ECLI:NL:RBAMS:2022:195

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 januari 2022
Publicatiedatum
20 januari 2022
Zaaknummer
AMS 20/6066, AMS 20/3556 en 20/1053
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgevingsvergunningen voor evenementen bij de Gaasperplas in Amsterdam, strijd met bestemmingsplan en goede ruimtelijke ordening

In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 20 januari 2022, met zaaknummers AMS 20/6066, 20/3556 en 20/1053, is de rechtsgeldigheid van omgevingsvergunningen voor evenementen in 2018 en 2019 bij de Gaasperplas aan de orde. Eiseres, een omwonende, heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunningen voor de evenementen Amsterdam Open Air en Reggae Lake Festival, omdat zij stelt dat deze in strijd zijn met het bestemmingsplan en de goede ruimtelijke ordening. De rechtbank oordeelt dat eiseres procesbelang heeft bij de vergunningen voor 2019, maar niet voor 2018, omdat haar beroep in die zaak niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank concludeert dat de vergunningen voor de evenementen in 2019 rechtmatig zijn verleend. De rechtbank stelt vast dat de procedures traag zijn verlopen en dat termijnen uit het beleid zijn overschreden, maar oordeelt dat dit niet leidt tot onrechtmatigheid van de vergunningen. De rechtbank wijst erop dat de vergunninghouder voldoende rapporten heeft overgelegd die de effecten van de evenementen op flora en fauna onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de vergunningen in stand blijven, maar dat de griffierechten aan eiseres moeten worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van belangen bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor evenementen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummers: AMS 20/6066, 20/3556 en 20/1053

uitspraak van de meervoudige kamer van 20 januari 2022 in de zaken tussen:

[eiseres] , te Amsterdam, eiseres,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,verweerder,
(gemachtigden: mr. R.M.E. de Vries en mr. F. Hoedemaker).

Als belanghebbenden hebben deelgenomen: Amsterdam Open Air B.V. en voor het Reggae Lake Festival I.M. Forster, hierna gezamenlijk: vergunninghouder (gemachtigde: mr. M.L. Diepenhorst)

en in zaaknummers 20/3556 en 20/6066 ook:
Groengebied Amstelland( [gemachtigde VGH] ).

Procesverloop

Met de besluiten van 3 mei 2018, 8 mei 2019 en 13 augustus 2019 (de primaire besluiten) heeft verweerder een omgevingsvergunning verleend aan vergunninghouder voor een evenement in 2018 en twee evenementen in 2019.
Met de besluiten van 9 oktober 2020, 15 mei 2020 en 9 januari 2020 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de bezwaren van eiseres tegen de primaire besluiten ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen de bestreden besluiten beroepen ingesteld.
Verweerder heeft verweerschriften ingediend.
Vergunninghouder heeft namens Amsterdam Open Air B.V. een schriftelijke reactie gegeven en Groengebied Amstelland heeft ook op de beroepen gereageerd.
De zaken zijn tegelijk behandeld met zaaknummer AMS 20/6050 op de zitting van
28 oktober 2021. Eiseres is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Namens verweerder is ook [naam 1] verschenen. Amsterdam Open Air B.V. is vertegenwoordigd door [naam 2] en vergunninghouder is bijgestaan door haar gemachtigde. Groengebied Amstelland heeft zich laten vertegenwoordigden door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Inleiding
1.1.
Verweerder heeft in deze zaken omgevingsvergunningen verleend voor de evenementen Amsterdam Open Air op [datum 1] 2018, Amsterdam Open Air (hierna: Open Air) op [datum 2] 2019 en Reggae Lake Festival (hierna: Reggae Lake) op [datum 3]
[datum 3] 2019. Deze festivals hebben plaatsgevonden op de Noordoever van [locatie] , ter hoogte van het [straat 1] en het [straat 2] in Amsterdam.
1.2.
Reggae Lake is het laatste festival dat nog door is gegaan, omdat in de zomers van 2020 en 2021 door de maatregelen tegen het Coronavirus de festivals niet plaats mochten vinden. Al sinds 2011 wordt ieder jaar in het eerste weekend van juni Open Air georganiseerd. Het gaat bij dit festival om maximaal twee keer 20.000 bezoekers. Inclusief op- en afbouw neemt Open Air 14 dagen in beslag. Reggae Lake wordt sinds 2016 ieder jaar in het laatste weekend van augustus georganiseerd. Hierbij gaat het om maximaal twee keer 15.000 bezoekers. Inclusief op- en afbouw duurt het festival 12 dagen.
