Uitgangspunten
1. Uitgegaan wordt van het volgende.
a. Bij notariële akte van 12 augustus 2009 (hierna: de splitsingsakte) is het gebouw met de daarbij behorende grond aan de [adres] gesplitst in zestien appartementsrechten. Het gebouw bestaat uit vier identieke panden die naast elkaar liggen.
Bij de hiervoor bedoelde splitsing is het modelreglement bij splitsing in appartementsrechten 2006 met wijzigingen en aanvullingen van toepassing verklaard en in de akte opgenomen (hierna: het splitsingsreglement) en de VvE opgericht.
[verzoeker] is sinds 19 juni 2015 eigenaar van het appartementsrecht aan het adres [adres] . Dit appartementsrecht is in de onder 1a genoemde splitsingsakte en bijbehorende tekening aangeduid met cijfer 10 en is in de akte als volgt omschreven:
“het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning met balkon, gelegen op de tweede verdieping met kamers en berging, gelegen op de zolderverdieping, plaatselijk bekend te [adres] , (…)”
Bij notariële akte van 30 mei 2016 is de splitsingsakte gewijzigd, in die zin dat een (gemeenschappelijk) gedeelte van de overloop op de zolderverdieping is toegedeeld aan [verzoeker] . De verdeling is geschied zonder verrekening wegens over- of onderbedeling. Het (gewijzigde) appartementsrecht heeft cijfer 17 gekregen. De omschrijving van het appartementsrecht luidt:
“het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning met balkon, gelegen op de tweede verdieping met kamers en berging, gelegen op de zolderverdieping van het gebouw, plaatselijk bekend te [adres] , (…)”. Bij de gewijzigde splitsingsakte is een (nieuwe) tekening gevoegd.
Tot 1 februari 2021 waren [naam 3] en [naam 2] (hierna: [naam 2 en 3] ) eigenaar van het appartementsrecht aan het adres [adres] . Dit appartementsrecht is in de splitsingsakte en bijbehorende tekening aangeduid met cijfer 14 en is in de akte als volgt omschreven:
“het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning met balkon, gelegen op de derde verdieping met twee (2) kamers en berging, gelegen op de zolderverdieping, plaatselijk bekend te [adres] , (…)”.
In artikel 16 van de desbetreffende koopovereenkomst is vermeld:
“Akkoord van grooteigenaar Ymere om direct na eigendom de aanvraag in te dienen om de zolderberging bij het appartement te betrekken door middel van een trap in het appartement, die toegang verschaft tot de zolderberging.
Ymere zal als grooteigenaar hier niet negatief tegenover staan mits hetgeen voldoet aan de wettelijk gestelde eisen en voorschriften. De aanvraag kan zowel via een schriftelijke vergadering als een agendapunt tijdens de ALV worden ingediend.”
In artikel 23 lid 1 van het splitsingsreglement is bepaald:
“1. De eigenaars en gebruikers mogen zonder toestemming van de vergadering geen verandering aanbrengen, waardoor het architectonisch uiterlijk of de constructie van het gebouw gewijzigd zou worden.”
In artikel 25 van het splitsingsreglement is bepaald:
“1. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht het privé gedeelte te gebruiken overeenkomstig de daaraan gegeven bestemming, te weten:
- woonruimte, particulier woongebruik door de desbetreffende eigenaar of de desbetreffende gebruiker en op generlei wijze bedrijfsmatig, voor wat betreft de appartementsrechten A-1 tot en met A-8 en
- woonruimte/berging, particulier woongebruik door de desbetreffende eigenaar of de desbetreffende gebruiker en op generlei wijze bedrijfsmatig, voor wat betreft de appartementsrechten A-9 tot en met A-16.
(…)
Een gebruik dat afwijkt van de in de akte nader gegeven bestemming is slechts geoorloofd met toestemming van de vergadering.
2. (…)
3. In geval van ondersplitsing worden het gebruik, het beheer en het onderhoud van de bij de ondersplitsing betrokken goederen geregeld bij de ondersplitsing met inachtneming van de bepalingen in dit reglement.”
i. In artikel 32 van het splitsingsreglement is bepaald:
“Aan een gegeven toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden. Toestemmingen kunnen worden gewijzigd en worden ingetrokken. De in de artikelen 25 (…) bedoelde toestemmingen mogen niet op onredelijke gronden worden gewijzigd of worden ingetrokken.”
In artikel 53 lid 5 van het splitsingsreglement is bepaald:
“Het bestuur behoeft de machtiging van de vergadering voor het instellen van en berusten in rechtsvorderingen of verzoekschriftprocedures, het aangaan van vaststellingsovereenkomsten, alsmede voor het verrichten van rechtshandelingen en het geven van kwijtingen een belang van een nader door de vergadering vast te stellen bedrag te boven gaande.
Het bestuur behoeft geen machtiging om in een geding verweer te voeren, voor het nemen van conservatoire maatregelen en voor het voeren van incassoprocedures.”
