Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
16 mei 2022 door
the Regional Court in Poznań(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
31 januari 2023 (
Puig Gordi e.a.) [2] sluit niet uit dat hetzelfde EAB nogmaals in behandeling wordt genomen door een uitvoerende justitiële autoriteit. Dat een nieuw EAB zou moeten worden uitgevaardigd, volgt daarnaast ook niet uit een Kaderbesluitconforme uitleg. Evenmin volgt uit het voornoemde arrest dat bij een dergelijke herhaalde behandeling een nieuwe beoordeling van de evenredigheid zou moeten plaatsvinden. In dit geval heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit overigens meegedeeld dat het EAB nog steeds geldig is, terwijl zij op de hoogte is van de eerdere weigering. Daaruit kan worden afgeleid dat een herhaalde aanhouding en overleveringsprocedure nog steeds evenredig wordt geacht.
Huidige situatie
nieuwEAB uit te vaardigen, zeker indien sprake is van gewijzigde omstandigheden of de eerdere beslissing in strijd was met het Unierecht. Geen enkele bepaling van het Kaderbesluit sluit immers uit dat meerdere opvolgende EAB’s worden uitgevaardigd tegen een persoon, ook niet wanneer de tenuitvoerlegging van een eerste EAB ten aanzien van die persoon eerder werd geweigerd. [5]
Puig Gordi e.a.volgt immers dat de uitvaardigende justitiële autoriteit na een weigering van de tenuitvoerlegging van een EAB onder voorwaarden een nieuw EAB kan uitvaardigen “met name nadat de elementen die in de weg stonden aan de tenuitvoerlegging van een eerder Europees aanhoudingsbevel zijn weggenomen, of wanneer de beslissing tot weigering van de tenuitvoerlegging van dat Europees aanhoudingsbevel niet in overeenstemming was met het Unierecht”. [14]
Puig Gordi e.a. [15] Er is dus een doeltreffend alternatief voorhanden dat enerzijds het risico van straffeloosheid zoveel mogelijk tegengaat en anderzijds de rechtszekerheid en het gezag van gewijsde van onherroepelijke uitspraken niet aantast. Ten tweede is met de eventuele uitvaardiging van een nieuw EAB in elk geval voldaan aan het vereiste van een nieuwe beoordeling van de evenredigheid. [16] In het licht van de eerbiediging van het recht op persoonlijke vrijheid van de opgeëiste persoon levert een nieuwe beoordeling van de evenredigheid een belangrijke waarborg op. De omstandigheid dat het EAB waarop eerder onherroepelijk is beslist nog steeds geldig is, vormt onvoldoende waarborg dat een dergelijke nieuwe beoordeling van de evenredigheid heeft plaatsgevonden.
4.Beslissing
niet-ontvankelijkin haar vordering tot het opnieuw in behandeling nemen van het EAB van 16 mei 2022.