ECLI:NL:RBAMS:2025:1695

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 februari 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
13-395235-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel van Bulgarije met detentiegaranties

Op 19 februari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Arrondissementsparket van Razgrad in Bulgarije. De zaak werd behandeld in de Internationale Rechtsulpkamer van de rechtbank. De opgeëiste persoon, geboren in Bulgarije in 1990, was gedetineerd in Nederland en had geen vaste woon- of verblijfplaats. Tijdens de zitting op 5 februari 2025 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.H. Bouwman, en een tolk. De officier van justitie, mr. A. Keulers, diende de vordering tot behandeling van het EAB in.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn aangevoerd door de opgeëiste persoon. De rechtbank heeft ook de detentieomstandigheden in Bulgarije beoordeeld, waarbij het European Committee for the Prevention of Torture (CPT) werd geraadpleegd. De Bulgaarse autoriteiten hebben garanties verstrekt over de detentieomstandigheden van de opgeëiste persoon, die door de rechtbank als voldoende werden beschouwd om het reële gevaar van schending van grondrechten weg te nemen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, omdat er geen juridische belemmeringen waren. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-395235-24
Datum uitspraak: 19 februari 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 31 december 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 20 september 2024 door het Arrondissementsparket van Razgrad in Bulgarije (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Bulgarije) op [geboortedag] 1990,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het [J.C.] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 5 februari 2025, in aanwezigheid van mr. A. Keulers, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.H. Bouwman, advocaat in Amsterdam en door een tolk in de Bulgaarse taal.
Namens of door de opgeëiste persoon zijn geen weigeringsgronden aangevoerd.
De rechtbank heeft voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenhouding bevolen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Bulgaarse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een:
  • Nationaal aanhoudingsbevel: Rechterlijk Besluit op grond van art. 64, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering van 3 september 2024, uitgevaardigd door het Arrondissementsparket van Razgrad; en een
  • Besluit no. 425/05.09.2024 in het kader van privé strafzaak no. 20243330200512 van Arrondissementsrechtbank van Razgrad met betrekking tot het verlenen van toestemming voor het uitvaardigen van een Europees Aanhoudingsbevel, in werking getreden op 10.09.2024.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Bulgaars recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [2]

4.Strafbaarheid

Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit aan als een zogenoemd lijstfeit, dat in Nederland onder nummer 3 in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat vermeld, te weten:
mensenhandel.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Bulgarije een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden in Bulgarije

De rechtbank heeft op grond van de Public statement van het
European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(hierna: CPT) van 26 maart 2015 geoordeeld dat in het algemeen een reëel gevaar bestaat dat personen die in Bulgarije zijn gedetineerd onmenselijk of vernederend worden behandeld, in de zin van artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. [3] Bij uitspraak van 11 februari 2020 heeft de rechtbank geoordeeld dat het CPT-rapport van 4 mei 2018, naar aanleiding van bezoeken tussen 25 september 2017 en 6 oktober 2017, niet tot een ander oordeel leidt. [4] Dit geldt eveneens ten aanzien van het CPT-rapport van 18 oktober 2022. [5]
Op 2 januari 2025 en 16 januari 2025 heeft de
Deputy Regional prosecutorin Bulgarije aanvullende informatie verstrekt met daarin de volgende individuele garanties ten aanzien van de detentieomstandigheden van de opgeëiste persoon:
“ [opgeëiste persoon] will be provided with housing in a bedroom/cell, in which he will have a living area – a personal space of at least 4 square meters /not including the area of the restroom/ (..)
Each room is equipped with its own restroom /toilet/, separated in the cell, separated with walls, a wooden roof and a door, equipped with lighting, a chamber pot, an air vent, and a constantly running water.
Each cell in the prison has windows that are sufficiently large, which provide natural daylight and direct access to clean air, as well as ventilation. Each bedroom is heated with a steam installation which is used in the entire building.
(..)
There is a medical center with medical staff in the Prison, and in the Arrest there is a medical professional. When a need arises, the detained and sentenced individuals can receive outpatient care and treatment. (..)”
Met de raadsman en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat met deze garanties het algemeen reëel gevaar van schending van grondrechten vanwege de detentieomstandigheden in Bulgarije ten aanzien van de opgeëiste persoon is weggenomen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat artikel 11 OLW niet aan de overlevering in de weg staat.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan het Arrondissementsparket van Razgrad in Bulgarije voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.J.R.M. Vermolen, voorzitter,
mrs. E. de Rooij en A.R. Vlierhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. Esschendal. griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 19 februari 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie onderdeel e) van het EAB.
3.Zie HvJ EU 5 april 2016, ECLI:EU:C:2016:198, punten 88-90 en o.a. rb. Amsterdam 28 november 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:1269.
4.Rb. Amsterdam 11 februari 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:1097.
5.Rb. Amsterdam 27 oktober 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:6217.