Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
mr. M. Modder en van wat verdachte en zijn raadsman mr. C.J.J. Kwint naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
29 oktober 2021 tot en met 1 januari 2022 in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan
77 berichten te sturen, waarin hij haar bedreigt;
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
onder 2 tenlastegelegde heeft de officier van justitie opgemerkt dat de door verdachte gebruikte foto van aangeefster een biometrisch persoonsgegeven als bedoeld in artikel 231a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) betreft, zodat dit deel van de tenlastelegging niet kan worden bewezen.
4.Bewezenverklaring
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn vervat – bewezen dat verdachte
77 berichten te sturen, waarin hij voornoemde [slachtoffer] bedreigt met de woorden "who are you spreading your legs for this weekeind? Slut. I will not let anyone have you so if i ever find out I'd be reeeally careful if i were you, cause i will track you down. This won't end pretty for either of us so don't get too comfortable" en "I'll ruin your life for what you did (and DIDN'T)" en "You'll never escape me after the games you played with me. And if destroying you is the only way to get close to you again I'll do just that", met het oogmerk voornoemde [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen;
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen en maatregel
GGZ Reclassering Inforsa. Daaruit volgt dat het risico op recidive als hoog wordt ingeschat omdat er, ondanks eerdere veroordelingen en contactverboden, sprake is van aanhoudend delictgedrag tegen hetzelfde slachtoffer. Ook het risico op letselschade en op onttrekking worden als hoog ingeschat. Desondanks is sinds de laatste detentieperiode een kentering in het gedrag van verdachte waarneembaar en houdt hij zich sinds de laatste schorsing aan het contactverbod en de meldplichtafspraken. Verdachte heeft zicht op werk, is bezig met het verstevigen van zijn familiebanden en staat open voor behandeling bij De Waag. Hoewel de reclassering zijn houding en denkwijze over het slachtoffer nog steeds zorgelijk vindt, wordt geadviseerd om bij een bewezenverklaring een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen en daaraan bijzondere voorwaarden te verbinden in de vorm van een meldplicht, ambulante behandeling, contactverbod en meewerken aan dagbesteding. De reclassering merkt in de rapportage op dat zij dit ziet als een laatste mogelijkheid om binnen een drangkader aan gedragsverandering te werken. Tot slot wordt geadviseerd deze voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.Beslag
9.Vordering tot tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstraf van 6 (zes) maandenen beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
3 (drie) jarenvast.
[geboortedatum] , heeft of zoekt zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
taakstraf van 120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen.
maatregeldat de veroordeelde voor de duur van
3 (drie) jarenop
geen enkele wijze - direct of indirect - contactzal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] .
14 (veertien) dagenvoor
iedere keerdat niet aan de maatregel wordt voldaan, tot een maximum van 6 (zes) maanden.
dadelijk uitvoerbaaris.
teruggave aan [verdachte]van:
tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij genoemd vonnis van 15 september 2021 van deze rechtbank in de zaak met parketnummer 13/335020-21, namelijk 1 (één) maand en bepaalt dat de gevangenisstraf zal worden vervangen door een
taakstraf van 120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen.