3.1.Na eisvermeerdering vordert Cotoland om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
RIEEF te veroordelen om aan Cotoland te betalen het bedrag van € 144.242,86
te vermeerderen met rente naar Servisch recht over de respectievelijke deelbetalingen met betrekking tot het totaalbedrag van € 144.242,86 te rekenen vanaf de dag dat de betreffende deel rentebetalingen hebben plaatsgevonden tot het moment van de algehele betaling;
het vonnis van de rechtbank Belgrado van 22 april 2016 te erkennen en wel zodanig dat het vonnis in Nederland volledige werking heeft tegen RIEEF;
voor recht te verklaren dat de eerste leningsovereenkomst en de tweede leningsovereenkomst met de daarbij horende annexen nietig zijn;
voor recht te verklaren dat RIEEF gehouden is over te gaan tot ongedaanmaking van alle door haar van Cotoland op grond van de eerste leningsovereenkomst en de tweede leningsovereenkomst met de daarbij horende annexen ontvangen rentebedragen en overige bedragen - daaronder niet begrepen de leningsbedragen zelf;
RIEEF te veroordelen aan Cotoland terug te betalen € 144.242,86 te rekenen vanaf de dag dat de betreffende deel rentebetalingen hebben plaatsgevonden tot het moment van de algehele betaling;
Subsidiaire deel:
het vonnis van de Rechtbank Belgrado van 22 april 2016 te erkennen en wel zodanig dat het vonnis in Nederland volledige werking heeft tegen RIEEF;
voor recht te verklaren dat de eerste leningsovereenkomst en de tweede leningsovereenkomst met de daarbij horende annexen nietig zijn;
voor recht te verklaren dat RIEEF gehouden is over te gaan tot ongedaanmaking van alle door haar van Cotoland op grond van de eerste leningsovereenkomst en de tweede leningsovereenkomst met de daarbij horende annexen ontvangen rentebedragen en overige bedragen – daaronder niet begrepen de leningsbedragen zelf;
voor recht te verklaren dat RIEEF is gehouden tot vergoeding van alle bedragen en schade waar Cotoland recht op heeft conform het Servische recht als gevolg van de nietigheid van de eerste leningsovereenkomst en de tweede leningsovereenkomst met de daarbij horende annexen en de daaruit voortvloeiende ongedaanmaking, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
Ten aanzien van zowel het primair als subsidiair gevorderde
met veroordeling van RIEEF in de proceskosten, waarbij de proceskostenveroordeling eveneens uitvoerbaar bij voorraad zal worden verklaard.