ECLI:NL:RBAMS:2023:6336

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
12 oktober 2023
Zaaknummer
13/147620-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met detentiegarantie

Op 11 oktober 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de Procureur de la République près le Tribunal judiciaire de Paris op 15 juni 2023, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie en illegale handel in verdovende middelen. Tijdens de zittingen op 5 en 27 september 2023 is de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en zijn de detentieomstandigheden in Frankrijk besproken. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat er een reëel gevaar bestaat voor onmenselijke of vernederende behandeling in de Franse detentie-instellingen, maar heeft op basis van garanties van de Franse autoriteiten geoordeeld dat dit gevaar voor de opgeëiste persoon is uitgesloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. De overlevering is derhalve toegestaan.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/147620-23
Datum uitspraak: 11 oktober 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 22 juni 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 15 juni 2023 door de
Procureur de la République près le Tribunal judiciaire de Paris(Frankrijk) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres],
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 5 september 2023
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 5 september 2023. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van mr. M. Al Mansouri, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Malewicz, advocaat in Amsterdam, die waarneemt namens zijn kantoorgenoot, mr. S.M. Hof.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting voor onbepaalde tijd geschorst, teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen een aanvullende detentiegarantie met betrekking tot de penitentiaire inrichting Nanterre op te vragen bij de Franse autoriteiten.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, vijfde lid, van de OLW uitspraak zou moeten doen verlengd met dertig dagen. [2]
Zitting 27 september 2023
De rechtbank heeft het onderzoek op de openbare zitting van 27 september 2023 met instemming van partijen in gewijzigde samenstelling hervat in de stand waarin het zich bevond op het tijdstip van de schorsing ter terechtzitting van 5 september 2023. Het verhoor heeft plaatsgevonden in de tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. S.J. Wirken. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S.M. Hof, advocaat in Amsterdam.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Marokkaanse nationaliteit heeft.

3.Referte

Op de zitting van 27 september 2023 heeft de raadsvrouw verklaard zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank, aangezien op 4 september 2023 de ontbrekende detentiegarantie ten aanzien van de penitentiaire inrichting Nanterre alsnog is verstrekt.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een
arrest warrant issued by (…) examining magistrate at the Paris Judicial Court on 8 June 2023,referentie:
20.140.000.437.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Frans recht strafbare feiten.
Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [3]

5.Strafbaarheid; feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten aan als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummers 1 en 5, te weten:
1) deelneming aan een criminele organisatie;
5) illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Frankrijk een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

6.Onschuldverweer

De opgeëiste persoon verklaart niet schuldig te zijn aan het feit. Hij heeft dit, anders dan de OLW vereist, niet tijdens het verhoor ter zitting aangetoond.
De onschuldbewering leidt alleen om die reden al niet tot weigering van de overlevering. [4]

7.Detentieomstandigheden in Frankrijk (artikel 11 OLW)

7.1
Inleiding
De rechtbank heeft in eerdere uitspraken in andere zaken geoordeeld [5] dat er op dit moment ten aanzien van de detentie-instelling in Nîmes een algemeen reëel gevaar bestaat dat personen die daar zijn gedetineerd onmenselijk of vernederend worden behandeld, in de zin van artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest).
Bij brief van 4 juli 2023 heeft de
Premier Vice-procureurvan het
Cour d’Appel de Paris – Parquet du Tribunal Judiciaire de Parisgegarandeerd dat de opgeëiste persoon niet in de detentie-instelling in Nîmes wordt gedetineerd:
“In response to your request for additional information dated on June 30, 2023, I officialy undertake that [opgeëiste persoon](de rechtbank begrijpt: [opgeëiste persoon])
, will not be imprisoned in Nimes in the context of his surrender to France, in execution of the above-mentioned European arrest warrant.”
Ten aanzien van de penitentiaire inrichting in Nanterre heeft de rechtbank in haar uitspraak van 9 augustus 2023 [6] geoordeeld dat deze penitentiaire inrichting kampt met een overbevolking van minstens 50%. Bij een overbevolking van deze omvang, is het naar het oordeel van de rechtbank niet onwaarschijnlijk dat hierdoor de waarborgen van artikel 4 van het Handvest, in het bijzonder de minimum
personal spacevan (ten minste een deel van) de gedetineerden, in het gedrang komt. [7]
Bij brief van 4 september 2023 heeft de
Premier Vice-procureurvan het
Cour d’Appel de Paris – Parquet du Tribunal Judiciaire de Parisgegarandeerd dat de opgeëiste persoon niet in de detentie-instelling in Nanterre wordt gedetineerd:
“In response to your request for additional information dated on September 04, 2023, I officially undertake that [opgeëiste persoon](de rechtbank begrijpt: [opgeëiste persoon])
will not be imprisoned in Nanterre in the context of his surrender to France in execution of the above-mentioned European arrest warrant.”
7.2
Oordeel van de rechtbank
Uit voornoemde brieven van 4 juli 2023 en 4 september 2023 volgt dat de opgeëiste persoon niet in de detentie-instellingen in Nîmes of Nanterre zal worden geplaatst. De rechtbank is gelet op de hiervoor vermelde garanties van de uitvaardigende justitiële autoriteit van oordeel dat er voor de opgeëiste persoon na overlevering geen reëel gevaar bestaat van een onmenselijke of vernederende behandeling. Het algemene gevaar dat de rechtbank ten aanzien van de penitentiarie inrichtingen in Nîmes en Nanterre heeft aangenomen, wordt door de garanties immers uitgesloten ten aanzien van de opgeëiste persoon.
8. Slotsom
De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

9.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

10.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
Procureur de la République près le Tribunal judiciaire de Paris(Frankrijk) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. N.J. Koene en B.M. Vroom-Cramer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Y.M.E. Jurgens en F.M.H. Albarda, griffiers,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 11 oktober 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.De rechtbank heeft ter zitting niet expliciet meegedeeld dat de beslistermijn ex artikel 22, derde lid, OLW met 30 dagen wordt verlengd. Dit ligt echter besloten in de beslissing van de rechtbank om artikel 22, vijfde lid, OLW toe te passen.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.
4.Rechtbank Amsterdam, 19 augustus 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:4340.
7.Rechtbank Amsterdam, 19 augustus 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:5123.