Op enig moment is [verzoeker] werkzaamheden gaan uitvoeren om de kamers en berging op de zolderverdieping geschikt te maken voor bewoning. Daarbij zijn openslaande balkondeuren met Frans balkon in de achtergevel geplaatst en is een separate meterkast aangebracht in de gemeenschappelijke ruimte.
Op 13 juli 2016 heeft een extra (buitengewone) ledenvergadering plaatsgevonden. In de notulen daarvan, die zijn vastgesteld in de extra (buitengewone) ledenvergadering van 17 augustus 2016, is vermeld:
“2. Overzicht werkzaamheden vierde verdieping appartement [adres]
(…)
Meneer [verzoeker] legt uit wat voor stappen er ondernomen zijn en dat het niet de bedoeling is geweest om de vereniging te passeren. (…) Er is afgesproken dat meneer [verzoeker] alsnog op de juiste wijze toestemming vraagt op een volgende vergadering die gepland staat op 10 augustus 2016 om 19:00 uur. Hier zal meneer [verzoeker] de tekeningen en vergunningen van de gemeente inbrengen zodat de leden de stukken kunnen controleren en zo nodig vragen over kunnen stellen. Aan de hand van de tekeningen zal een besluit genomen worden.
3. Bestemming vierde verdieping
De leden spreken hun angst uit dat de vierde verdieping door meneer [verzoeker] als verhuuradres gebruikt gaat worden. Meneer [verzoeker] geeft aan dit niet van plan te zijn. Het wordt nu voor een periode van een jaar gebruikt door een privé relatie van meneer [verzoeker] . Voor de volgende vergadering wordt uitgezocht wat de mogelijkheden zijn voor een aparte ruimte.”
Op 17 augustus 2016 heeft opnieuw een extra (buitengewone) ledenvergadering plaatsgevonden. Daarbij zijn de notulen van de vergadering van 13 juli 2016 onveranderd vastgesteld. In de notulen van deze vergadering is vermeld:
“3.Verbouwing [adres]
(…)
Meneer [verzoeker] licht de stukken toe en beantwoord de vragen van de overige leden. Er worden een aantal voorwaarden benoemd waar meneer [verzoeker] aan moet voldoen om toestemming te krijgen voor het in tact laten van de aanpassingen op de vierde verdieping. Die aanpassingen zijn het vergroten van het raam naar openslaande deuren en het aanbrengen van de meterkast op de gang van de vierde verdieping. (…).
Besluit: met één stem tegen en de overige stemmen vóór gaat de vergadering akkoord met de aanpassingen die gedaan zijn op de vierde verdieping horende bij het appartement op de [adres] . Hier zijn de volgende voorwaarden op van toepassing: (…).”
In 2018 heeft [verzoeker] -zonder de VvE daarvan op de hoogte te stellen- zijn appartementsrecht A17 ondergesplitst in de appartementsrechten A18 en A19. In de akte van ondersplitsing van 23 maart 2018 (hierna: de ondersplitsingsakte) is het volgende opgenomen:
“Omschrijving appartementsrechten
Het onder te splitsen appartementsrecht zal omvatten de volgende appartementsrechten:
1.
het appartemensrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning met balkon, gelegen op de tweede verdieping van het gebouw, plaatselijk bekend te [adres] (…), appartementsindex 18, (…) en
2.
het appartemensrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning, gelegen op de zolderverdieping van het gebouw, plaatselijk bekend te [adres] (…), appartementsindex 19, (…).”
Voorts is het Modelreglement 2006 op de ondersplitsing van toepassing verklaard, met dien verstande dat artikel 25 als volgt is gewijzigd:
Artikel 25 lid 1
De bestemming is voor elk van de privé gedeelten: woning.
Bij besluit van 5 augustus 2020 heeft de gemeente Amsterdam [verzoeker] , op diens aanvraag, een vergunning verleend voor het wijzigen van de samenstelling van de woonruimtevoorraad voor het realiseren van één zelfstandige woonruimte op de zolderverdieping van het bouwwerk [adres] . [belanghebbende 2] , [naam 3] en [naam 2] hebben tegen dit besluit bezwaar gemaakt, maar hebben dit bezwaar, op verzoek van [verzoeker] , weer ingetrokken.
Op 1 februari 2021 is [belanghebbende 1] eigenaar geworden van het appartementsrecht aan de [adres] .
Bij verzoekschrift met producties van 14 april 2022 heeft [belanghebbende 1] de kantonrechter verzocht om een verklaring voor recht dat [verzoeker] in strijd met de splitsingsakte handelde door zijn zolderverdieping te gebruiken als woning en om vernietiging van enkele besluiten, genomen op de leden vergadering van de VvE van 15 maart 2022.
Bij beschikking van 6 oktober 2022 heeft de kantonrechter -voor zover in deze procedure van belang- het volgende overwogen:
“16. Anders dan [belanghebbende 1] heeft aangevoerd, is de kantonrechter van oordeel dat deze omschrijving van het appartementsrecht objectief, gezien de redactie ervan, niet anders kan worden gelezen dan dat er sprake is van een ‘woning met balkon’ op de tweede verdieping, met ‘kamers en berging’ op de zolderverdieping, en niet van een ‘woning met balkon en kamers’ op de tweede verdieping en ‘berging’ op de zolder.
17. Echter, ook uitgaande van die lezing van de omschrijving van het appartementsrecht is het in strijd met de bestemming in de splitsingsakte om de hele zolderverdieping te gebruiken als afzonderlijke woning/woonruimte.
(...)
20. De kantonrechter volgt de VvE en [verzoeker] niet in hun betoog dat [verzoeker] toestemming had voor het (permanent) van de bestemming afwijkende gebruik als (separate) woning. In de vergadering van 17 augustus 2016 is, gezien de vergadering die daaraan vooraf is gegaan en waarin juist uitdrukkelijk aan de orde was gekomen dat de VvE vreesde voor permanent gebruik als verhuuradres, enkel tijdelijk toestemming gegeven voor het in stand laten van enkele bouwkundige aanpassingen.”
(…)
22. De conclusie uit het voorgaande is dat de onder 2.1 en 2.11 verzochte verklaringen voor recht toewijsbaar zijn, zij het met de precisering dat het [verzoeker] niet is toegestaan om de kamers en berging, gelegen op de zolderverdieping te gebruiken als afzonderlijke woning en/of in gebruik te geven aan andere gebruikers dan de gebruikers van de woning op de tweede verdieping.”
Vervolgens heeft de kantonrechter voor recht verklaard dat [verzoeker] handelde in strijd met de splitsingsakte door de kamers en berging, gelegen op de zolderverdieping, te gebruiken als afzonderlijke woning en/of in gebruik te geven aan andere gebruikers dan de gebruikers van de woning op de tweede verdieping.
Ook heeft de kantonrechter voor recht verklaard dat de ondersplitsingsakte van 23 maart 2018 in strijd is met de splitsingsakte, in het bijzonder voor wat betreft de omschrijving van het appartementsrecht met indexnummer 19 voor zover dit appartementsrecht wordt omschreven als ‘rechtgevende op het uitsluitend gebruik van een afzonderlijke woning voor andere gebruikers dan de gebruikers van de woning op de tweede verdieping’, alsmede voor wat betreft de nadere aanduiding van de bestemming van de privé gedeelten als ‘afzonderlijke woning voor andere gebruikers dan de gebruikers op de woning op de tweede verdieping’, zoals verwoord in (de aanvulling op) artikel 25 lid 1 van de ondersplitsingsakte.
Er is geen hoger beroep tegen deze beschikking ingesteld.
In de notulen van de extra (buitengewone) vergadering van de VvE van 13 april 2023 is - onder meer - het volgende opgenomen:
4. Ymere stelt voor om
De toestemming aan (de heer [verzoeker] ) [adres] in te trekken. De kamers/zolders op de vierde verdieping dienen samen met de tweede verdieping als één zelfstandige woonruimte te worden gebruikt.
De woning alleen als één zelfstandige woonruimte en tevens appartementsrecht te gebruiken, zoals bedoeld in de splitsingsakte van deze VvE.
(…)
Besluit: Het voorstel van stichting Ymere om de tijdelijke toestemming aan de heer [verzoeker] om de berging als zelfstandige woonruimte te gebruiken (kantonrechter: bedoeld wordt de tijdelijke toestemming in te trekken) en om de gehele woning als één zelfstandige woonruimte en tevens appartementsrecht te gebruiken zoals bedoeld in de splitsingsakte is met een ruime meerderheid aangenomen. (kantonrechter: hierna: besluit a)
12. De eigenaar van [adres] vraagt de vergadering om toestemming voor het wijzigen van de splitsingsakte op kosten van de aanvrager:
- De bestemming wordt aangepast in woning op tweede verdieping en woning op vierde verdieping.
- Het appartementsrecht van de eigenaar wordt gesplitst in twee appartemensrechten met beiden de bestemming woning.
(…)
Besluit: De vergadering van eigenaars verleent de eigenaar van [adres] geen toestemming voor het wijzigen van de splitsingsakte. (kantonrechter: hierna: besluit b)
13. Eigenaar [adres] vraagt de vergadering om toestemming om het bestuur de opdracht te geven eigenaar [adres] aan te spreken op de overtredingen van het splitsingsreglement.
(…) en:
- het gebruik van de zolderberging als toilet en badkamer ongedaan te maken.
- toestemming te vragen voor de constructieve wijzigingen onder toezending van constructietekeningen en berekeningen.
- controle door een externe constructeur naar de deugdelijkheid van de constructie en brandwerendheid van de wijzigingen. (…)
Besluit: De vergadering van eigenaars geeft het bestuur geen toestemming om de eigenaar van [adres] aan te spreken op de vermeende overtredingen van de splitsingsakte volgens de eigenaar van [adres] . (kantonrechter: hierna: besluit c)