ECLI:NL:RBAMS:2024:412

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 januari 2024
Publicatiedatum
29 januari 2024
Zaaknummer
C/13/716600 / HA ZA 22-332
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Collectieve actie tegen Vattenfall door Stichting Nuon-Claim met betrekking tot kW-vergoedingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 januari 2024 een tussenvonnis gewezen in een collectieve actie die is aangespannen door de Stichting Nuon-Claim tegen Vattenfall N.V. en haar dochterondernemingen. De Stichting heeft zich als exclusieve belangenbehartiger aangemeld voor een groep grootverbruikers van elektriciteit die in de periode van 30 maart 2002 tot en met 15 november 2016 een kW-vergoeding hebben betaald. De rechtbank heeft in het tussenvonnis geoordeeld dat de Stichting ontvankelijk is in haar vordering en heeft de groep personen voor wie de Stichting optreedt nauw omschreven. Tevens zijn de partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de voorschriften omtrent 'opt-in' en 'opt-out' zoals vastgelegd in de artikelen 1018f en 1018g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er een kennelijke verschrijving was in de omschrijving van de groep en heeft deze gecorrigeerd. De Stichting is opgedragen om de aankondiging van de collectieve actie te publiceren in dagblad De Telegraaf en op haar website, en om de deelnemers die zich al hebben aangemeld te informeren over de collectieve vordering. De termijn voor deelnemers om zich aan te melden voor de collectieve actie is vastgesteld op twee maanden na de publicatie van de aankondiging. Indien partijen geen schikking overeenkomen, zal de procedure worden voortgezet met een conclusie van antwoord van Vattenfall op 5 juni 2024.

De rechtbank heeft verder bepaald dat de Stichting de aankondiging, het tussenvonnis en het vonnis op haar website en in het Centraal register voor collectieve vorderingen moet plaatsen. De zaak is van groot belang voor de betrokken grootverbruikers, die mogelijk recht hebben op schadevergoeding voor de kW-vergoedingen die zij hebben betaald.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer en rolnummer: C/13/716600 / HA ZA 22-332
Vonnis van 17 januari 2024 (tevens herstelvonnis)
in de zaak van
de stichting
STICHTING NUON-CLAIM,
te Amsterdam,
eisende partij,
advocaat: mr. Q.L.C.M. Bongaerts te Amsterdam,
tegen
de naamloze vennootschappen
1.
VATTENFALL N.V.,
2.
VATTENFALL SALES NEDERLAND N.V.,
3.
VATTENFALL ENERGY TRADING NETHERLANDS N.V.,
te Amsterdam,
gedaagde partijen,
advocaat: mr. H.J. van der Baan te Amsterdam.
Partijen worden hierna de Stichting en Vattenfall genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 oktober 2023 (hierna: tussenvonnis II),
- de akte van de Stichting van 22 november 2023, met productie 74,
- de akte van Vattenfall van 22 november 2023, waarin zij tevens verzoekt om herstel van het tussenvonnis II.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis II is geoordeeld dat de Stichting ontvankelijk is in haar collectieve vordering en is zij als exclusieve belangenbehartiger aangewezen in de zin van artikel 1018e lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). Ook is de nauw omschreven groep personen voor wie de exclusieve belangenbehartiger in deze procedure opkomt beschreven. Verder zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over enkele vragen die verband houden met de voorschriften over ‘opt-out’ en ‘opt-in’ (artikel 1018f Rv) en met de termijnstelling voor het beproeven van een schikking (artikel 1018g Rv).
Herstel omschrijving nauw omschreven groep
2.2.
Vattenfall heeft in haar akte van 22 november 2023 gewezen op een kennelijke verschrijving in de omschrijving van de nauw omschreven groep in het tussenvonnis II en verzocht om herstel. De Stichting heeft daar eveneens op gewezen en voorgesteld in het vervolg de juiste omschrijving aan te houden. Het gaat om de zinsnede ‘met een elektriciteitsaansluiting
van 3 x 80 Ampère of meer’, zoals in r.o. 2.22 en 3.3 van het tussenvonnis is vermeld. Dat moet volgens partijen zijn: ‘met een elektriciteitsaansluiting
van meer dan 3 x 80 Ampère’.
