ECLI:NL:RBAMS:2024:2915
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening exploitatievergunning hotel na ernstige bezwaren
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 23 mei 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster, eigenaar van twee hotels, had een aanvraag ingediend voor een exploitatievergunning voor hotel [hotel 1]. Deze aanvraag was eerder door de burgemeester van Amsterdam afgewezen op basis van een advies van het Landelijk Bureau Bibob (LBB), waarin werd gesteld dat er ernstig gevaar bestond dat de vergunning zou worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten. De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester terecht heeft geweigerd de vergunning te verlenen, gezien de eerdere incidenten rondom hotel [hotel 1] en de betrokkenheid van de zoon van verzoekster, [naam 1], bij strafbare feiten. De voorzieningenrechter benadrukt dat de belangenafweging tussen de financiële belangen van verzoekster en de openbare orde en veiligheid in het voordeel van de burgemeester uitvalt. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen aanleiding is om de exploitatie van het hotel zonder vergunning toe te staan, en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.