1.3.
Eiseres woont in het [straat 1] [nummer] en heeft (geluids)overlast ondervonden van deze festivals. Volgens haar is [locatie] ook niet geschikt voor zulke grote meerdaagse festivals als Open Air en Reggae Lake en is door dit gebruik onherstelbare schade toegebracht aan met name de bodem en de broedvogels (nesten). Daarom heeft zij – net als eerdere jaren – bezwaar gemaakt en beroep ingesteld tegen de besluitvorming over deze festivals.
1.4.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft in 2015 [1] geoordeeld dat een groot festival als Open Air niet past binnen de recreatieve bestemming. Daarom heeft verweerder vergunningen verleend voor met het bestemmingsplan Gaasperdam strijdig gebruik [2] en moet onderbouwd worden dat er geen strijd is met de goede ruimtelijke ordening. Verweerder komt bij deze beslissing beleidsruimte toe. Dit betekent dat verweerder de keuze heeft om al dan niet zijn bevoegdheid te gebruiken. De rechtbank toetst in deze zaken of verweerder in redelijkheid de omgevingsvergunningen heeft kunnen verlenen. Hiertoe beoordeelt de rechtbank of verweerder in de bestreden besluiten voldoende heeft gemotiveerd - gelet op alle betrokken belangen - dat het gebruik van [locatie] voor de festivals niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De vraag of er een goed woon- en leefklimaat is, maakt hiervan onderdeel uit.
Procesbelang
2.1.
Omdat de festivals al hebben plaatsgevonden in 2018 en 2019, moet de rechtbank eerst de vraag beantwoorden of eiseres nog procesbelang heeft bij deze procedure.
2.2.
Procesbelang is het belang dat iemand heeft bij de uitkomst van een procedure. Daarbij gaat het erom of het doel dat diegene voor ogen staat met het rechtsmiddel kan worden bereikt en voor diegene van feitelijke betekenis is. Bij een evenement dat al heeft plaatsgevonden, geldt in de rechtspraak het uitgangspunt dat als er nieuwe besluiten over soortgelijke situaties volgen en het evenement bijvoorbeeld jaarlijks plaatsvindt, procesbelang wordt aangenomen. Het inhoudelijke oordeel over de rechtmatigheid van de verleende vergunning(en), kan dan namelijk worden betrokken bij de toekomstige beoordeling van de aanvraag voor een (nieuwe) vergunning.
2.3.
Vanwege de maatregelen tegen het Coronavirus, konden de festivals in 2020 en 2021 niet plaatsvinden. Op de zitting heeft vergunninghouder desgevraagd toegelicht dat de festivals jaarlijks terugkeren - behalve dus de afgelopen twee jaar - en dat er al plannen voor de zomer van 2022 zijn. Voor Open Air heeft vergunninghouder bovendien al een vooraankondiging bij de gemeente en op haar website gedaan.
2.4.
Anders dan in de door verweerder genoemde uitspraken [3] , is in deze zaken duidelijk wie de evenementen organiseert en zijn er geen andere onzekere factoren dan (de maatregelen tegen) het Coronavirus. De rechtbank is dan ook van oordeel dat eiseres voor de festivals in 2019 belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de bestreden besluiten. Deze beoordeling kan namelijk relevant zijn voor de vergunningen in 2022. Voor het festival in 2018 geldt dit echter niet, omdat de vergunning voor 2019 al is verleend en in deze procedure tevens ter discussie staat. Daarom zal de rechtbank hierna alleen de beroepsgronden tegen de vergunningen voor de festivals Open Air en Reggae Lake in 2019 beoordelen.
Procedure
3.1.
Eiseres wijst erop dat verweerder in zijn besluitvorming voor Open Air en Reggae Lake termijnen heeft overschreden. Ook het beschikbaar stellen van de stukken ging moeizaam en de afhandeling van de bezwaarschriften was traag. Dat er zoveel rapporten nodig zijn, duidt er volgens haar op dat de locatie niet geschikt is voor zulke grote evenementen.
3.2.
De rechtbank stelt vast - net als de bezwaarschriftencommissie - dat de vergunning voor Open Air op 8 mei 2019 en die voor Reggae Lake op 13 augustus 2019 is verleend. Dit is minder dan drie weken voor (de opbouw van) de evenementen, terwijl volgens het stedelijk evenementenbeleid (het beleid) minimaal 6 weken het uitgangspunt is. Volgens de commissie is dit ook relatief laat, maar stonden nog wel alle rechtsmiddelen open. Verweerder merkt tijdens de behandeling van de zaken op de zitting op dat het complexe besluiten zijn, die zorgvuldig voorbereid moeten worden. Zo zijn met name voor het onderzoek naar de effecten van het evenement op de flora en fauna recente rapporten vereist en dient bijvoorbeeld ook een schouw plaats te vinden.
3.3.
Uitgangspunt is dat verweerder zich moet houden aan zijn eigen beleid. [4] Afwijken kan, maar alleen bij bijzondere omstandigheden en als dat evenredig is. In deze zaken heeft verweerder in strijd met zijn beleid gehandeld. Zo zijn bijvoorbeeld de vooraankondigingen niet tijdig gedaan en de aanvragen 13 en 15 weken voor aanvang van het evenement gedaan, terwijl het beleid 16 weken voorschrijft. Al in 2018 (in de beroepsprocedure over de vergunning voor Reggae Lake in 2016) zei verweerder dat minimaal 6 weken voordat het evenement plaatsvindt een beslissing genomen moet worden op de aanvragen. Dat is ook in deze zaken dus niet gelukt. Het beleid dient om een goede balans te bewaken tussen de middelen en termijnen voor de betrokken partijen: overheid, professionele organisator en burger. Daarvan kan verweerder niet zomaar elk jaar weer afwijken. De uitleg dat het complexe besluiten zijn, acht de rechtbank onvoldoende. Het is namelijk niet de eerste keer dat deze evenementen worden georganiseerd, zodat verweerder en vergunninghouder weten wat zij moeten doen. Verweerder moet dan ook voor 2022 op tijd beginnen de voorbereiding van haar besluitvorming of - als zich dat voordoet - gevolgen verbinden aan het te laat indienen van (nadere) gegevens door vergunninghouder. Verder dient verweerder ook het beschikbaar stellen van stukken en de afhandeling van de bezwaarschriften te verbeteren. Dat bijvoorbeeld ten tijde van het advies van de bezwaarschriftencommissie voor Open Air in 2019, nog geen beslissing op bezwaar voor Open Air in 2018 was genomen, acht de rechtbank zeer onwenselijk.
3.4.
De rechtbank concludeert dat verweerder niet bestreden heeft dat de procedure niet voortvarend is verlopen, ook in de bezwaarfase. Verweerder heeft de afwijking van de in het beleid gestelde termijnen ook onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank zal daar in deze zaken geen gevolgen aan verbinden. [5] Het is eiseres namelijk toch gelukt om haar bezwaren nog tijdig naar voren te brengen. De rechtbank is daarom van oordeel dat eiseres niet zodanig in haar belangen is getroffen dat de vergunningen onrechtmatig moeten worden geacht. Wel zal de rechtbank verweerder opdragen de betaalde griffierechten aan eiseres te vergoeden.
Voorschriften
4.1.
Eiseres betoogt dat de handhaving van de voorschriften in de vergunningen problematisch is, omdat deze voorschriften onduidelijk zijn. Als voorbeeld noemt zij voor de vergunning van Reggae Lake ‘het parkeerterrein’ onder het kopje ‘Schouw terrein’ [6] . Niet duidelijk is volgens haar welk parkeerterrein hier bedoeld wordt. Een ander voorbeeld is dat bij de vergunning van Open Air gegevens ontbreken over het aantal ontheffingen voor motorvoertuigen op de voet- of fietspaden. Eiseres vreest daarom dat een groot aantal zonder ontheffing het park inrijdt en stelt dat handhaving niet lijkt plaats te vinden.
4.2.