2.3.
Gelet op het partijdebat is inderdaad sprake van een kennelijke verschrijving, die zich voor eenvoudig herstel leent. Nu partijen in feite beide verzocht hebben om verbetering, zal het verzoek worden toegewezen als vermeld in het dictum.
Wijze van publiceren
2.4.
Artikel 1018f Rv strekt ertoe dat de personen voor wie de Stichting als exclusieve belangenbehartiger is aangewezen in kennis worden gesteld van die aanwijzing en zich kunnen beraden op hun positie (‘opt-out’, lid 1, dan wel ‘opt-in’, lid 5). Aan de deelnemers die zich al hebben aangemeld bij de Stichting moet de aanwijzing als exclusieve belangenbehartiger, de collectieve vordering en de omschrijving van de nauw omschreven groep van personen zo spoedig mogelijk bij gewone brief of e-mail worden medegedeeld door uitsluitend de Stichting. Voor de overige belanghebbenden bestaat de mogelijkheid zich te onttrekken aan de collectieve actie of, als zij in het buitenland wonen, zich juist daarbij aan te sluiten. Daartoe moet een publicatie in één of meer nieuwsbladen worden gedaan. Partijen stemmen ermee in dat de Stichting deze aankondiging laat doen in dagblad De Telegraaf. Daarnaast zullen de aankondiging, het tussenvonnis II en dit vonnis moeten worden geplaatst op de website van de Stichting. De aankondiging en dit vonnis zullen ook in het Centraal register voor collectieve vorderingen van de rechtspraak worden gepubliceerd.
Tekst van de aankondiging
2.5.
In het tussenvonnis II heeft de rechtbank een concept-aankondiging geformuleerd, waarop beide partijen suggesties voor aanpassingen hebben gedaan. De rechtbank neemt die aanpassingen grotendeels over. Dit resulteert in de onderstaande tekst:
Aankondiging:
‘ Aankondiging in opdracht van de rechtbank Amsterdam’
Collectieve (schadevergoedings)actie tegen Vattenfall (voorheen Nuon)
Stichting Nuon-Claim is een collectieve actie gestart tegen Vattenfall N.V., Vattenfall Sales Nederland N.V. en Vattenfall Energy Trading Netherlands N.V., voorheen ook bekend als Nuon. De procedure loopt bij de rechtbank Amsterdam.
Omschrijving van de groep voor wie de collectieve actie geldt
De collectieve actie geldt voor klanten/afnemers van elektriciteit van Vattenfall (voorheen Nuon) met een elektriciteitsaansluiting van meer dan 3 × 80 Ampère (grootverbruikers). Het gaat om
grootverbruikersdie in de periode vanaf 30 maart 2002 en
doorlopend na 15 november 2016 óf uitsluitend na 15 november 2016bedragen afhankelijk van het gecontracteerd vermogen - een zogenoemde kW-vergoeding - in rekening gebracht hebben kregen en hebben betaald, en die niet in het kader van een schikking met Vattenfall hun rechten op een (nadere) vergoeding hebben prijsgegeven. Op facturen is de in rekening gebrachte kW-vergoeding vermeld als: “vergoeding voor gecontracteerd vermogen”, “vergoeding voor gecontr. vermogen” of “gecontracteerd transportvermogen”.
Wilt u over deze collectieve actie meer informatie, kijk dan op de website van de rechtspraak in het Centraal register voor collectieve vorderingen onder het kopje “Stichting Nuon-Claim tegen Vattenfall c.s. (31-3-2022)” (https://www.rechtspraak.nl/Registers/centraal-register-voor-collectieve-vorderingen). De volledige dagvaarding en de beslissingen van de rechtbank in deze zaak leest u daar. De beslissingen van de rechtbank zijn ook te vinden op https://uitspraken.rechtspraak.nl onder nummers ECLI:NL:RBAMS:2023:403 en ECLI:NL:RBAMS:2023:6683. Ook op de website van Stichting Nuon-Claim (https://www.nuon-claim.nl) kunt u meer informatie vinden.
Welke situatie is op u van toepassing?
Als u behoort tot de hierboven omschreven groep afnemers (d.w.z. u heeft als grootverbruiker (ook) na 15 november 2016 een zogenoemde kW-vergoeding betaald), dan zijn er 3 situaties mogelijk. Kijkt u hieronder welke situatie op u van toepassing is. Daarbij staat telkens of u iets moet doen of niet.
* Situatie 1
Als u woont/bent gevestigd in Nederland én u vindt het goed dat Stichting Nuon-Claim ook uw belangen behartigt, dan hoeft u niets te doen. Als de collectieve vordering van Stichting Nuon-Claim geheel of gedeeltelijk wordt toegewezen, kunt u daar rechten aan ontlenen. Maar als die vordering wordt afgewezen, bent u daaraan ook gebonden.
U hoeft op dit moment niet te betalen voor de behartiging van uw belangen, de proceskosten worden vooralsnog gedragen door een externe financier. Indien blijkt dat (ex-)afnemers van Vattenfall (voorheen Nuon) recht hebben op schadevergoeding, dan heeft Stichting Nuon-Claim recht op tussen de 8% en 12% van de schadevergoeding (met een minimum van driemaal de gemaakte kosten) plus vergoeding van de door haar gemaakte onkosten. Indien blijkt dat u recht heeft op een vergoeding, dan volgt nadere informatie over hoe u die vergoeding krijgt na afloop van de procedure. Dat kan nog een tijd duren. Het is daarom belangrijk dat u bewijs bewaart, zoals facturen, overeenkomsten en correspondentie met Nuon/Vattenfall.
* Situatie 2
Als u woont in Nederland maar u wilt
nietdat Stichting Nuon-Claim uw belangen in deze procedure behartigt (bijvoorbeeld omdat u hierover zelf een procedure wilt voeren), dan moet u aan de rechtbank laten weten dat u niet gebonden wilt zijn aan de uitkomst van de procedure (dat heet: ‘opt-out’). U bent dan niet aan de uitspraak in deze zaak gebonden, maar u kunt er ook geen rechten aan ontlenen.
Als u kiest voor ‘opt-out’, dan kunt u dat uiterlijk tot 24 maart 2024 doorgeven.
U kunt uw keuze voor opt-out doorgeven via de volgende website:
https://www.rechtspraak.nl/Registers/centraal-register-voor-collectieve-vorderingen.
Op deze webpagina staat in de map “Stichting Nuon-Claim tegen Vattenfall c.s. (31-3-2022)” een ‘opt-out’-link. Als u daarop klikt, kunt u via veilig mailen een e-mailbericht opstellen. Kopieert u in die mail de onderstaande tekst en vult u a.u.b. uw gegevens in. U moet met uw verklaring een factuur meesturen waaruit blijkt dat het bedrijf of de rechtspersoon die u vertegenwoordigt op of na 15 november 2016 een zogenoemde kW-vergoeding betaalde. Ook moet u vermelden of u met Vattenfall een schikking heeft getroffen waarin afstand is gedaan van een nadere schadevergoeding. Daarna kunt u de e-mail verzenden.
U kunt uw keuze voor ‘opt-out’ ook per post doorgeven. Stuurt u dan een brief aan de rechtbank Amsterdam, t.a.v. team handel (Postbus 84500, 1080 BN Amsterdam). Stuur met die brief ook een factuur mee waaruit blijkt dat het bedrijf of de rechtspersoon die u vertegenwoordigt op of na 15 november 2016 een zogenoemde kW-vergoeding betaalde.
In de brief of in de e-mail kunt u de volgende tekst gebruiken:
“Mijn naam is [..] en ik vertegenwoordig rechtsgeldig het bedrijf of de rechtspersoon [..] met adres [..]. Dit bedrijf heeft van Nuon/Vattenfall (ook) na 15 november 2016 een “kW-vergoeding” gefactureerd gekregen en betaald. Ik wil
nietdat stichting Nuon-Claim in de procedure met zaaknummer C/13/716600 / HA ZA 22-332 de belangen van mijn bedrijf/rechtspersoon behartigt. Het bedrijf/de rechtspersoon heeft wel/niet [
invullen wat van toepassing is] een schikking met Vattenfall getroffen waarin afstand is gedaan van nadere schadevergoeding.”
