ECLI:NL:RBAMS:2024:346

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
23/2993
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening AOW-pensioen naar gehuwdennorm en gezamenlijke huishouding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de herziening van zijn AOW-pensioen door de Sociale Verzekeringsbank (Svb). De Svb heeft het AOW-pensioen van eiser, die in Spanje woont, herzien naar de gehuwdennorm op basis van een geregistreerd partnerschap dat hij in Spanje is aangegaan. Eiser ontving aanvankelijk een AOW-pensioen naar de norm voor alleenstaanden, maar na melding van zijn geregistreerd partnerschap heeft de Svb het pensioen per 1 maart 2023 aangepast. Eiser betwist deze herziening en stelt dat hij recht heeft op de alleenstaandennorm, omdat zijn partner geen recht heeft op een uitkering en hij haar en haar dochter moet onderhouden. De rechtbank oordeelt dat het geregistreerd partnerschap in Nederland gelijkgesteld wordt met een huwelijk en dat de Svb terecht het AOW-pensioen heeft herzien. De rechtbank wijst erop dat er geen dringende redenen zijn om van de herziening af te wijken, en dat de financiële situatie van eiser niet zodanig is dat deze onaanvaardbaar is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 23/2993

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 januari 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit Fuengirola (Spanje), eiser

(gemachtigde: mr. D.W.M. de Haan),
en

de raad van bestuur van de sociale verzekeringsbank, verweerder (de Svb)

(gemachtigde: mr. N. Zuidersma-Hovers en ter zitting mr. J.G. Starreveld).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de herziening van zijn pensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW).
1.1.
De Svb heeft het AOW-pensioen met het besluit van 9 november 2022 vanaf
1 december 2022 herzien naar de gehuwdennorm.
1.2.
Met het bestreden besluit van 3 mei 2023 heeft de Svb het bezwaar van eiser gegrond verklaard en het AOW-pensioen herzien vanaf 1 maart 2023.
1.3.
De Svb heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 21 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de Svb telefonisch deelgenomen.
1.5.
De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting geschorst om de Svb twee weken de gelegenheid te geven op de vraag te reageren die eiser ter zitting heeft gesteld. Daarna heeft eiser twee weken de tijd gekregen om te reageren op wat de Svb naar voren heeft gebracht. Omdat beide partijen daarna niet om een nadere zitting gevraagd hebben, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten op 8 januari 2024.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de Svb eisers AOW-pensioen terecht vanaf
1 maart 2023 heeft herzien naar de norm voor een gehuwde. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wat aan deze procedure voorafging
4. Eiser ontving een AOW-pensioen naar de norm voor een alleenstaande. Vanaf
25 maart 2021 woont eiser in Spanje samen met mevrouw [naam] en haar dochter. Zij zijn vanuit Venezuela bij eiser komen wonen.
5. In een brief van 25 maart 2021 geeft eiser aan dat hij samen met [naam] woont. Bij zijn brief van 9 maart 2023 overlegt eiser – na vragen van de Svb over het geregistreerd partnerschap – een verklaring uit Spanje waaruit blijkt dat hij met [naam] een geregistreerd partnerschap is aangegaan op 30 november 2020.
6. De Svb heeft met het besluit van 9 november 2022 de AOW-uitkering van eiser per 1 december 2022 herzien naar de gehuwdennorm vanwege het geregistreerd partnerschap met [naam] . De reden dat eisers AOW-pensioen aangepast wordt, is dat hij zijn geregistreerd partnerschap op 25 maart 2021 weliswaar had gemeld aan de Svb, maar dat toen ten onrechte door de Svb niet is beschouwd als – voor de toepassing van de AOW – gelijkwaardig aan een huwelijk. Hoewel het AOW-pensioen al langer aangepast had moeten worden, is dit per 1 december 2022 gedaan omdat de fout bij de Svb ligt. De aanpassing van de AOW naar een gehuwdennorm heeft als gevolg dat eiser minder AOW-uitkering ontvangt. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
7. Met het bestreden besluit heeft de Svb het bezwaar gegrond verklaard. Eiser ontvangt over de maanden december 2022 tot en met februari 2023 nog AOW-pensioen op grond van de alleenstaandennorm. Het geregistreerd partnerschap wordt geacht pas op
17 februari 2023 te zijn aangegaan, waardoor eiser vanaf 1 maart 2023 voor de AOW als gehuwd wordt aangemerkt.
Standpunt van eiser
8. Eiser is van mening dat hij het AOW-pensioen naar de norm voor alleenstaanden dient te ontvangen, ook al is hij een geregistreerd partnerschap aangegaan met [naam] . Zij heeft in Spanje namelijk geen recht op een uitkering. Hij moet zowel haar als haar dochter onderhouden. Zijn financiële situatie is aanzienlijk verslechterd als gevolg van de herziening van zijn AOW-pensioen. Ook voert eiser aan dat het Spaanse pensioenstelsel niet gelijk is aan dat van Nederland. In Spanje ontduikt een groot deel van de werkenden de belastingen en sociale verzekeringspremies, aldus eiser. Daarom is eiser van mening dat hij ten onrechte gekort wordt op zijn AOW, terwijl hij wel zijn premies altijd betaald heeft.
Juridisch kader
9. Een geregistreerd partnerschap wordt in Nederland gelijkgesteld met het huwelijk en is rechtsgeldig, ook als het in Spanje is aangegaan, op grond van het Burgerlijk Wetboek (BW). [1] De hoogte van een AOW-pensioen hangt onder meer af van iemands leefsituatie. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een ouderdomspensioen voor de ongehuwde pensioengerechtigde en een ouderdomspensioen voor de gehuwde pensioengerechtigde. Iemand die gehuwd of geregistreerd partner is, ontvangt in beginsel een AOW-pensioen naar de norm voor een gehuwde. Daarnaast wordt als ongehuwde mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij is gehuwd. [2] Een AOW-pensioen kan door de Svb worden ingetrokken of herzien, wanneer degene aan wie het is toegekend, ingevolge het bij of krachtens de AOW bepaalde daarvoor niet of niet meer in aanmerking komt. Dit geldt ook wanneer de betrokkene voor een hoger of lager ouderdomspensioen in aanmerking komt. In aanvulling hierop geldt dat van herziening geheel of gedeeltelijk kan worden afgezien door de Svb indien daarvoor dringende redenen bestaan. [3]
10. De rechtbank merkt op dat volgens vaste rechtspraak kan worden aangenomen dat na het sluiten van een huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap de betrokkenen de intentie hebben een echtelijke samenleving - al dan niet op termijn - aan te gaan. Het is alleen niet uit te sluiten dat onder omstandigheden vanaf de huwelijksdatum of de datum van het aangaan van een geregistreerd partnerschap, van duurzaam gescheiden leven kan worden gesproken, zolang dat ondubbelzinnig uit de feiten en omstandigheden blijkt. [4]
11. Artikel 17 van de AOW bepaalt dat het ouderdomspensioen door de Svb wordt ingetrokken of herzien, wanneer degene aan wie het is toegekend ingevolge het bij of krachtens deze wet bepaalde daarvoor niet of niet meer in aanmerking komt, onderscheidenlijk voor een hoger of lager ouderdomspensioen in aanmerking komt. In aanvulling op het hiervoor genoemde is in artikel 17a, tweede lid, bepaald dat van herziening geheel of gedeeltelijk kan worden afgezien door de Svb indien daarvoor dringende redenen bestaan.
