8.1.4Oordeel van de rechtbank
De rechtbank constateert dat de detentiegarantie niet is afgegeven of goedgekeurd door de uitvaardigende rechterlijke autoriteit. In een dergelijk geval moet de zekerheid van de geboden garantie worden bepaald aan de hand van een globale beoordeling van alle gegevens waarover de rechtbank beschikt.
De rechtbank is van oordeel dat de garantie grotendeels volstaat om het door de rechtbank vastgestelde algemene gevaar van schending van grondrechten in detentie, zoals in de inleiding weergegeven, weg te nemen voor de opgeëiste persoon. Alleen op het punt van de medische zorg volstaat de garantie, zoals weergegeven onder punt 3, naar het oordeel van de rechtbank in dit geval niet. Van belang zijn allereerst de zorgwekkende omstandigheden die met betrekking tot de medische en psychische zorg naar voren komen in het door de raadsman overgelegde Jaarverslag 2024 Commissie van Toezicht Antwerpen. Daaruit volgt, voor zover hier relevant, dat tijdens verschillende observaties tekortkomingen zijn geconstateerd ten aanzien van het verstrekken van medische zorg aan gedetineerden (paragraaf 3.1.5.). Verder is er door de Commissie van Toezicht onderzoek gedaan naar de strafcellen in de gevangenis van Antwerpen, waarover onder meer het volgende wordt gerapporteerd (paragraaf 3.2):
“Matrassen, dekens en hoofdkussens zijn standaard verpakt in een soort toile cirée, een dik, niet scheurbaar plastic dat hard en onaangenaam aanvoelt. De plastic bekleding van de hoofdkussens is bovendien volledig versleten. Gedetineerden krijgen geen beddengoed van textiel: geen dekens, geen lakens en geen kussenslopen. De maandcommissaris heeft herhaaldelijk vastgesteld dat in sommige strafcellen helemaal geen matras, deken of hoofdkussen aanwezig was, waardoor gedetineerden gedwongen waren om rechtstreeks op het beton te liggen – hetzij op een betonnen plank, hetzij op de vloer. Hun enige bescherming tegen de kou was een dunne, rode pyjama, die in sommige gevallen zelfs ontbrak. In één schrijnend geval troffen we een gedetineerde volledig naakt aan op de koude vloer van een lege cel. Het betrof een suïcidale man, en de directie motiveerde deze aanpak als een maatregel om zelfdoding te voorkomen en ‘het personeel te sparen’.
Bij suïcidegevaar blijft 's nachts een beperkt licht branden. In sommige cellen is dit ‘beperkte’ licht echter behoorlijk fel, wat gedetineerden verhindert om goed te slapen. Daarnaast wordt de gedetineerde – althans in theorie – om de 15 tot 30 minuten gewekt als preventieve maatregel tegen zelfdoding. Dit roept de vraag op in welke mate slaapdeprivatie de mentale toestand van de gedetineerde beïnvloedt.
Daarnaast is het de vraag of iemand die vastbesloten is om suïcide te plegen daadwerkelijk kan worden tegengehouden, aangezien diegene simpelweg kan wachten op het juiste moment.”
Het rapport bevat daarnaast zorgelijke informatie over het aanbod van geestelijke gezondheidszorg in de gevangenis (paragraaf 3.3):
“In de gevangenis van Antwerpen is er een beperkte toegang tot geestelijke gezondheidszorg, wat betekent dat veel gedetineerden niet de behandeling krijgen die ze nodig hebben. Hoewel er psychologen en andere zorgverleners in de gevangenis werken, is het aantal professionals vaak onvoldoende om iedereen adequaat te ondersteunen. Hierdoor blijven veel psychische problemen onbehandeld, wat niet alleen het leven van de gedetineerden zelf bemoeilijkt, maar ook de veiligheid binnen de instelling kan bedreigen.
De gevangenis heeft enkele initiatieven om geestelijke gezondheidszorg te verbeteren, zoals psychologische begeleiding en programma’s voor verslavingszorg, maar deze zijn vaak niet genoeg om de groeiende vraag aan te kunnen. Er is een dringende behoefte aan meer gespecialiseerde zorg voor geïnterneerden en gedetineerden met ernstige psychische aandoeningen, zoals schizofrenie of bipolaire stoornissen. Daarnaast zouden programma’s die gericht zijn op het verminderen van stress en het bevorderen van welzijn, zoals groepsgesprekken, een waardevolle aanvulling zijn.”
De rechtbank beschikt verder over gegevens over de zeer complexe medische situatie van de opgeëiste persoon. Uit de informatie van de huisarts van de [detentieplaats 1] volgt dat dat de opgeëiste persoon kampt met chronische pijnklachten en zenuwpijnen, een functionele neurologische stoornis, posttraumatische stressstoornis, bipolaire stoornis, schizofrenie en een manisch depressief beeld. Sinds 7 juni 2025 is hij volledig afhankelijk van hulp bij alle algemene dagelijkse levensverrichtingen en is hij grotendeels bedlegerig. Blijvende cognitieve schade belemmert de communicatie en zorgverlening aanzienlijk. Hij heeft intensieve, multidisciplinaire en specialistische zorg nodig in een passende zorgomgeving, waar zijn fysieke en psychische basisbehoeften structureel kunnen worden gewaarborgd, aldus de huisarts.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het onderzoek heropenen om de officier van justitie de volgende vragen te laten stellen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit om te onderzoeken of voor de opgeëiste persoon ook wat betreft de beschikbare medische en psychische zorg een voldoende garantie kan worden verstrekt:
1. Kan worden gegarandeerd dat de opgeëiste persoon toegang heeft tot intensieve, multidisciplinaire en specialistische zorg in een passende zorgomgeving, waar zijn fysieke en psychische basisbehoeften structureel kunnen worden gewaarborgd? Zo ja, kunt u aangeven op welke wijze dit kan worden gewaarborgd?
2. Kan worden gegarandeerd dat de opgeëiste persoon niet om redenen van suïcidegevaar of personeelsgebrek in een strafcel wordt geplaatst?