De rechtbank stelt voorop dat de handhaving van de vergunningen niet ter beoordeling voorligt in deze zaken. Wel acht de rechtbank het van belang dat voorschriften zo duidelijk mogelijk zijn. In dit kader verdient het aanbeveling om voorschriften zo specifiek mogelijk op te stellen. De rechtbank is van oordeel dat de voorschriften in de vergunningen duidelijk genoeg zijn. Met het door eiseres genoemde ‘parkeerterrein’ wordt het parkeerterrein bij het Kraaiennest (voor bezoekers) bedoeld en dit terrein maakt onderdeel uit van de directe omgeving, net als het metrostation. Bij de schouw dient ook naar deze omgeving te worden gekeken, aldus het betreffende voorschrift. Wat betreft de ontheffingen voor motorvoertuigen, is onder het kopje ‘Algemene voorschriften’ [7] verplicht gesteld dat voertuigen die op voet- en/of fietspaden moeten rijden voorzien moeten zijn van een ontheffing RVV en dat deze ontheffing uiterlijk 5 werkdagen van te voren aangevraagd kan worden bij het Stadsloket Zuidoost. De rechtbank acht dit voorschrift eveneens voldoende duidelijk.
Locatieprofiel
5.1.
Eiseres betoogt dat voor Open Air ten onrechte gebieden buiten het zogenoemde locatieprofiel voor de [locatie] gebruikt worden en dat dit gebruik ook te lang duurt (14 dagen in totaal). Het evenement legt daarmee een te groot beslag op de ruimte en had daarom volgens eiseres niet vergund mogen worden.
5.2.
De rechtbank stelt vast dat de vergunning op twee onderdelen niet voldoet aan het locatieprofiel voor evenementen dat in 2018 door verweerder is vastgesteld. [8] De vergunning voorziet namelijk in 12 dagen op- en afbouw in plaats van 10 dagen en op de locaties N3 en N4 worden de contouren van het locatieprofiel overschreden vanwege veiligheidsredenen. Het bestuur van Groengebied Amstelland heeft op 23 april 2019 over het eerste onderdeel een advies uitgebracht. Dit advies komt erop neer dat het inperken van het aantal dagen meer ruimte en routes zou vragen voor de aan- en afvoer en werkzaamheden, terwijl dit haaks staat op de gemaakte afspraken over mitigerende maatregelen. Om redenen van bescherming van de omgeving en veiligheid van de bezoekers, stelt het bestuur daarom voor om in te stemmen met de gevraagde 12 dagen. De rechtbank is van oordeel dat verweerder dit advies als motivering aan het bestreden besluit ten grondslag mocht leggen. Dit geldt ook voor het advies ruimtelijke ordening van 6 mei 2019. Onder het kopje ‘Locatieprofiel [locatie] (locatie Noordoever)’ [9] is in dit advies beschreven dat voor een klein stukje zal worden afgeweken van de grenzen. Deze afwijking is op verzoek van de politie gedaan bij de visitatie (bij N3 en N4), om drie veiligheidsredenen: meer ruimte voor calamiteitenroute, politie kan de politiepost (M3) beter bereiken en het is daarmee lastiger om illegaal over de hekken te klimmen. Deze argumenten zijn bovendien akkoord bevonden door de stadsecoloog, aldus de uitleg in dit advies. Gelet hierop, is de rechtbank van oordeel dat verweerder de verschillende belangen heeft betrokken bij zijn besluitvorming en de afwijkingen voldoende heeft gemotiveerd.
5.3.
Met de looproute van ingang Oost naar het parkeerterrein op de weilanden achter boerderij [naam 3] , wordt volgens vergunninghouder niet afgeweken van het locatieprofiel, omdat de looproute geen onderdeel is van het evenemententerrein. Wel is deze looproute betrokken in het ecologisch onderzoek en vergunninghouder verwijst hiervoor naar de notitie van 18 februari 2019 van Bureau Waardenburg B.V. over de aanpak van de ecologische begeleiding. Verweerder heeft dit standpunt ook ingenomen. De rechtbank kan dit standpunt volgen. Omdat de looproute niet tot de vergunning behoort, is op dit onderdeel niet afgeweken van het locatieprofiel.
Broedvogels
6.1.
