ECLI:NL:RBAMS:2022:7851

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
27 december 2022
Zaaknummer
AMS 22/3748
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing bijzondere bijstand voor legeskosten vervangend verblijfsdocument na geslachtsverandering

In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 23 december 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor de legeskosten van een vervangend verblijfsdocument behandeld. Eiseres, die een geslachtsverandering heeft ondergaan, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand om de legeskosten te dekken, maar deze was door verweerder afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die de legeskosten specifiek verbinden met de geslachtsverandering van eiseres. De rechtbank stelt dat de situatie van eiseres niet te vergelijken is met die van een vluchteling die geen geslachtsverandering heeft ondergaan, aangezien voor hen geen legeskosten verschuldigd zijn bij de aanvraag of verlenging van een verblijfsdocument. De rechtbank concludeert dat de legeskosten in dit geval geen incidenteel voorkomende algemene noodzakelijke kosten van het bestaan zijn, maar voortvloeien uit de bijzondere omstandigheden van de geslachtsverandering. Het beroep van eiseres wordt gegrond verklaard, het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder wordt opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres. Tevens moet verweerder het griffierecht en de proceskosten vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 22/3748

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 december 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. F.R.G. Keijzer),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam(verweerder)
( [gem.verweerder] ).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van een vervangend verblijfsdocument.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 18 februari 2022 afgewezen (primaire besluit). Met het besluit van 24 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 7 december 2022 op zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. [naam] , maatschappelijk begeleider van [naam organisatie] , was ook aanwezig. Verweerder was, zonder bericht van verhindering, niet aanwezig.

Overwegingen

1. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een vervangend verblijfsdocument. Zij heeft een geslachtsverandering ondergaan en in haar oude verblijfsdocument werd zij nog aangeduid als man. Zij heeft een nieuw verblijfsdocument aangevraagd. Verweerder heeft de bijzondere bijstand afgewezen omdat de kosten behoren tot de incidenteel voorkomende algemene noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze kosten moeten volgens verweerder in beginsel uit de bijstandsnorm worden voldaan.
2. Eiseres voert aan dat de kosten van het vervangende verblijfsdocument uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan zijn. [1] Eiseres heeft de volgende omstandigheden aangevoerd:
i. het verblijfsdocument moet worden vernieuwd, omdat als gevolg van de geslachtsverandering haar gegevens in de brp [2] zijn veranderd. In haar oude verblijfsdocument staat zij nog geregistreerd als man. Zonder nieuw verblijfsdocument kan zij zich niet legitimeren als vrouw;
als eiseres zich niet kan legitimeren als vrouw en wordt aangesproken als man, dan leidt dit tot grotere dysforie en daardoor zal zij slechter kunnen functioneren;
de situatie van eiseres is niet te vergelijken met de situatie van een vluchteling die geen geslachtsverandering heeft ondergaan, omdat er voor vluchtelingen andere regels gelden met betrekking tot de aanvraag en verlenging van verblijfsdocumenten voor bepaalde tijd en de kosten die daarmee gemoeid zijn. Een eerste verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd en een verlenging met vijf jaar zijn kosteloos. Volgens eiseres kan iedere vluchteling dus kosteloos aanspraak maken op verlenging tot maximaal tien jaar. De situatie waarin eiseres zich bevindt is daarom een situatie waarin alleen een transgender vluchteling terecht kan komen, omdat zij wel legeskosten moet betalen voor het vervangende verblijfsdocument;
verweerder kent wel bijzondere bijstand toe voor de kosten van een deskundigenverklaring om vast te stellen dat eiseres van geslacht wil wisselen. Deze verklaring is volgens eiseres onlosmakelijk verbonden met de aanvraag van het gewijzigde verblijfsdocument, omdat deze verklaring nodig is om de registratie in de brp aan te kunnen passen. Tijdens de zitting heeft eiseres toegelicht dat een deskundigenverklaring nodig is om de wil tot geslachtsverandering vast te stellen. Zonder deze verklaring is het volgens eiseres niet mogelijk om de gegevens met betrekking tot het geslacht in de brp te wijzigen.
3. Eiseres heeft ook verwezen naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 24 januari 2006. [3] In deze uitspraak heeft de CRvB het volgende overwogen:
“Zoals de Raad reeds eerder heeft overwogen (zie de uitspraak van 8 november 2005, LJN AU6266) behoren legeskosten tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan, die de betrokkene in beginsel uit de bijstandsnorm dient te voldoen. Het bijstandverlenend orgaan kan met een dergelijke algemene constatering evenwel niet volstaan. Zeker indien een beroep op bijzondere omstandigheden wordt gedaan, zal moeten worden bezien of in het voorliggende geval sprake is van zodanige feiten en omstandigheden dat reservering dan wel het afsluiten van een lening voor die kosten niet mogelijk was.”
Tijdens de zitting heeft eiseres nog verder aangevuld dat verweerder bij de beoordeling van haar aanvraag onderzoek had moeten doen naar de vraag of in dit geval sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor reservering niet mogelijk was. Dat heeft verweerder volgens eiseres ten onrechte niet gedaan.
4. In het verweerschrift heeft verweerder verwezen naar de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 april 2022 [4] waarin is geoordeeld dat verweerder terecht een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van een vervangend verblijfsdocument in verband met een geslachtswijziging heeft afgewezen, omdat eenieder deze kosten (incidenteel) maakt. Verweerder heeft verder ook naar de vaste rechtspraak van de CRvB over legeskosten en bijzondere bijstand verwezen. Tenslotte heeft verweerder aangevoerd dat de kosten voor het deskundigenadvies niet op één lijn te stellen zijn met de kosten voor het vervangen van een verblijfsdocument. Het deskundigenadvies is volgens verweerder specifiek verbonden met de wens van eiseres om van geslacht te veranderen en kan daarom wel worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid.
5. De rechtbank overweegt hierover als volgt. De kernvraag in deze zaak is of er sprake is van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan. De rechtbank is het met eiseres eens dat verweerder de aanvraag niet had mogen afwijzen zonder nader onderzoek hiernaar te doen. De rechtbank overweegt dat uit de rechtspraak van de CRvB weliswaar volgt dat legeskosten in principe worden beschouwd als incidenteel voorkomende algemene noodzakelijke kosten van het bestaan. De rechtbank benadrukt echter ook dat er volgens de CRvB een uitzondering moet worden gemaakt als de kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. [5]
6. Anders dan de rechtbank in haar uitspraak van 1 april 2022 heeft geoordeeld, is er volgens de rechtbank in deze situatie sprake van bijzondere omstandigheden. Daarvoor is het volgende van belang. De rechtbank is van oordeel dat de legeskosten specifiek verbonden zijn met de geslachtsverandering van eiseres net zoals de kosten voor het deskundigenadvies. Hierbij is volgens de rechtbank van belang dat het deskundigenadvies heeft geleid tot de wijziging van de gegevens van eiseres in de brp waarna vervanging van het verblijfsdocument volgt. Daarnaast is volgens de rechtbank ook van belang dat de situatie van eiseres niet te vergelijken is met de situatie van een vluchteling die geen geslachtsverandering heeft ondergaan, omdat er voor een aanvraag en eerste verlenging van een verblijfsdocument geen legeskosten verschuldigd zijn. Dit is volgens de rechtbank ook een omstandigheid waaruit volgt dat de legeskosten in deze situatie geen incidenteel voorkomende algemene noodzakelijke kosten van het bestaan zijn, maar voortvloeien uit de bijzondere omstandigheden van de geslachtsverandering van eiseres. Deze beroepsgrond slaagt.
7. Eiseres heeft tenslotte ook aangevoerd dat zij niet in staat is om de kosten uit de bijstandsnorm te voldoen, omdat zij ontoereikende financiële middelen heeft om de aanvraag zelfstandig te kunnen bekostigen. Eiseres stelt dat zij kampt met schuldenproblematiek en dat zij hiervoor onder bewindvoering staat. Dit is door verweerder niet weersproken en daarom concludeert de rechtbank dat de vraag of de kosten uit de bijstandsnorm kunnen worden voldaan, in deze procedure niet ter discussie staat. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat verweerder de bijzondere bijstand aan eiseres had moeten verlenen.

Conclusie en gevolgen

8. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het beroep gegrond is en dat het bestreden besluit in strijd is met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht. De overige beroepsgronden behoeven geen bespreking. De rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen nu verweerder is gehouden de bijzondere bijstand aan eiseres te verlenen.
9. De rechtbank bepaalt dat verweerder een nieuw besluit op bezwaar moet nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank geeft verweerder hiervoor zes weken.
10. Omdat het beroep gegrond is, moet verweerder het griffierecht aan eiseres vergoeden en krijgt eiseres ook een vergoeding van haar proceskosten. Verweerder moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.518,- omdat de gemachtigde van eiseres een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 24 juni 2022;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.518,- aan proceskosten aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.J. Mees-Bolle, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.M.J. Mooijer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
23 december 2022.
Griffier
Rechter
Is verhinderd de uitspraak
te ondertekenen
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zoals voorgeschreven in artikel 35 van de Participatiewet.
2.Basisregistratie Personen.
5.Zie bijvoorbeeld ook de uitspraak van de CRvB van 3 augustus 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BN3905.