4.4.2Toetsingskader toegepast op de zaak
4.4.2.1
Feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de in bijlagen II en III opgenomen bewijsmiddelen.
4.4.2.2
Bewijsmotivering
Inkoop en opslag van vuurwerk
Uit de CMR-vrachtbrieven en facturen van Triplex blijkt dat professioneel vuurwerk van de Poolse onderneming Triplex bij het bunkercomplex Muni Berka in Duitsland werd bezorgd en dat Starlight Firerocks, Fire-Line Fireworks, Fireworks Crazy Limited of [naam 2] op die stukken als geadresseerde (ontvanger) stond vermeld. Uit het dossier blijkt ook dat bij de ingang van Muni Berka de personalia van bezoekers aan de hand van een identiteitsbewijs en het kenteken van het voertuig waarmee zij aankomen wordt genoteerd. Verder wordt ook genoteerd voor welk bedrijf en huurder van een bunker bij Muni Berka de bezoekers komen. Dat de bezoekersregistratie van Muni Berka correct is, volgt uit de verklaring van beheerder [naam beheerder] . Hij heeft verklaard dat iedereen zich moest legitimeren als ze Muni Berka wilden betreden en dat bezoekers vanaf 2017 alleen met een geregistreerde werknemer van de huurder van een bunker het terrein mochten betreden.
Eén van de bedrijven die bunkers huurde bij Muni Berka betreft Euregio Feuerwerk (hierna: Euregio). [naam eigenaresse] (eigenaresse van Euregio), [medeverdachte 3] (partner van [naam eigenaresse] ) en [naam broer] (broer van [medeverdachte 3] ) waren voor het personeel van Muni Berka de contactpersonen van Euregio.
Uit de bezoekersregistratie van Muni Berka blijkt dat de vrachtwagens met vuurwerk van Triplex zich lieten registreren als bezoeker van Euregio, niet als bezoeker van één van de vier bedrijven – Starlight Firerocks, Fire-Line Fireworks, Fireworks Crazy Limited of [naam 2] – die als geadresseerde op de CMR-vrachtbrieven stonden vermeld. Uit de CMR-vrachtbrieven blijkt ook dat er daarbij professioneel vuurwerk werd geleverd. Dit terwijl [naam eigenaresse] heeft verklaard dat Euregio geen professioneel vuurwerk bij Triplex heeft besteld. Verder volgt uit de bezoekersregistratie dat op het moment dat de vrachtwagens met vuurwerk bij Muni Berka aankwamen, meerdere betrokken verdachten – [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 3] , [naam broer] en/of [naam overledene] – aanwezig waren op het terrein. Door meerdere vrachtwagenchauffeurs is verklaard dat de vrachtwagen werd uitgeladen door de personen die de vrachtwagen eerder bij de ingang opwachtten en dat één van die personen ook de transportdocumenten voor ontvangst van de lading tekende/ stempelde. De vier bedrijven die als geadresseerden op de CMR-vrachtbrieven stonden vermeld, kwamen niet voor in het bezoekersregister van Muni Berka. Uit verklaringen van de vertegenwoordigers van de bedrijven Fireworks Crazy Limited en [naam 2] blijkt ook dat zij niets afwisten van vuurwerkleveringen bij Muni Berka. Tot slot blijkt uit de verklaring van [naam broer] dat het vuurwerk van Triplex dat in de bunker van Muni Berka werd opgeslagen later weer weg was uit de bunker.
Uit de stukken blijkt dat het professionele vuurwerk uit de bunker in Muni Berka in ieder geval via twee modus operandi (MO) door de verdachten – [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 3] , [naam broer] en/of [naam overledene] – aan Nederlandse particulieren werd verkocht en Nederland werd binnen gebracht, zoals hierna wordt beschreven.
