Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court in Krakow, Third Criminal Division, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Regional Court in Myślenice Second Criminal Divisionop 9 november 2016 (met kenmerk II K 482/16),
which became finalop 17 november 2016.
4.Strafbaarheid
5.Proportionaliteit van de opgelegde straf
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
tijdigvoorafgaand aan het verhoor door de rechtbank moeten worden overgelegd. Volgens vaste jurisprudentie van de rechtbank Amsterdam wordt een termijn van uiterlijk tien dagen voorafgaand aan de zitting redelijk geacht [4] en kunnen nadien ingediende stukken buiten beschouwing worden gelaten. In dit geval zijn de stukken één dag voor de zitting ingediend, zonder index en/of toelichting hoe hieruit rechtmatig verblijf kan worden afgeleid. De rechtbank zal daarom de stukken buiten beschouwing laten.
7.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden
the Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(hierna: CPT) in haar meest recente rapport (van 22 februari 2024) geen melding maakt van dergelijke problematiek in de door haar bezochte penitentiaire inrichting in Grudziądz terwijl een deel van de door het KMPT beschreven incidenten dateert van vóór het bezoek van het CPT. Verder lijkt weliswaar sprake van ernstige incidenten maar de omvang daarvan is beperkt gezien de periode die door de rapporten wordt bestreken. Ook de zorgen over de toepassing van dwangmiddelen door het personeel in deze detentie-instellingen zijn niet van dien aard dat een algemeen gevaar moet worden aangenomen.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court in Krakow, Third Criminal Division, Polen voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.