Het Openbaar Ministerie was voornemens verzoeker te dagvaarden omdat er voldoende bewijs was, maar heeft uiteindelijk na meerdere gesprekken met de verdediging, besloten over te gaan tot een voorwaardelijk (beleids)sepot.
Tijdens deze gesprekken heeft de verdediging op geen enkele wijze te kennen gegeven de sepotbeslissing niet te zullen accepteren of naar de Nationale Ombudsman te stappen. Indien dit bekend was, zou het Openbaar Ministerie namelijk wel zijn overgegaan tot dagvaarding.
Daarnaast heeft de Nationale Ombudsman geoordeeld dat het oordeel van het Openbaar Ministerie om tot een voorwaardelijk (beleids)sepot met code 55 te komen, gevolgd kan worden, dan wel niet onredelijk voorkomt.
Ten aanzien van de op de concepttenlastelegging opgenomen aangiften blijkt uit het dossier dat verzoeker op meerdere onderdelen van de aangiften de fout is ingegaan door geen onderzoek te doen (bijvoorbeeld naar door de ziektekostenverzekeraar terug betaalde zorgkosten), dan wel aftrek te claimen tegen de regels in, zelf aftrekposten te bedenken en/of schattingen op te nemen in plaats van werkelijk gemaakte kosten. Verzoeker kent als professional de regelgeving en door dergelijke gedragingen is op zijn minst genomen sprake geweest van voorwaardelijk opzet op het onjuist invullen van deze aangiften. Van belang daarbij is dat – zoals de rechtbank in de zaak tegen [medeverdachte] heeft geoordeeld – van een onjuiste aangifte al sprake is, indien één aftrekpost onterecht of voor een te hoog bedrag is opgevoerd.
Op verzoeker als professional in de financiële dienstverlenging rust een onderzoeksplicht. Deze houdt, aldus voornoemd vonnis, in ieder geval in dat verzoeker niet zomaar op een enkele opmerking van een klant af mag gaan, zonder onderzoek te doen of in ieder geval door te vragen naar de feiten en omstandigheden die van belang zijn om te beoordelen of een bepaalde aftrekpost mag worden opgevoerd.
Nu verzoeker dat niet heeft gedaan en daarnaast bovendien diverse posten schattenderwijs heeft ingevoerd waar dat niet is toegestaan, is vergoeding niet billijk, ook niet voor de dagen, doorgebracht in verzekering.