MO 1 – Levering vuurwerk buiten Muni Berka
Met de eerste modus operandi werd voor de levering van het vuurwerk door verdachten afgesproken met klanten, Nederlandse particulieren, (bij winkelcentra) in het nabijgelegen Bad Bentheim. Dit volgt uit de verklaring van getuige [naam getuige 1] , die meermalen als bezoeker van Euregio bij Muni Berka werd geregistreerd, samen met [naam overledene] . Hij heeft het volgende verklaard: ‘
heeft mij wel een keer de methode verteld hoe het met de bestellingen in zijn werk ging: Degenen die vuurwerk wilde hebben moesten naar een winkelcentrum in Duitsland rijden. Hier werden de auto's overgenomen door personen die naar de bunker reden. De bestelling werd hier ingeladen en daarna werden de auto's weer terug naar het winkelcentrum gereden’. Uit de bezoekersregistratie van Muni Berka blijkt ook dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [verdachte] en/of [naam overledene] het bunkercomplex regelmatig meerdere keren per dag bezochten met ‘vreemde’ voertuigen; voertuigen met Nederlandse kentekens die op naam stonden van auto(verhuur)bedrijven of (onbekende) particulieren. Als de bezoekersregistratie wordt gelegd langs de gegevens van het peilbaken op de Mercedes Sprinter ( [kenteken] ) van [medeverdachte 1] , blijkt dat deze bezoeken werden voorafgegaan en gevolgd door ritjes naar (winkelcentra in) Bad Bentheim. Dat professioneel vuurwerk op deze manier aan (Nederlandse) particulieren is verkocht, wordt duidelijk als de gegevens uit de bezoekersregistratie worden gelegd naast de bevindingen uit onderzoek 13Matje. Uit dat onderzoek blijkt dat [naam 3] en [naam 4] op 6 oktober 2017 in de vroege ochtend naar Duitsland zijn gereden met een Volkswagen Crafter ( [kenteken] ) om daar vuurwerk te kopen. Rond 6:30 uur reden zij Duitsland binnen. Uit de bezoekersregistratie volgt dat [verdachte] om 07.15 uur met de Volkswagen Crafter ( [kenteken] ) bij Muni Berka werd geregistreerd. [medeverdachte 1] werd op dat moment ook met zijn Audi A6 bij Muni Berka geregistreerd. Rond 10.15 uur reed de Volkswagen Crafter ( [kenteken] ) richting Amsterdam. Vervolgens werd gezien dat drie personen op een parkeerplaats in Beverwijk grote dozen vanuit de Volkswagen Crafter ( [kenteken] ) in een Volkswagen Caddy ( [kenteken] ) laadden. Korte tijd later werden [naam 4] en [naam 3] aangehouden en zijn in beide voertuigen in totaal 22 flowerbeds aangetroffen, afkomstig van Triplex. Het vuurwerk is onderzocht door een materiedeskundige en gekwalificeerd als professioneel vuurwerk.
MO 2 – Levering vuurwerk in Muni Berka
Volgens de tweede modus operandi kwamen de klanten, Nederlandse particulieren, zelf het vuurwerk ophalen bij Muni Berka. Twee getuigen hebben over deze werkwijze verklaard. [naam getuige 2] heeft verklaard dat hij zag dat personen pakketten met vuurwerk op kwamen halen bij de bunker in Muni Berka en dat ‘ [naam 1] ’ de pakketten stond uit te delen en geld in ontvangst nam. [naam broer] heeft – op de vraag of hij weleens had gezien hoe en door wie het vuurwerk werd weggehaald – verklaard dat busjes het terrein van Muni Berka opkwamen. Dat vuurwerk werd geleverd aan klanten op het bunkercomplex, wordt ondersteund door de gegevens uit de bezoekersregistratie van Muni Berka, waaruit blijkt dat de bezoeken van de betrokken verdachten vaak samenvielen met de bezoeken van derden, zoals [naam 5] en [naam 6] , die net als de verdachten werden geregistreerd als bezoeker van Euregio. Zo zijn op 30 november 2016 [medeverdachte 1] en [naam overledene] gelijktijdig met [naam 5] en [naam 7] als bezoeker van Euregio geregistreerd en op 19 en 22 december 2016 is [medeverdachte 1] gelijktijdig met [naam 6] als bezoeker van Euregio geregistreerd. Dat ook daadwerkelijk vuurwerk op deze wijze aan (Nederlandse) particulieren is verkocht blijkt een registratie in het BVH (het incidentregistratiesysteem van de politie) van 6 december 2016. Dit betrof een melding van een verdachte situatie in Hoogeveen. Verbalisanten troffen daar twee mannen aan die bezig waren met het overladen van grote dozen met vuurwerk vanuit een Mercedes ( [kenteken] ) in een andere Mercedes ( [kenteken] ). Eerder die dag, werden [naam 5] en [naam 7] met de genoemde Mercedessen geregistreerd bij Muni Berka, enkele minuten nadat [medeverdachte 1] arriveerde.
