Uitspraak
beslissing
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.De feiten
3.Het wrakingsverzoek
a) het door de rechter niet accepteren van stukken/verweer van [verzoeker] ;
4.De reactie van de rechter
5.De beoordeling
20 september 2024.
Rechtbank Amsterdam
Op 20 september 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door [verzoeker] tegen mr. A.P. Ploeger, de rechter in een aanhangige civiele procedure. Het wrakingsverzoek was ingediend op 8 augustus 2024 en was gebaseerd op verschillende gronden, waaronder het niet accepteren van stukken door de rechter, het niet respecteren van de verhinderdata van de advocaat van [verzoeker], en het gevoel oneerlijk behandeld te zijn door de rechter. Tijdens de openbare zitting op 13 september 2024 hebben zowel [verzoeker] als de rechter hun standpunten toegelicht.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechter niet in de wraking berustte en dat de gronden voor het wrakingsverzoek niet objectief gerechtvaardigd waren. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat een wrakingsverzoek alleen succesvol kan zijn bij bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren. De wrakingskamer concludeerde dat de door [verzoeker] ervaren vooringenomenheid niet objectief kon worden vastgesteld op basis van de feiten en omstandigheden van de zaak.
De wrakingskamer heeft de beslissing om het verzoek tot wraking af te wijzen openbaar uitgesproken en bepaald dat de onderliggende civiele procedure met kenmerk 11165621 / KK24-440 voortgezet zal worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.