Uitspraak
Regional Court in Poznań(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Poznán – Grunwald and Jezyce District Court(VIII K 33/15) en van een arrest van 7 juli 2020 van de
Regional Court in Poznán(XVII Ka 204/20), waarbij voornoemd vonnis deels is omgezet.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Regional Court in Poznánde beslissing is waarbij definitief uitspraak is gedaan over de schuld van de opgeëiste persoon en de aan hem opgelegde straf (als bedoeld in het arrest HvJ EU 10 augustus 2017,
ECLI:EU:C:2017:628(
Tupikas)), zodat alleen deze beslissing relevant is voor de toetsing aan artikel 12 OLW. De rechtbank stelt vast dat het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van een arrest terwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die beslissing heeft geleid, en dat - kort gezegd - is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan en evenmin een garantie als bedoeld in artikel 12, sub d, OLW is verstrekt.
5.Strafbaarheid
6.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Regional Court in Poznań(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.