Aangetroffen informatie / verklaringen over de verdachten
In de woning van [medeverdachte 1] zijn documenten van Triplex en een USB-stick met verkooplijsten van vuurwerk aangetroffen. In de auto van [medeverdachte 1] is ook een briefje met contactinformatie van de vertegenwoordiger van het transportbedrijf Adecon aangetroffen. Uit de verklaringen van [naam beheerder] en [naam broer] blijkt dat [medeverdachte 1] van [medeverdachte 3] toestemming had om de sleutel van de bunker van Euregio op te halen en tot eind 2016 zelfstandig de bunker mocht betreden. Uit de verklaring van [naam getuige 2] volgt dat [medeverdachte 1] (en [naam overledene] ) personen regelde(n) voor het lossen van vuurwerk. Verder zijn in de telefoon van [medeverdachte 1] meerdere WhatsAppgesprekken tussen hem en [medeverdachte 2] aangetroffen waarin [medeverdachte 1] vraagt of [medeverdachte 2] aangeeft dat hij de volgende dag om 06.00 of 07.00 uur meerijdt. Tot slot zijn telefoongesprekken van [verdachte] afgeluisterd, waaruit blijkt dat hij aan een derde vraagt of diegene een shell wil hebben, een derde vraagt of [verdachte] een vuurwerkbom kan meenemen en [verdachte] tegenover zijn moeder benadrukt dat hij een bus met “legaal” vuurwerk voor [naam overledene] aan het ophalen is.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is dat het in deze zaak om professioneel vuurwerk gaat. De rechtbank buigt zich ook ambtshalve over deze vraag en overweegt hierover het volgende.
In artikel 1.1.1 eerste lid van het Vuurwerkbesluit is de definitie van professioneel vuurwerk gegeven: Professioneel vuurwerk is vuurwerk dat is ingedeeld in categorie F4, alsmede vuurwerk dat is ingedeeld in categorie F2 of F3 en dat niet bij of krachtens dit vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
Hoewel het vuurwerk in deze zaak niet door een deskundige is onderzocht – alleen het vuurwerk in onderzoek 13Matje – vindt de rechtbank dat het dossier voldoende bewijs bevat voor het oordeel dat (in ieder geval een deel van) het vuurwerk wat door Triplex bij Muni Berka is geleverd, professioneel vuurwerk betrof. Zij overweegt daartoe als volgt.
Op 20 november 2018 is in de woning van [medeverdachte 1] een USB-stick in beslag genomen waarop lijsten zijn aangetroffen met vuurwerkartikelen. Door een materiedeskundige is onderzoek gedaan naar de genoemde vuurwerkartikelen en geconstateerd dat een groot deel – waaronder bangers (cobra 6 en cobra 8), shells (mortierbommen), romeinse kaarsen en flowerbeds (batterij enkelschotsbuizen) – voorkomt op Lijst III van de Richtlijn voor Strafvordering Vuurwerkdelicten. Dit betreft vuurwerk dat is ingedeeld in categorie F4 en aangemerkt wordt als professioneel vuurwerk. Vervolgens is nader onderzoek gedaan naar de facturen van de vuurwerktransporten die door Triplex zijn aangeleverd. Uit dat onderzoek blijkt dat een deel van de in de facturen vermelde vuurwerkartikelen overeenkomt met het professionele vuurwerk wat op de USB-stick stond. Op grond hiervan stelt de rechtbank vast dat (een deel van) het bij Muni Berka geleverde vuurwerk professioneel vuurwerk betrof. Dit wordt verder ondersteund door de verklaringen van [naam getuige 1] en [naam broer] . [naam getuige 1] heeft verklaard dat het vuurwerk wat in de bunker in Muni Berka werd opgeslagen uit Polen kwam en illegaal was. Ook [naam broer] heeft verklaard dat hij zag dat dozen met professioneel vuurwerk in de bunker werden opgeslagen.
De officier van justitie heeft in het requisitoir 14 vuurwerktransporten benoemd. De rechtbank gaat met de officier van justitie uit van die 14 vuurwerktransporten en het gewicht aan professioneel vuurwerk wat met die transporten is vervoerd, zoals benoemd in bijlage II van dit vonnis. Daarbij merkt de rechtbank op dat het dossier aanleiding geeft aan te nemen dat er meer transporten zijn geweest, maar de rechtbank zal zich, in het voordeel van [verdachte] , beperken tot de door officier van justitie gemaakt selectie.
Verkoop aan Nederlandse particulieren
De rechtbank vindt ook bewezen dat het professionele vuurwerk door de verdachten is verkocht aan Nederlandse particulieren. Hieromtrent overweegt zij als volgt.