Eiseres betoogt dat voor Open Air de gegevens van de warmtecamera ten onrechte ontbreken. Bovendien lijkt het spechtennest bij het kantorenpark te zijn gemist. Volgens eiseres heeft vergunninghouder bovendien de voorgeschreven mitigerende maatregelen voorafgaand aan de opbouw niet genomen. Dit betekent dat de bescherming van de broedvogels niet goed gewaarborgd is, aldus eiseres.
6.2.
Tijdens de behandeling op de zitting, heeft vergunninghouder bevestigd dat de gegevens van de warmtecamera niet zijn vastgelegd. De warmtecamera is gebruikt om de nesten te lokaliseren voor de te nemen mitigerende maatregelen. Vergunninghouder heeft ook erkend dat er een nest gemist is, maar dat er wel zo snel mogelijk schermen zijn geplaatst, toen zij daarvan op de hoogte werd gebracht. Voor, tijdens en na het festival is vergunninghouder ecologisch begeleid door Bureau Waardenburg B.V. De werkwijze en maatregelen zijn afgestemd met verweerder. Ook volgens verweerder zorgt het festival niet voor een zodanige verstoring van de broedvogels dat de vergunning geweigerd had moeten worden.
6.3.
De rechtbank stelt vast dat aan de vergunning (en het bestreden besluit) voor Open Air een aantal notities van Bureau Waardenburg B.V. ten grondslag zijn gelegd. Een deskundige van dit bureau [10] heeft op 18 februari 2019 in een notitie vermeld hoe de aanpak van de ecologische begeleiding zal zijn. Deze deskundige heeft ook in een notitie van 2 mei 2019 het verslag van de eerste inventarisatie op 28 maart 2019 opgemaakt. In een memo van 8 mei 2019 wordt deze werkwijze als zorgvuldig beoordeeld door een ecoloog, werkzaam bij de gemeente.
6.4.
In een notitie van 28 mei 2019 legt de deskundige van Bureau Waardenburg B.V. vervolgens uit dat op basis van twee inventarisatierondes en een controle juist voorafgaand aan het evenement (uit te voeren op 30 mei 2019) de aanwezigheid van nesten van grote en gevoelige soorten op en rond het festivalterrein in kaart wordt gebracht. Op pagina’s 1 en 2 van deze notities zijn de reguliere (zoals het afschermen met bezeilde hekken en beperking van het gebruik van verlichting) en de aanvullende (op de locaties waar dit jaar nesten zijn gevonden) preventieve maatregelen opgesomd. De stadsecoloog van de gemeente had op 29 mei 2019 geen opmerkingen op deze notitie. Volgens de stadsecoloog is de aanpak en documentatie een voorbeeld voor andere evenementen. In een notitie van 17 juni 2019 heeft de deskundige van Bureau Waardenburg B.V. ten slotte nog een eindverslag gemaakt. De conclusie luidt dat dankzij onder meer de combinatie van de geschiktheid van het terrein voor het evenement, de getroffen preventieve maatregelen en het zorgvuldig handelen van de organisatie er geen aantoonbare verstoring (met wezenlijke invloed) van beschermde diersoorten heeft plaatsgevonden. De toegepaste preventieve maatregelen zijn volgens de deskundige dus afdoende geweest om verstoring met wezenlijke invloed te voorkomen.
6.5.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder zijn besluiten mocht baseren op deze notities van de deskundige van Bureau Waardenburg B.V., die in de genoemde verslagen ook de gevolgde werkwijze inzichtelijk heeft gemaakt. De ecologen van de gemeente hebben ook geen bezwaren gezien. In het betoog van eiseres ziet de rechtbank geen concrete aanknopingspunten om aan de deskundigheid of werkwijze te twijfelen. Alhoewel niet uitgesloten kan worden dat er een nest of vogel gemist wordt en er enige verstoring kan plaatsvinden, heeft verweerder voldoende gemotiveerd dat de broedvogels niet onaanvaardbaar verstoord worden.
Bodem
7.1.
Eiseres betoogt verder dat de draagkracht van de bodem, de verdichting en de bodemdaling niet goed onderzocht zijn voor Open Air. Zo is volgens haar niet duidelijk waar precies de metingen gedaan zijn door Flevo Green Support B.V. (hierna: Flevo Green) en is de draagkracht niet overal hetzelfde. Over de bodemdaling wijst zij op haar eigen waarnemingen dat deze daling zichtbaar is bij regenwaterputten, bomen en de helling naar de deur van haar schuurtje. Tot slot heeft ze banden- en rijsporen van voertuigen (of machines) gezien en hebben deze sporen volgens haar schadelijke gevolgen voor de bodem.