* Situatie 3
Als het bedrijf of de rechtspersoon die u vertegenwoordigt niet langer een vestiging of filiaal in Nederland heeft, dan heeft de collectieve actie niet automatisch betrekking op uw belangen. U kunt echter de rechtbank laat weten dat u wel wilt dat Stichting Nuon-Claim ook voor uw belangen optreedt (‘opt-in’).
Als uw bedrijf nu geen vestiging meer in Nederland heeft en u kiest voor ‘opt-in’, dan betekent dat het volgende. Als de vorderingen van Stichting Nuon-Claim geheel of gedeeltelijk worden toegewezen, kunt u daaraan rechten ontlenen, maar als deze worden afgewezen, bent u daaraan (ook) gebonden.
Als u kiest voor ‘opt-in’, dan kunt u dat uiterlijk tot 24 maart 2024 doorgeven. U kunt uw keuze voor ‘opt-in’ doorgeven via de volgende website:
https://www.rechtspraak.nl/Registers/centraal-register-voor-collectieve-vorderingen.
Op deze webpagina staat in de map “Stichting Nuon-Claim tegen Vattenfall c.s. (31-3-2022)” een ‘opt-in’-link. Als u daarop klikt, kunt u via veilig mailen een e-mailbericht opstellen. Kopieert u in die mail de onderstaande tekst en vult u a.u.b. uw gegevens in. U moet met uw verklaring een factuur meesturen waaruit blijkt dat het bedrijf of de rechtspersoon die u vertegenwoordigt op of na 15 november 2016 een zogenoemde kW-vergoeding betaalde. Ook moet u vermelden of u met Vattenfall een schikking heeft getroffen waarin afstand is gedaan van een nadere schadevergoeding. Daarna kunt u de e-mail verzenden.
U kunt uw keuze voor ‘opt-in’ ook per post doorgeven. Stuurt u dan een brief aan de rechtbank Amsterdam, t.a.v. team handel (Postbus 84500, 1080 BN Amsterdam). Stuur met die brief ook een factuur mee waaruit blijkt dat het bedrijf of de rechtspersoon die u vertegenwoordigt op of na 15 november 2016 een zogenoemde kW-vergoeding betaalde.
In die brief of in de e-mail kunt u de volgende tekst gebruiken:
“Mijn naam is [..] en ik vertegenwoordig rechtsgeldig het bedrijf of de rechtspersoon [..] met adres [..]. Dit bedrijf heeft van Nuon/Vattenfall (ook) na 15 november 2016 een “kW-vergoeding” gefactureerd gekregen en betaald. Het bedrijf heeft geen vestiging in Nederland, maar ik stem ermee in dat in de procedure van Stichting Nuon-Claim (zaaknummer C/13/716600 / HA ZA 22-332) ook haar belangen worden behartigd. Het bedrijf/de rechtspersoon heeft wel/niet [
invullen wat van toepassing is] een schikking met Vattenfall getroffen waarin afstand is gedaan van nadere schadevergoeding.”
[datum publicatie]
Ten aanzien van afnemers van elektriciteit van Vattenfall (voorheen Nuon) die
uitsluitend vóór 15 november 2016een zogenoemde kW-vergoeding in rekening gebracht hebben kregen en hebben betaald, loopt een aparte collectieve actie bij de rechtbank Amsterdam, onder zaaknummer C/13/739929 HA ZA 23-873. Deze groep hoeft zich op dit moment niet te melden om al of niet mee te kunnen doen. Dat komt op een later moment. Deze afnemers moeten de website van de Stichting Nuon-Claim (https://www.nuon-claim.nl) in de gaten houden.
Termijnen
2.6.
De termijn voor opt-in en opt-out als bedoeld in artikel 1018f Rv wordt vastgesteld op twee maanden na 24 januari 2024, de uiterste dag van publicatie van de aankondiging. De termijn voor het treffen van een schikking als bedoeld in artikel 1018g Rv zal worden vastgesteld op drie maanden, eveneens ingaande op 24 januari 2024, dus eindigend op 24 april 2024. Dit komt overeen met de wensen van partijen, met dien verstande dat de opt-in en opt-out termijn niet met twee weken wordt bekort, zoals de Stichting in tweede instantie heeft verzocht.
