Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid: feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Detentieomstandigheden in België
- De overgeleverde persoon zal in een cel worden opgesloten waarvan de oppervlakte en de inrichting beantwoordt aan de normen van het CPT van de Europese Raad (minimum 3m2). Dit zowel wanneer hij alleen verblijft in een cel als wanneer hij een daarvoor aangepaste en grotere cel deelt met een andere persoon.
- De sanitaire blokken, doorgaans voorzien van een wasbak en toilet, zijn afgescheiden van de rest van de cel door een muur of door een scherm. Soms is er ook een douche voorzien. In dat geval is het sanitair complex afgescheiden van de rest van de cel.
7.Bevoegdheid tot het uitvaardigen van een EAB met het oog op strafvervolging
Svishtov Regional Prosecutor’s Office), punt 47). Aan die voorwaarde is in dit geval voldaan. Het nationale aanhoudingsbevel is immers uitgevaardigd door een rechter (en zelfs bevestigd door een andere rechter).
OG en PI, punt 75 openstaan.
(de rechtbank begrijpt: een aanhoudingsbevel)ten grondslag ligt, dat afkomstig is van de Kamer van Inbeschuldigingstelling bij het Hof van Beroep te Gent. Voornoemde gang van zaken kan zo worden gelezen dat de opgeëiste persoon zich na zijn overlevering ter terechtzitting kan beroepen op de onrechtmatigheid van de beslissing tot uitvaardiging van het EAB en dat de zittingsrechter zich daarover zal buigen.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het Parket bij het Hof van Beroep te Gent (België) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.