ECLI:NL:RBAMS:2024:3329

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 juni 2024
Publicatiedatum
7 juni 2024
Zaaknummer
750971 / FA RK 24-3301
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 4 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een betrokkene, geboren in 1977 in Korea. De rechtbank heeft deze beschikking verleend naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie, dat op 17 mei 2024 ter griffie is ingekomen. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 juni 2024, waarbij de betrokkene niet aanwezig was. De advocaat van de betrokkene verzocht om aanhouding van de zaak, omdat de betrokkene niet ter zitting was verschenen en hij geen contact met haar had kunnen krijgen. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat de betrokkene op verschillende manieren was opgeroepen en de behandelaren hadden verklaard dat zij op de hoogte was van de zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een schizo-affectieve stoornis en een persoonlijkheidsstoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht heeft en ambivalent staat tegenover medicatiegebruik. De rechtbank achtte verplichte zorg noodzakelijk en verleende de zorgmachtiging voor een periode van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter P.B. Martens en is op 7 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM.
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/750971 / FA RK 24-3301
kenmerk: ZM / IND / 135445
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 4 juni 2024van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] (Korea),
wonende te [adres]
hierna te noemen: betrokkene,
zorgaanbieder: GGZ inGeest,
advocaat: mr. C.J. Nierop.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 17 mei 2024.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 juni 2024 in het gebouw van de rechtbank. De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
- bovengenoemde advocaat;
- E. Hoeksema en A. Voerman, behandelaren.
Omdat de officier van justitie een nadere motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet op de mondelinge behandeling verschenen.

2.Beoordeling

Ten aanzien van het horen

2.1.
De advocaat heeft - onder verwijzing naar jurisprudentie van de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2022:485 en ECLI:NL:HR:2022:895) - verzocht om de zaak aan te houden omdat betrokkene niet ter zitting is verschenen en hij geen contact met haar heeft kunnen krijgen. De rechtbank heeft dat verzoek afgewezen. Betrokkene is zowel per normale als aangetekende brief opgeroepen voor de zitting. De behandelaren hebben ter zitting verklaard betrokkene zowel persoonlijk als via haar ex-partner, bij wie zij momenteel woont, op de hoogte te hebben gesteld van de zitting. Daarnaast is betrokkene in de ochtend voorafgaand aan de zitting op de behandellocatie gezien door de behandelaren. Betrokkene heeft toen aan hen aangegeven niet te zullen verschijnen omdat zij het eens is met de aanvraag. Betrokkene gaf aan dat zij eventueel ingebeld kon worden. Ter zitting is telefonisch contact gezocht met betrokkene, zowel via het rechtbanktoestel als de telefoon van de behandelaren waarvan het nummer bij haar bekend is, maar zij heeft beide keren niet opgenomen. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de juistheid van de door de behandelaren geschetste gang van zaken en kan met voldoende zekerheid kan vaststellen dat betrokkene niet bereid is zich te doen horen. De rechtbank ziet in de door de advocaat aangehaalde jurisprudentie geen aanleiding om in dit geval anders te oordelen.
Inhoudelijk
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizo-affectieve stoornis. Daarnaast is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis.
2.3.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- de bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een
ander raakt;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft onvoldoende ziekte-inzicht om te allen tijde in te zien wat zij nodig heeft aan behandeling. Daarnaast staat betrokkene ambivalent tegenover medicatiegebruik en heeft zij volgens de behandelaren recent nog aangegeven te willen stoppen met haar depotmedicatie. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling omdat betrokkene in het verleden door het staken van medicatie in korte tijd ernstig ontregeld is geraakt. Ook is betrokkene haar woning kwijtgeraakt en verblijft zij momenteel noodgedwongen bij haar ex-partner. Dit is geen ideale situatie. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank verplichte zorg noodzakelijk. De rechtbank ziet geen aanleiding om de zorgmachtiging in duur te beperken zoals door de advocaat is verzocht. Volgens de behandelaren zal de zorg worden overgedragen naar een FACT-team in Zaandam waar betrokkene intensiever behandeld en begeleid gaat worden. Ook is het huisvestingsprobleem van betrokkene niet binnen afzienbare tijd opgelost.
2.6.
Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk:
  • toedienen van medicatie voor de duur van twaalf maanden;
  • verrichten van medische controles voor de duur van twaalf maanden;
  • beperken van de bewegingsvrijheid telkens voor de duur van maximaal drie maanden;
  • insluiten telkens voor de duur van maximaal één week;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene telkens voor de duur van maximaal drie maanden;
  • onderzoek aan kleding of lichaam voor de duur van maximaal drie maanden;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten voor de duur van twaalf maanden, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen. Deze vorm van verplichte zorg ziet op het nakomen van de afspraken tussen de ambulante behandelaren en betrokkene, zoals omschreven in het zorgplan;
  • opnemen in een accommodatie telkens voor de duur van maximaal drie maanden.
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van
twaalf maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] (Korea), inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.6 genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 4 juni 2025.
Deze beschikking is op 4 juni 2024 mondeling gegeven door mr. P.B. Martens, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door M. Amarki als griffier en op 7 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.