De rechtbank merkt nog op dat het Vattenfall niet is toegestaan om tijdens de opt-out periode over (het onderwerp van) deze procedure contact te hebben met personen die tot de nauw omschreven groep behoren.
Regie t.a.v. het eventuele verdere verloop van de procedure
2.7.
Indien partijen in de komende drie maanden geen schikking overeenkomen, zal de procedure voor de rechtbank worden voortgezet. Aan Vattenfall zal dan een termijn van zes weken worden gegund, gerekend vanaf het aflopen van de termijn ex artikel 1018g Rv, voor het nemen van een conclusie van antwoord, dus vooralsnog op de rol van 5 juni 2024. De zaak met nummer C/13/739929 HA ZA 23-873 zal dan van de parkeerrol worden gehaald en naar dezelfde roldatum worden verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord. De rechtbank ziet in hetgeen Vattenfall heeft aangevoerd geen aanleiding om een langere termijn voor het nemen van de conclusie van antwoord te bepalen.
2.8.
Daarna zal een mondelinge behandeling in beide zaken worden gehouden. Met het oog op het alvast kunnen reserveren van een datum voor die mondelinge behandeling worden partijen verzocht hun verhinderdata (voor beide zaken) door te geven voor de maanden juli, september, oktober en november 2024.
2.9.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat r.o. 2.22 en 3.3 van het op 25 oktober 2023 tussen partijen gewezen tussenvonnis, waar staat:

de afnemers van elektriciteit van Vattenfall (voorheen Nuon) met een elektriciteitsaansluiting van 3 × 80 Ampère of meer die in de periode vanaf 30 maart 2002 en doorlopend na 15 november 2016 óf uitsluitend in de periode na 15 november 2016 een kW-vergoeding in rekening gebracht hebben gekregen en hebben voldaan, en die per 30 maart 2022 niet in het kader van een schikking met Vattenfall hun rechten op een (nadere) vergoeding hebben prijsgegeven.”
wordt gewijzigd in:

de afnemers van elektriciteit van Vattenfall (voorheen Nuon) met een elektriciteitsaansluiting van meer dan 3 × 80 Ampère die in de periode vanaf 30 maart 2002 en doorlopend na 15 november 2016 óf uitsluitend in de periode na 15 november 2016 een kW-vergoeding in rekening gebracht hebben gekregen en hebben voldaan, en die per 30 maart 2022 niet in het kader van een schikking met Vattenfall hun rechten op een (nadere) vergoeding hebben prijsgegeven.”
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 17 januari 2024 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 25 oktober 2023,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 25 oktober 2023 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
3.4.
draagt de Stichting op de losse aankondiging (zie onder 2.5), tussenvonnis II en dit tussenvonnis op haar website en in het Centraal register voor collectieve vorderingen te plaatsen,
3.5.
draagt de Stichting op om uiterlijk op
24 januari 2024de aankondiging (volgens de onder 2.5 vastgestelde tekst) te laten plaatsen in dagblad De Telegraaf,
3.6.
draagt de Stichting op om zo spoedig mogelijk per gewone post en/of per e-mail aan de deelnemers die zich al bij haar hebben aangemeld, voor zover zij beschikt over hun (actuele) (e-mail)adresgegevens, mededeling te doen van de aanwijzing van de exclusieve belangenbehartiger, de collectieve vordering en de nauw omschreven groep personen wier belangen de Stichting in deze collectieve vordering behartigt,
3.7.
stelt een termijn van drie maanden, gerekend vanaf 24 januari 2024, voor het tussen partijen beproeven van een overeenkomst,
3.8.
verwijst de zaak – voor het geval partijen geen schikking overeenkomen – naar de rol van
5 juni 2024voor conclusie van antwoord van Vattenfall,
3.9.
verzoekt partijen verhinderdata door te geven voor de maanden juli, september, oktober en november 2024 op de rol van
7 februari 2024,
3.10.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. de Koning, mr. J.T. Kruis en mr. M. Wouters, rechters, en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2024.