7.2. Door een bodem- en grasdeskundige van Flevo Green is op 16 januari 2019 onderzoek uitgevoerd op twee plaatsen die het zwaarst belast worden: de publieksarea bij de ‘main stage’ en de locatie van het podium bij de ‘format area’. De onderzoeksvragen, het onderwerp van de beoordeling, de onderzoeksmethode en een verslag zijn neergelegd in een rapport van 15 februari 2019. Ook het rapport van Flevo Green uit 2016 en meetresultaten uit 2016 en 2017 maken onderdeel uit van het dossier in deze zaak [11] . In 2016 concludeerde Flevo Green dat het park bij uitstek geschikt is voor een evenement als Open Air en dat het park maar op een enkele plaats extra aandacht nodig heeft in de vorm van regulier onderhoud, wat de draagkracht daar ten goede komt. In 2018 is de bodem na het evenement extra (diep) gelucht en doorgezaaid. Volgens de deskundige zijn de effecten van het onderhoud in 2018 direct zichtbaar in de meetresultaten van 2019. Deze resultaten laten zien dat in beide gebieden van bodemverdichting in de toplaag geen sprake (meer) is. Er is voldoende humus in de bodem, de verkruimelbaarheid is goed en mix van humus, klei en zand zorgt voor een uitstekende draagkracht van de bodem. Het gebruik van het terrein voor evenementen is niet van invloed op verdichting dieper dan 30 cm en voor de diepere verdichting geldt bovendien dat deze geen negatieve invloed heeft op de groei van het gras in de toplaag. Het uitgevoerde onderzoek bevestigt dus dat de ondergrond in het Gaasperkpark goed geschikt is voor Open Air. Na gebruik is enige verdichting van de toplaag niet uit te sluiten, maar de techniek om de bodemkwaliteit op peil te houden is beschikbaar, aldus de deskundige.
7.3.
Ook een deskundige van Antea Group heeft in 2016 onderzoek verricht naar de algehele bodemgesteldheid van [locatie] . Het rapport van 20 oktober 2016 heeft verweerder mede ten grondslag gelegd aan zijn besluiten. Deze deskundige concludeert [12] dat de bodem vaak betreden lijkt en daardoor verdicht. Aanwijzingen voor verdichting zijn echter niet aangetoond met het uitgevoerde onderzoek. Op basis van het veldbezoek zou bij de boorlocaties de verdichting in sterke mate aanwezig moeten zijn vanwege de betreding, maar met uitzondering van één locatie [13] is hier nauwelijks sprake van een meetbaar effect. Op basis van de bodemkenmerken kan niet iets gezegd worden over de toekomstige situatie van de aanwezige bomen, aldus de deskundige, al blijkt uit de zuurstofhuishouding van de bodem dat de groeiomstandigheden niet gunstig zijn. In de komende jaren acht de deskundige de kans op bodemdaling echter klein. [14]
7.4.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder zijn besluiten mocht baseren op de genoemde rapporten van deskundigen van Flevo Green en Antea Group. Uit deze rapporten heeft verweerder mogen concluderen dat het gebruik van het terrein voor Open Air niet tot onaanvaardbare of onomkeerbare gevolgen voor de bodem leidt. De observaties van eiseres, vastgelegd in filmpjes en foto’s, zijn met name van direct na het festival en acht de rechtbank niet voldoende representatief. Voor zover zij tijdens de behandeling van de zitting aandacht heeft gevraagd voor diverse omgewaaide bomen, trekt de rechtbank de waarnemingen van eiseres niet in twijfel, maar kan geen oorzakelijk verband met het gebruik van het terrein voor Open Air worden vastgesteld. Ook niet langs de aanvoerroute(s), zoals zij stelt. De conclusie van eiseres dat de beschermingsmaatregelen voor bomen tekort schieten [15] , volgt de rechtbank daarom evenmin.
Mobiliteit
8.1.
