In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 mei 2022 uitspraak gedaan over een vordering tot overlevering op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Onderzoeksrechter bij de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, België. De opgeëiste persoon, geboren in 1995 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was op dat moment gedetineerd in Nederland. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de vordering behandeld op een openbare zitting op 4 mei 2022, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de opgeëiste persoon aanwezig waren.
De rechtbank heeft de vordering tot overlevering beoordeeld aan de hand van de Overleveringswet (OLW) en de relevante Europese regelgeving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, vallen onder de lijst van bijlage 1 bij de OLW, en dat er geen noodzaak was om de dubbele strafbaarheid te toetsen. De rechtbank heeft ook de toestemming van de Spaanse autoriteiten voor verdere overlevering in aanmerking genomen, evenals de garantie dat de opgeëiste persoon in Nederland zijn straf zal ondergaan indien hij in België wordt veroordeeld.
De verdediging heeft betoogd dat de overlevering geweigerd moet worden vanwege de detentieomstandigheden in België, met name in Gent, waar de opgeëiste persoon naar alle waarschijnlijkheid gedetineerd zou worden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de algemene detentiegarantie van de Belgische autoriteiten voldoende is en dat er geen reden is om aan te nemen dat de opgeëiste persoon in een onmenselijke of vernederende situatie zal worden geplaatst. De rechtbank heeft ook het standpunt van de verdediging over de evenredigheid van de overlevering verworpen, evenals het argument dat de overlevering moet worden uitgesteld totdat de lopende Nederlandse strafzaken zijn afgehandeld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft daarom de overlevering van de opgeëiste persoon aan de Belgische autoriteiten toegestaan.