Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , in Amsterdam, eiseres
het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand Amsterdam, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
eerder afgegeven toevoeging’ wordt volgens eiseres dan ook bedoeld een eerder afgegeven toevoeging aan diezelfde aanvrager, in dit geval eiseres, en niet een derde, zoals de partner van eiseres.
29 augustus 2012 [6] , waarnaar wordt verwezen in de Werkinstructie, een te ruime definitie geeft van het begrip ‘
rechtsbelang’. In de uitspraak van 23 januari 2013 [7] , waarnaar wordt verwezen in het advies van de commissie, borduurt de Afdeling verder op de uitspraak van 29 augustus 2012, ondanks de te ruime definitie van het begrip ‘
rechtsbelang’. Deze uitspraken dienen niet te worden gevolgd.
rechtsbelang’ stelt verweerder zich in het verweerschrift op het standpunt dat het doel en beoogde eindresultaat bepalend is,hetgeen ook het rechtsbelang afbakent. Zowel voor eiseres als haar partner is het doel en het beoogde eindresultaat van de aangevraagde rechtsbijstand hetzelfde. Niet kan worden volgehouden dat beide rechtzoekenden met betrekking tot de te voeren beroepsprocedure iets anders wensen te bereiken. [8] Eiseres legt het begrip ‘
rechtsbelang’ te nauw uit. Verder stelt verweerder dat ook bij meerdere rechtszoekenden, zijnde partners, sprake kan zijn van bereik. [9]
rechtsbelang’, zoals de Afdeling heeft gedefinieerd in de bovenstaande uitspraak te ruim is, volgt de rechtbank dan ook niet. Bovendien volgt uit de laatste zinssnede van artikel 28, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wrb niet dat het gaat om eerder afgegeven toevoeging die is gegeven aan de aanvrager. Daarbij overweegt de rechtbank dat ook bij meerdere rechtszoekenden, zijnde partners, sprake kan zijn van bereik. [12] Dat het beleid van verweerder juridisch niet houdbaar is volgt de rechtbank, gezien het bovenstaande, evenmin.
Beslissing
mr. T.J.M. Schilder, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2022.