Het oordeel van de rechtbank
12. Niet in geschil in deze zaak is dat het Nederlandse en Spaanse pensioenstelsel verschillende stelsels zijn. De rechtbank is van oordeel dat deze beroepsgrond van eiser niet slaagt vanwege twee redenen. De rechtbank kan ten eerste de redenering van de Svb volgen dat een in Spanje aangegaan geregistreerd partnerschap rechtsgeldig is in Nederland volgens het BW. Ten tweede heeft eiser niet aangevoerd welke verschillen tussen beide pensioenstelsels in deze specifieke situatie maken dat eisers AOW-pensioen onterecht is herzien.
AOW-pensioen naar gehuwdennorm
13. De rechtbank merkt op dat een besluit tot herziening van een uitkering een voor de betrokkene belastend besluit is, waarbij het bestuursorgaan aan zet is om de nodige kennis over de relevante feiten te vergaren. Dat betekent in deze zaak dat de last om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor herziening van het ouderdomspensioen is voldaan, in beginsel op de Svb rust. [5]
14. Niet in geschil is dat er sprake is van een geregistreerd partnerschap dat met een huwelijk gelijk wordt gesteld. De Svb heeft nagelaten het AOW-pensioen van eiser aan te passen naar de gehuwdennorm nadat hij melding had gemaakt van zijn geregistreerde partnerschap. De Svb geeft toe dat het herzieningsbesluit van het AOW-pensioen veel later is genomen dan de bedoeling was. De ingangsdatum is daarom ook op een latere datum gezet. Dat neemt niet weg dat de Svb het besluit tot aanpassing van de norm voor eiser moest en kon nemen.
15. De rechtbank merkt op dat ter zitting door eiser is gevraagd of er in zijn specifieke situatie uit coulance toch de alleenstaandennorm van AOW-pensioen zou kunnen worden toegepast door de Svb. Eiser heeft namelijk een partner die vluchteling is en geen inkomsten kan genereren.
16. De Svb stelt zich op het standpunt dat het feit dat de partner van eiser een vluchteling is en geen inkomen heeft, geen omstandigheid vormt die maakt dat er een buitenwettelijk AOW-pensioen naar alleenstaandennorm kan worden uitgekeerd. Eiser verweert zich met het argument dat er door de Svb – en door de wetgever – geen rekening is gehouden met zijn specifieke situatie.
17. De rechtbank overweegt dat in Nederland woonachtigen een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) kunnen aanvragen onder voorwaarden. [6] Nu eiser in Spanje woont, kan hij ook geen aanspraak maken op AIO.
18. De rechtbank is van oordeel dat de Svb zich terecht op het standpunt stelt dat eisers specifieke woonsituatie en het feit dat hij met een erkende vluchteling is gehuwd in Spanje, geen omstandigheid vormt voor de uitkering van een buitenwettelijk
AOW-pensioen voor een alleenstaande. De wet biedt die ruimte immers niet. Omdat Spanje eisers echtgenote de status van vluchteling heeft gegeven, is Spanje ook verantwoordelijk voor een inkomensvoorziening voor haar dan wel dient zij betaald werk te gaan doen. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Dringende redenen
19. De rechtbank vat het beroep van eiser dat hij in een benarde financiële situatie terechtkomt door het herzieningsbesluit van de Svb aldus op dat hij een beroep doet op dringende redenen op grond waarvan de herziening van het AOW-pensioen niet plaats mocht vinden. [7]
20. De rechtbank overweegt dat volgens vaste rechtspraak van de Raad geldt dat het bij een beroep op dringende redenen moet gaan om incidentele uitzonderingen, waarin iets bijzonders en uitzonderlijks aan de hand is en waarin een individuele afweging plaatsvindt. Dringende redenen kunnen hierdoor alleen gelegen zijn in de onaanvaardbaarheid van de gevolgen die een herzieningsbesluit voor de betrokkene heeft. [8]
21. De rechtbank is van oordeel dat er in deze zaak geen dringende redenen zijn op grond waarvan de Svb de herziening geheel of gedeeltelijk zou moeten verminderen. Ten eerste niet omdat de Svb uit coulance in het bestreden besluit heeft bepaald dat eisers
AOW-pensioen wordt herzien per 1 maart 2023 in plaats van per 1 december 2022. Uit de stukken volgt verder dat eiser al veel langer samenwoont met [naam] , namelijk sinds
25 maart 2021, maar de Svb toch eisers AOW-pensioen pas per 17 februari 2023 heeft verlaagd. Verder voert eiser niets concreets aan waaruit blijkt dat zijn financiële situatie zodanig is verslechterd, dat hij nu niet rond kan komen of dat er geen andere mogelijkheden zijn om het inkomen van hem en zijn partner aan te vullen. Deze beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

22. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Loman, rechter, in aanwezigheid van
mr. J.N. Stam, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 januari 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 1:80a, eerste lid in combinatie met artikel 10:61, eerste lid van het BW.
2.Artikel 1, derde lid, aanhef en onder b, in combinatie met artikel 9 van de AOW.
3.Artikel 17 in combinatie met artikel 17a, tweede lid, van de AOW.
4.Zie in dit kader de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (Raad) van 11 juli 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:1552.
5.Zie in dit kader de uitspraak van de Raad van 28 juni 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:2435.
6.Op grond van het opschrift en artikel 19 van de Participatiewet.
7.Artikel 24 van de AOW.
8.Zie in dit kader de uitspraak van de Raad van 17 augustus 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1613.