakteristiek en milieuhygiënische kwaliteit van granuliet
5.Beantwoording discussiepunten
informeert[de Directeur-Generaal van RWS]
op hoofdlijnen:
“In deze uitzending onthullen we dat tegen de regels in afval van een groot Amsterdams bouwstoffenbedrijf gestort wordt in de Gelderse natuurplas Over de Maas.”.
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Dragen de uitlatingen bij aan een debat over zaken van algemeen belang?
Wie doet de uitlatingen?
Vinden de uitlatingen voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal?
Over wie gaan de uitlatingen?
De omvang van het publiek dat met de uitlatingen wordt bereikt.
.
Het gaat nadrukkelijk niet om het bijmengen van bodemvreemd materiaal in grond”, en uit artikel 1.1 onder 2 Rbk dat bepaalt dat het bodemvreemd materiaal “
voorafgaand aan het ontgraven of bewerken in de grond (…) aanwezig was” (zie 3.8). Polyacrylamide is een bodemvreemde stof en als dat wordt bijgemengd, dan voldoet het materiaal niet meer aan de vereisten voor grond, aldus Zembla.
dat al in de bodem zit als het wordt afgegravenen dat het
nadrukkelijk niet gaat om het bijmengen van bodemvreemd materiaal. Ook uit deze uitspraak volgt dus niet dat het argument van Zembla inzake het bijmengverbod juridisch niet houdbaar zou zijn.
In een schriftelijke reactie laat het ministerie weten dat er geen overtuigende argumenten zijn om het niet als grond te accepteren.” en “
Over het gebruikte certificaat zegt het ministerie dat er geen bezwaar is tegen de huidige manier van certificeren, in afwachting van een nieuw te ontwikkelen norm. [bedrijf] laat nogmaals weten dat ze niets illegaals doen, omdat het ministerie granuliet als grond beoordeelt. Hun hele reactie is te lezen op onze website.”. Uit de rest van de uitzending blijkt overigens ook dat GIB en de top van IenW dit standpunt innemen. Ook in andere publicaties van Zembla waar de grondkwestie en de kwestie van het certificaat aan de orde komen, blijkt - waar nodig - voldoende duidelijk wat het standpunt van GIB en het ministerie is. Het hof merkt hierbij op dat het geen strikt vereiste is dat Zembla bij
iederepublicatie GIB de gelegenheid geeft voor wederhoor.
kan zijn, en niet dat het zo is. Het hof zal beoordelen of Zembla met dergelijke uitlatingen onrechtmatig heeft gehandeld jegens GIB.
zou kunnen hebbenvoor mens en milieu.
Afbraak van polyacrylamide en mogelijke vorming acrylamide in diepe plassen. Een literatuurverkenning”, is opgesteld in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), in het kader van “
aanvullend literatuuronderzoek granuliet”.
Als deze stof [PAM] afbreekt, kan het giftige acrylamide ontstaan. Dit is een Zeer Zorgwekkende Stof (ZZS). Deze stoffen zijn gevaarlijk voor mens en milieu. De Nederlandse overheid wil daarom zo veel mogelijk voorkomen dat deze stoffen in het milieu terechtkomen.”.. En elders wordt het volgende geschreven over acrylamide: “
Omdat AMD geïdentificeerd is als Zeer Zorgwekkende Stof (ZZS) gelden er strenge emissie-eisen. Geadviseerd wordt om de blootstelling aan deze stoffen zo laag mogelijk te houden door gebruik van deze stoffen te verminderen en de ontwikkeling en het gebruik van alternatieven te stimuleren.”.
Het is onbekend in welke mate de afbraak van PAM en de mogelijke vorming van AMD plaatsvinden in condities die heersen in diepe plassen. Hiervoor is in de literatuur onvoldoende informatie gevonden.”. En: “
Hierdoor is niet duidelijk of er risico’s zijn voor planten en dieren die in de plassen leven. Of voor de mens als zij vis eten uit deze plassen.”. Om uitsluitsel te krijgen over de afbraak(snelheid) van PAM en vorming(snelheid) van AMD in diepe plassen, en de verhouding tussen de twee, adviseert het RIVM om aanvullend onderzoek te doen.
Daarnaast bevatten PAM nog kleine residuen AMD doordat bij de polymerisatie van het monomeer AMD tot PAM niet alle AMD wordt gepolymeriseerd. Het proces is niet 100% efficiënt.”. Het RIVM merkt hierover op: “
AMD komt als monomeer residu voor in het product PAM en kan bij toepassingen van PAM-houdende producten in het milieu worden geïntroduceerd. Daarmee is de kans op de introductie en/of vorming van een Zeer Zorgwekkende Stof (ZZS) in het milieu aanwezig.”. Het RIVM beveelt aan om ook nader onderzoek te doen naar het vrijkomen van acrylamide als residu, mede gezien de in potentie grote hoeveelheden PAM-houdend product die kunnen worden toegepast in diepe plassen.
Naast de mogelijke vorming van het toxische AMD uit PAM-houdend product, is er in de literatuurverkenning en vanuit de praktijk ook informatie naar voren gekomen over andersoortige (nadelige) effecten van het gebruik van PAM. Hiernaar is in het kader van deze opdracht geen onderzoek gedaan, maar deze verdienen wel aandacht bij grootschalig gebruik van PAM-houdende producten in diepe plassen of baggerdepots.”. Concreet gaat het daarbij om het volgende: “
Het gebruik van PAM voor het versneld consolideren van baggerspecie resulteert in een andere structuur en volume van de specie, waarbij mogelijk ook de permeabiliteit wordt beïnvloed. Hierdoor verandert de doorstroming en kunnen verontreinigingen makkelijker vrijkomen uit de baggerspecie en sneller verspreid raken in het aquatisch milieu.” , en “
Mechanische hechting van PAM aan de kieuwen van vissen waardoor weefselaandoeningen kunnen ontstaan.”.
