Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde 2] ,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding waarin [eiser], de broer van de overledene, vorderde om inzage te krijgen in het medisch dossier van zijn overleden zus. De overledene, mevrouw [naam 2], overleed op 16 juni 2023. [eiser] stelt dat hij het medisch dossier nodig heeft om te onderzoeken of zijn zus wilsbekwaam was ten tijde van het wijzigen van haar testament. Hij betoogt dat er aanwijzingen zijn dat zij niet in staat was haar wil te uiten, vooral gezien de zware medicatie die zij ontving in de laatste weken van haar leven.
De gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], hebben verweer gevoerd en gesteld dat [eiser] geen spoedeisend belang heeft en dat het medisch beroepsgeheim niet doorbroken kan worden zonder zwaarwegend belang. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat [eiser] wel degelijk een zwaarwegend belang heeft, gezien de significante wijzigingen in het testament van de overledene en de mogelijkheid dat zij wilsonbekwaam was op het moment van het passeren van het testament.
De rechter heeft vastgesteld dat er voldoende concrete aanwijzingen zijn dat de overledene mogelijk wilsonbekwaam was ten tijde van het opstellen van het testament. Daarom heeft de voorzieningenrechter de vordering van [eiser] toegewezen en de gedaagden veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis het volledige medische dossier van de overledene aan [eiser] te verstrekken, met onderliggende stukken, over de periode van 1 januari 2023 tot en met 16 juni 2023. Tevens zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten.