Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Szczecin(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
final and non-appealable cumulative judgment of the District Court Szczecin-Prawobrzeże and Zachód in Szczecin, VII Criminal Division in the Police Branch of 18 May 2021,met referentienummer
:VII K 489/20 (hierna: het verzamelvonnis). Dit verzamelvonnis ziet op de volgende onderliggende vonnissen:
the judgment of 11 April 2012
the judgment of 6 June 2012
the judgment of 23 August 2013
the judgment of 25 April 2014
the judgment of 10 December 2013.
4.Strafbaarheid
: oplichting;
: oplichting;
: diefstal door twee of meer verenigde personen;
: diefstal
: diefstal
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9, onder 1 en sub f, OLW; verjaring
7.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Szczecin(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB
.
[opgeëiste persoon] .
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf.