Armans Holding vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. ING veroordeelt tot het voortzetten van de bankrelatie met Armans Holding;
subsidiair
II. ING gebiedt een (nieuwe) bankrelatie met Armans Holding aan te gaan onder dezelfde voorwaarden als de huidige bankrelatie met Armans Holding;
meer subsidiair
III. ING veroordeelt de bankrelatie met Armans Holding voort te blijven zetten onder dezelfde voorwaarden met uitzondering van de mogelijkheid tot verpakt afstorten en/of de mogelijkheid om contant geld te storten op de bankrekening bij ING;
IV. ING gebiedt een (nieuwe) bankrelatie met Armans Holding aan te gaan onder dezelfde voorwaarden als de huidige bankrelatie met uitzondering van de mogelijkheid tot verpakt afstorten en/of de mogelijkheid om contant geld te storten bij ING;
en in alle gevallen
V. ING gebiedt de (persoons)gegevens van Armans Holding uit het IVR te verwijderen en verwijderd te houden, dan wel de registratietermijn van acht jaar te verkorten;
VI. ING veroordeelt om aan Armans Holding te betalen een bedrag van € 21.197,10, te vermeerderen met de wettelijke rente;
VII. dwangsommen zal opleggen wat de vorderingen I tot en met IV betreft;
VIII. ING veroordeelt in de kosten van deze procedure, inclusief nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.