Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Szczecin(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
final and binding judgement of the District Court Szczecin-Centre in Szczecinvan 9 maart 2016 (referentie V K 238/14).
Stb. 125, die op 1 april 2021 in werking is getreden. Daarbij is ook artikel 12 OLW gewijzigd, in die zin dat de in deze bepaling neergelegde weigeringsgrond nu niet langer een dwingend karakter heeft, maar een facultatief karakter.
the right to a retrial or an appealin onderdeel d) van het EAB – bezien in samenhang met de aanvullende informatie van 22 november 2018 – is niet is aan te merken als een ondubbelzinnig geformuleerde garantie dat de zaak op verzoek opnieuw wordt behandeld waarbij nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, dat kan leiden tot een herziening van het oorspronkelijke vonnis.
5.Strafbaarheid
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
nietmeer in overleveringsdetentie bevindt. Het verweer wordt verworpen.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Szczecin(Polen).
[opgeëiste persoon].
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf. Dit bevel is apart opgemaakt.