In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 9 april 2024, in de zaak tussen eiser en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, wordt het beroep van eiser tegen de besluiten van verweerder beoordeeld. Eiser had proceskostenvergoedingen ontvangen, maar verweerder heeft deze verrekend met een terugvordering van een voorschot voor een WIA-uitkering. De rechtbank oordeelt dat deze verrekening wettelijk is toegestaan en niet in strijd is met het recht. Eiser had ook verzocht om kwijtschelding van de terugvordering, maar dit verzoek werd afgewezen door verweerder. De rechtbank concludeert dat de beleidsregel voor terug- en invordering niet in strijd is met de wet en dat de toepassing ervan in dit geval niet onevenredig is. Eiser's beroep op het vertrouwensbeginsel wordt afgewezen, omdat er geen concrete toezeggingen zijn gedaan door verweerder. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.