Eiseres betoogt dat verweerder haar bezwaren tegen het mobiliteitsplan voor Reggae Lake ten onrechte niet heeft behandeld. Deze bezwaren heeft zij ook tegen de voor het festival verleende evenementenvergunning aangevoerd. Eiseres stelde ter zitting nog dat Uber taxi’s overlast veroorzaken en dat de meeste bezoekers niet de metro nemen na afloop van het festival.
8.2.
Voor zover eiseres verwijst naar haar bezwaren tegen de evenementenvergunning, laat de rechtbank die bezwaren buiten beschouwing, omdat die vergunning niet ter beoordeling voorligt in deze procedure.
8.3.
Tijdens de behandeling op de zitting heeft verweerder toegelicht dat er geen afzonderlijk verkeersplan is, maar dat het onderzoek naar parkeren en verkeer(sstromen) onderdeel uitmaakt van het mobiliteitsplan van 23 mei 2019. Het mobiliteitsplan is als motivering ten grondslag gelegd aan de besluitvorming.
8.4.
De rechtbank heeft geen concrete aanknopingspunten voor de conclusie dat de parkeer- of verkeersoverlast onaanvaardbaar is. Daarvoor acht zij het positieve advies ruimtelijke ordening van 5 augustus 2019 [16] relevant. Verweerder heeft in dit advies het mobiliteitsplan samengevat. In de kern komt dit plan erop neer dat het publiek wordt gestimuleerd om met name per openbaar vervoer naar het festival te komen. De prognose op basis van het bezoekersprofiel is dat het merendeel van de bezoekers met het openbaar vervoer of de fiets komen. In de directe omgeving is een metrostation en met de vervoerder zijn afspraken gemaakt over de inzet van extra metrostellen. Daarnaast is er voor de fietsers voorzien in voldoende tijdelijke bewaakte parkeerruimte. Om toch eventuele parkeerproblemen te voorkomen worden er afslagen, straten en wegen gesloten. In de communicatie wordt benadrukt dat er geen eigen parkeergelegenheid is. Er is wel een aantal parkeervelden ingericht (met een capaciteit van 250 parkeerplaatsen). Daarnaast wordt besteld vervoer en taxiverkeer - dat zeer kortstondig stil staat - gereguleerd door beroepsmatige verkeersregelaars. De inzet van verkeersregelaars is hier gericht op het snel doorsturen van verkeer na het uitstappen van de bezoekers en het begeleiden van de verkeersstromen. Deze locatie biedt meer dan voldoende ruimte om de geprognosticeerde aantallen van deze vervoersstroom te faciliteren, aldus het advies ruimtelijke ordening. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder zijn besluit mocht baseren op het mobiliteitsplan.
8.5.
De rechtbank acht ook van belang dat ter zitting de stellingen van eiseres zijn betwist door vergunninghouder. Volgens vergunninghouder rijden tijdens het festival extra metro’s en zijn die ook langer dan normaal [17] . Verder stelt vergunninghouder dat uit tellingen van de bezoekers die met de metro meerijden blijkt dat bezoekers niet alleen op de heenweg gebruik maken van de metro, maar ook op de terugweg. Bovendien mogen de Uber taxi’s de parkeerplaatsen voor het festival niet gebruiken. De bezwaren van eiseres tegen (het parkeren van) de scooters zien bovendien op handhaving.
Geluid
9.1.
Ten slotte heeft eiseres over Reggae Lake betoogd dat niet duidelijk is welke gevelnormen gelden voor de geluidsbelasting en of die overschreden zijn. Volgens haar geldt ten onrechte geen norm voor het park, inclusief de dieren, en is dit ook niet onderzocht.
9.2.
Verweerder heeft tijdens de behandeling van de zaak op de zitting erkend dat er bij het meetpunt Wamelstraat 91 een fout is gemaakt bij de handhaving van de geluidsnormen omdat is uitgegaan van een te hoge norm. De overschrijding is wel snel gecorrigeerd en de geluidsbelasting is verder continu gemonitord. De rechtbank laat dit onderdeel hierna buiten beschouwing, omdat dit een handhavingsaspect is.
9.3.
De rechtbank acht de voorschriften [18] van de vergunning voldoende duidelijk. Eiseres heeft ook niet betoogd dat zij het niet eens is met de normen. Alleen de aftrek (correctie) van de wind begreep eiseres niet, maar deze correctie is wel volgens de daarvoor geldende regels.
9.4.
Tot slot stelt de rechtbank vast dat - anders dan eiseres veronderstelt - de geluidbelasting voor het park en de dieren niet onbeperkt is. Weliswaar gelden hiervoor geen directe normen, maar er geldt steeds een maximale limiet van 100 dB(A) bij het podium [19] en in de vergunning zijn expliciet bepaalde technieken voorgeschreven [20] . Het geluidsplan van 4 juli 2019 maakt onderdeel uit van de vergunning. Op pagina 13 is een zogenoemde BBT-lijst opgenomen met een overzicht van de maatregelen die tenminste getroffen moeten worden om het geluid in de omgeving van het evenement zo veel mogelijk te beperken.
9.5.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder voldoende voorschriften heeft opgenomen die waarborgen dat de geluidsbelasting het woon- en leefklimaat van eiseres niet onaanvaardbaar aantast.
Conclusies
10.1.
Het beroep tegen het bestreden besluit voor Open Air 2018 is niet-ontvankelijk. De beroepen tegen de bestreden besluiten voor Open Air 2019 en Reggae Lake 2019 zijn ongegrond. Verweerder heeft voor die festivals in redelijkheid omgevingsvergunningen kunnen verlenen. Dit betekent dat de vergunningen in stand blijven.
10.2.
De rechtbank ziet wel aanleiding verweerder op te dragen de griffierechten in de zaken over Open Air 2019 en Reggae Lake 2019 te vergoeden.
10.3.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding, omdat van te vergoeden kosten niet is gebleken.

Beslissing

De rechtbank:
in de zaak met zaaknummer 20/6066:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
in de zaken met zaaknummers 20/3556 en 20/1053:
  • verklaart de beroepen ongegrond;
  • draagt verweerder op de betaalde griffierechten van € 356,00 aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.E.J.M. Gielen, voorzitter, mr. H.B. van Gijn en
S.J. Mees-Bolle, leden,in aanwezigheid van mr. C. Pasteuning, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2022.
griffier
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling). Is uw zaak spoedeisend en moet er al tijdens de procedure in hoger beroep iets worden beslist wat niet kan wachten, dan kunt u de Afdeling vragen om een voorlopige voorziening te treffen.

Voetnoten

1.Uitspraak van 1 juli 2015, ECLI:NL:RVS: 2015:2026.
2.Op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en artikel 4, onderdeel 11, van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor).
3.Over een kermis (ECLI:NL:RBNH:2021:5598) en over een strandtent (ECLI:NL:RBMNE:2020:5347).
4.Zie artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
5.Zie artikel 6:22 van de Awb.
6.Achter 2. op pagina 3.
7.Achter 8. op pagina 1.
8.In het locatieprofiel is opgenomen op welke locatie welke evenementen zijn toegestaan en onder welke voorwaarden.
9.Op pagina 6.
10.Een projectleider, die ook is gecontroleerd door een andere deskundige.
11.En aan het rapport van 15 februari 2019 zijn nog de resultaten voor en na het evenement in 2018 aangehecht.
12.Zie pagina 16 onderaan en pagina 17.
13.GB07.
14.Zie laatste alinea op pagina 17.
15.Zie bijvoorbeeld pagina 2, voorschrift 1. onder het kopje ‘Evenemententerrein, mitigerende maatregelen’, de eerste maatregel.
16.Zie pagina 9 van dit advies onder kopje ‘Verkeer en parkeren’.
17.Achter voorschrift 4. op pagina 3 onder kopje ‘Verkeer’ is het volgende neergelegd:
18.Zie pagina’s 4 tot en met 6 van de voorschriften onder het kopje ‘Geluid’.
19.Zie pagina 4 onder het kopje ‘Geluid Algemeen’ en de tweede alinea. Dit is aanvullend op de geluidlimitering aan de mengtafel in maatregel 1 van het genoemde convenant en ongeacht de geluidnormen op de gevels van omliggende woningen.
20.Zie pagina 5 onder het kopje ‘Akoestische voorzieningen/maatregelen’ een vijftal maatregelen voor het geluidsysteem, de subkasten, de limiter/processor en de mengtafel.