Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court of Legnica - III Criminal Department,Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Regional Court of Lublin(Polen) van 22 mei 2018, referentie: II Kp 324/18.
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond artikel 11 OLW
remand prisonsin Polen en hierover ook geen nadere vragen meer kunnen worden gesteld omdat de beslistermijn is verstreken.
remand prisonsin Polen in deze zaak niet relevant zijn. De overlevering voor het gelijktijdig behandelde EAB voor de tenuitvoerlegging van een opgelegde vrijheidsstraf (EAB 2; 13/189570-23) kan namelijk worden toegestaan en de opgeëiste persoon zal om die reden na overlevering niet in een regime voor voorlopig gedetineerden gedetineerd worden. Subsidiair heeft de officier van justitie geconcludeerd dat aan de uitvaardigende justitiële autoriteit aanvullende vragen moeten worden gesteld over de detentieomstandigheden in de
remand prisons,alsmede over de vraag of na de feitelijke overlevering voorrang wordt verleend aan de vervolging van de opgeëiste persoon voor de in dit EAB omschreven feiten of aan de tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf zoals vermeld in EAB 2.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court of Legnica - III Criminal Department(Polen).