In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 12 februari 2024, wordt het beroep van Qiss IT B.V. tegen een last onder dwangsom door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam beoordeeld. De last onder dwangsom is opgelegd omdat Qiss IT B.V. aanplakbiljetten heeft laten aanbrengen op plaatsen waar dat niet is toegestaan. De rechtbank onderzoekt of het college terecht heeft geoordeeld dat Qiss IT B.V. als overtreder kan worden aangemerkt op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat Qiss IT B.V. onvoldoende maatregelen heeft getroffen om overtredingen te voorkomen en dat de overtredingen in de sfeer van de rechtspersoon kunnen worden toegerekend. Het beroep wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de opgelegde last onder dwangsom rechtmatig is. De rechtbank wijst erop dat de last niet alleen gericht is op het beëindigen van de overtreding, maar ook op het voorkomen van toekomstige overtredingen. De rechtbank oordeelt dat het college terecht gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om een last onder dwangsom op te leggen, en dat de last voldoende concreet is omschreven. De rechtbank concludeert dat de last onder dwangsom niet onevenredig is en dat Qiss IT B.V. geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten.