Uitspraak
[appellant] ,
Procesgang
Beoordeling van het verzoek
- kosten rechtsbijstand strafzaak € 2.982,14
- kosten verzoekschrift
BESLISSING
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze beschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, uitgesproken op 18 september 2023, wordt de toekenning van een vergoeding voor kosten van rechtsbijstand aan appellant behandeld. Appellant had verzocht om een vergoeding uit 's Rijks kas van € 2.982,14 voor gemaakte kosten in een strafzaak, die eindigde in een onherroepelijke vrijspraak. De rechtbank Overijssel had dit verzoek eerder afgewezen, waarna appellant hoger beroep instelde. Het hof overweegt de toepassing van de maatstaf van billijkheid zoals vastgelegd in artikel 534 van het Wetboek van Strafvordering en de onschuldpresumptie uit artikel 6 lid 2 van het EVRM. Het hof stelt vast dat de strafzaak van appellant is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, en dat de officier van justitie de strafbeschikking had ingetrokken. Het hof concludeert dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor het toekennen van de gevraagde vergoeding, mede gezien de aard en complexiteit van de zaak. De totale vergoeding van € 4.002,14 wordt toegekend, bestaande uit de kosten van rechtsbijstand en een forfaitaire vergoeding voor het opstellen van het verzoekschrift. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en kent de vergoeding toe ten laste van de Staat.