In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 7 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen vier naheffingsaanslagen parkeerbelasting beoordeeld. Eiser, woonachtig in Badhoevedorp, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen die hem waren opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de bezwaren van eiser ongegrond heeft verklaard in uitspraken op bezwaar van 19 december 2022. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van 26 oktober 2023.
De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Eiser had zijn auto geparkeerd zonder parkeerbelasting te voldoen op meerdere data in november 2022. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar geen wettelijke verplichting heeft om een naheffingsaanslag bekend te maken door een bon op de auto achter te laten. Dit kan ook gebeuren door middel van verzending, wat in dit geval is gebeurd. Eiser heeft aangevoerd dat de kosten van de naheffingsaanslagen onterecht zijn, maar de rechtbank volgt dit niet. De kosten zijn in overeenstemming met de geldende regelgeving en de heffingsambtenaar heeft de kosten van de parkeerautomaten correct doorberekend.
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.