Dat kan bijvoorbeeld door andere flocculanten[hof: andere dan polyacrylamide]
te gebruiken, producten met flocculanten van te voren te onderzoeken op acrylamide of de kwaliteit van het oppervlaktewater te bepalen nadat het product erin is gebruikt.”.
zou kunnen zijnals het in plassen wordt gestort of dat er een
mogelijk risicois dat schadelijke, toxische en/of kankerverwekkende stoffen in het water terecht komen, zijn die gelet op het voorgaande niet onrechtmatig. Op die publicaties zal het hof dus verder niet ingaan.
dat ze daar bij dat bedrijf een soort van bindmiddel gebruiken waar toxische stoffen in zitten”. Ook maakt GIB bezwaar tegen uitlatingen van journalist [journalist] van Zembla in twee radio-uitzendingen van 24 september 2020. De eerste radio-uitzending bevat de uitspraak dat in granuliet “
een chemisch bindmiddel”zit,
“een flocculant, wat giftig is, en waar mogelijk kankerverwekkende stoffen uit kunnen komen”. In de tweede uitzending zegt [journalist] : “
Er zit wel een kankerverwekkende stof in en dat is ook waar de zorg vandaan komt. Zij voegen daar iets aan toe dat bedrijf en dat is bindmiddel en daar zit kankerverwekkende stof in. Die kunnen bij het storten, het lozen in die plas vrijkomen. En daar zijn vooral heel veel zorgen over.”. Voor zover deze uitlatingen inhouden dat in de flocculant een schadelijke/giftige/kankerverwekkende stof
zit, heeft dat voldoende steun in de feiten. Het RIVM heeft immers gerapporteerd dat er al kleine residuen van de zeer zorgwekkende (kankerverwekkende) stof acrylamide in de flocculant (polyacrylamide) aanwezig zijn (zie 6.36). In de radio-uitzendingen wordt daaraan nog toegevoegd dat die zorgwekkende stof
mogelijkvrij
kankomen als granuliet in plassen wordt gestort. Met deze uitlatingen worden geen grenzen overtreden. Niet alleen is er voldoende steun in de feiten, maar ze zijn ook gedaan in de context van een debat van algemeen belang over de vraag of er (op langere termijn) schadelijke gevolgen zouden kunnen zijn voor mens en milieu als granuliet, met daarin polyacrylamide, in plassen wordt gestort. Dat deze uitlatingen, gedaan in een podcast en twee radio-uitzendingen, een negatieve uitstraling hebben op het product granuliet en de producent ervan, heeft GIB, alles afwegend, te dulden. De uitlatingen zijn niet onrechtmatig.
Over de giftige stof die aan granuliet is toegevoegd:”, waarna [journalist] een voormalige directeur van RWS aanhaalt die heeft gezegd: “
Daarvan is niet duidelijk wat de gevolgen zijn. (…) Dan is het toch heel eenvoudig? Bij twijfel niet doen. Dus niet in een plas storten die straks als recreatieplas moet dienen. Dat risico moet je toch niet nemen?”. Het deel waarin staat dat een giftige stof aan granuliet wordt toegevoegd is van [journalist] , en is geen uitspraak van een derde die wordt aangehaald. Het hof overweegt hierover dat het RIVM heeft vastgesteld dat er al kleine residuen van de zeer zorgwekkende (kankerverwekkende) stof acrylamide in de flocculant (polyacrylamide) aanwezig zijn (zie 6.36), zodat de uitlating van [journalist] in zoverre wel steun heeft in de feiten. Daarbij komt dat uit het hele hiervoor aangehaalde twitterbericht blijkt dat de nuancering wordt toegevoegd dat niet duidelijk is of die toegevoegde stof daadwerkelijk tot schadelijke effecten zal leiden als granuliet in plassen wordt gestort. Het twitterbericht is zodoende voldoende in lijn met de feiten. Alles afwegend komt het hof ook hier tot het oordeel dat geen sprake is van een onrechtmatige uitlating.
de berekening tot doel had in theorie vast te stellen wat de maximale concentratie van acrylamide zou kunnen worden wanneer bepaalde extreme en zeer onwaarschijnlijke situaties zich achtereenvolgens zouden voordoen” en dat het om een berekening gaat die “
puur theoretisch is en een onrealistisch beeld schetst”
,maakt dat niet anders.
Voormalig milieu officier van justitie [naam 2] is het daarmee eens. Volgens hem pleegt [bedrijf] meerdere strafbare feiten.”. De toevoeging van de frase “volgens hem” brengt al mee dat Zembla de nodige afstand tot de inhoud van de uitlating van [naam 2] bewaart. Daar komt nog bij dat Zembla in de uitzending verschillende keren het tegenovergestelde standpunt van GIB en het van ministerie van IenW weergeeft, inhoudend dat granuliet wel in plassen gestort mag worden en dat geen sprake van illegale activiteiten van GIB. Ook daaruit blijkt dat Zembla zich niet vereenzelvigt met de uitlating van [naam 2] . Ook in het artikel van 6 februari 2020 vermeldt Zembla dat de stort van granuliet “
volgens [naam 2]” een economisch delict van de hoogste categorie is.