In artikel 1.2.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit is het verbod opgenomen om professioneel vuurwerk, indien bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland te brengen, op te slaan, te vervaardigen, voorhanden te hebben of aan een ander ter beschikking te stellen. Uit de Nota van Toelichting bij het Vuurwerkbesluit (Stb. 2009, 605) volgt dat dit verbod tot doel heeft te voorkomen dat particulieren vuurwerk voorhanden hebben dat in Nederland niet is aangewezen als consumentenvuurwerk. De reden is dat aan het gebruik van professioneel vuurwerk meer gevaren kleven dan aan het gebruik van consumentenvuurwerk.
In artikel 1.2.2, zevende lid, van het Vuurwerkbesluit is een niet-limitatieve opsomming gegeven van gevallen waarin sprake is van “bestemd voor particulier gebruik”. Van ‘bestemd voor particulier gebruik’ is onder meer sprake als “het te koop wordt aangeboden of ter beschikking wordt gesteld aan, gekocht of besteld door een particulier”.
Uit de systematiek van het Vuurwerkbesluit en de Wet milieubeheer, waarin overtreding van het Vuurwerkbesluit strafbaar is gesteld, blijkt dat het besluit en de wet zijn ingericht op de handhaafbaarheid daarvan door middel van een vergunningenstelsel. Zo moet men voor de opslag, het transport, de verkoop en het afsteken van professioneel vuurwerk in het bezit zijn van een vergunning. Met name is belangrijk dat handhavend kan worden opgetreden tegen degenen die professioneel vuurwerk in strijd met het besluit hebben bestemd voor gebruik door particulieren. Verder volgt uit de Nota van Toelichting bij het vuurwerkbesluit (Stb. 2009, 605) dat het in het Vuurwerkbesluit gehanteerde onderscheid tussen consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk berust op de bestemming die daaraan is gegeven door degene die het betrokken vuurwerk onder zich heeft. Deze bestemming kan worden afgeleid uit de feiten en uit de omstandigheden waaronder het vuurwerk wordt aangetroffen. Vuurwerk waarvan de bestemming niet kan worden vastgesteld, wordt aangemerkt als professioneel vuurwerk. Door deze bepaling wordt voorkomen dat bij het aantreffen van vuurwerk zonder enige aanduiding telkens onderzoek zou moeten worden gedaan naar de bestemming, teneinde te kunnen vaststellen of artikel 1.2.2, eerste lid, dan wel artikel 1.2.2, tweede lid van het Vuurwerkbesluit is overtreden.
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat als de bestemming van het professionele vuurwerk niet kan worden vastgesteld, in de zin dat niet kan worden vastgesteld aan wie het vuurwerk wordt verkocht/voor wie het vuurwerk is bedoeld, het professionele vuurwerk wordt geacht te zijn bestemd voor particulier gebruik. Dit omdat het binnen Nederland brengen, opslaan, vervaardigen, voorhanden hebben en aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk strafbaar is, tenzij men daarvoor een vergunning heeft.
Gelet op het voorgaande, is de rechtbank van oordeel dat het professionele vuurwerk moet worden geacht te zijn bestemd voor particulier gebruik, ondanks dat dit op basis van het dossier niet onomstotelijk kan worden vastgesteld.
De rechtbank overweegt in aanvulling daarop nog dat het dossier voor deze conclusie ook voldoende aanwijzingen bevat. Zo werd door de verdachten valselijk gebruik gemaakt van de gegevens van Starlight Firerocks, Fire-Line Fireworks, Fireworks Crazy Limited en [naam 2] om te verdoezelen dat het vuurwerk van Triplex aan hen werd geleverd. Vervolgens werd het vuurwerk door hen op schimmige wijze verkocht, met verschillende modus operandi onder meer gericht op het verhullen van de opslagplaats in Muni Berka. Het voorgaande duidt erop dat geen sprake was van de (legale) handel in consumentenvuurwerk. Daar komt bij dat ten aanzien van sommige verkopen ook daadwerkelijk vast is komen staan dat het ging om professioneel vuurwerk en dat dit is geleverd aan particulieren.
Bij deze stand van zaken – en nu [verdachte] verder geen redelijke, ontzenuwende verklaring heeft gegeven – gaat de rechtbank ervanuit dat het professionele vuurwerk dat door verdachten in Muni Berka werd opgeslagen, bestemd was voor particulier gebruik.
Gelet op al het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, concludeert de rechtbank dat de verdachten zich bezig hebben gehouden met de illegale handel in professioneel vuurwerk Hierbij werd het vuurwerk gekocht in Polen, opgeslagen in Duitsland en verkocht aan Nederlandse klanten, door middel van in ieder geval twee modus operandi. Zoals hiervoor omschreven, werd via modus operandi 1 met klanten afgesproken in het nabijgelegen Bad Bentheim waarbij de auto van de klant werd overgenomen door een van de verdachten, die met de auto terugreed naar de opslag in Muni Berka om daar het vuurwerk in de auto te laden om vervolgens de auto terug te brengen naar de klant. Bij modus operandi 2 kwamen de kopers het professioneel vuurwerk zelf ophalen bij de opslag in Muni Berka, onder begeleiding van een of meer verdachten.
De verdachten hebben in elk geval van 19 augustus 2016 tot en met 2 november 2017 samengewerkt, waarbij sprake was van een vaste taakverdeling; [medeverdachte 1] en [naam overledene] hadden een leidende rol, [medeverdachte 2] en [verdachte] hadden uitvoerende taken en [medeverdachte 3] en [naam broer] hadden een faciliterende ondersteunende rol.
De leidende rol van [medeverdachte 1] blijkt uit het volgende. [medeverdachte 1] had de sleutel van de bunker en mocht tot eind 2016 zelfstandig de bunker betreden. Ook was [medeverdachte 1] altijd aanwezig als er vuurwerk vanuit Polen in Muni Berka werd geleverd en ook wanneer datzelfde vuurwerk vervolgens aan klanten werd verkocht. Hij was ook degene die de mankracht regelde voor het uitladen van de vrachtwagens en het inladen van het vuurwerk in de auto’s van klanten. Hij was ook degene die het geld van de klanten in ontvangst nam. Uit de bij hem aangetroffen documenten, waaronder op de USB-stick, en zijn reisbewegingen naar Triplex leidt de rechtbank af dat hij degene was die het contact met Triplex onderhield en verantwoordelijk was voor de inkoop van het vuurwerk. Dat [naam overledene] eveneens is aan te merken als leider van de organisatie, leidt de rechtbank af uit zijn aanwezigheid in Muni Berka op alle momenten aanwezig was als er een vrachtwagen vuurwerk kwam leveren, tot zijn ongeval op 1 december 2016.
De uitvoerende rol van [medeverdachte 2] en [verdachte] wordt afgeleid uit het feit dat zij betrokken waren bij het lossen van de vrachtwagens en de feitelijke levering van het vuurwerk aan klanten. Dit volgt uit de bezoekersregistratie van Muni Berka waaruit blijkt dat zij meerdere keren gelijktijdig met een of meer medeverdachten bij Muni Berka aanwezig waren op de momenten dat vrachtwagens met vuurwerk van Triplex arriveerden werden en zij meerdere keren met “vreemde” voertuigen, waarvan het kenteken op naam van derden stond, bij Muni Berka aankwamen. Tot slot volgt ten aanzien van [verdachte] de betrokkenheid en wetenschap van de handel in illegaal vuurwerk uit de hiervoor genoemde telefoongesprekken.
De ondersteunende rol van [medeverdachte 3] , alsook zijn broer [naam broer] , wordt afgeleid uit het feit dat hij de opslagruimte in Muni Berka aan de medeverdachten ter beschikking stelde, hen toegang verschafte tot die opslagruimte en mee heeft geholpen met het laden en lossen van de vrachtwagens. Uit de verklaringen van [naam eigenaresse] en [naam beheerder] blijkt immers dat [medeverdachte 3] verantwoordelijk was voor de huur van de bunker(s) en ervoor gezorgd heeft dat de medeverdachten de bunker(s) van Euregio konden betreden.
In het licht van de beschreven feiten en omstandigheden is tussen [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , alsmede [naam overledene] en [naam broer] , sprake geweest van een samenwerkingsverband gedurende ruim een jaar met een zekere duurzaamheid, structuur en taakverdeling. Dit samenwerkingsverband had als oogmerk de handel in illegaal vuurwerk, in welk kader het binnen het grondgebied van Nederland brengen, het voorhanden hebben en aan particulieren ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk als misdrijven werden gepleegd en waarbij elke verdachte bewust een wezenlijke rol vervulde.
Uit het voorgaande blijkt dat [verdachte] wist dat het samenwerkingsverband gericht was op de handel in illegaal vuurwerk en zich daar ook actief voor heeft ingezet. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat [verdachte] tot dit verband behoorde en er aan heeft deelgenomen.