Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de gelijkluidende dagvaardingen van 11 december 2019, met producties
- de akte overlegging producties, met producties
- de incidentele conclusie houdende beroep op onbevoegdheid van de rechtbank alsmede verzoek tot verlof voor oproeping van partijen in vrijwaring van SK c.s., met producties
- de incidentele conclusie betreffende bevoegdheid en tot oproeping in vrijwaring ex artikel 210 Rv van DS c.s., met producties
- de conclusie van antwoord in de incidenten houdende onbevoegdheid, tevens verzoek tot oproeping in vrijwaring, met producties
- het proces-verbaal van de op 8 maart 2021 gehouden mondelinge behandeling, met de daarin genoemde processtukken
- een e-mail van 24 maart 2021 van mr. De Pree, met een reactie op het proces-verbaal
- een brief van 29 maart 2021 van mr. Berkhout, met een reactie op het proces-verbaal
- een e-mail en faxbericht van 30 maart 2021 van mr. Van Hezewijk, met een reactie op het proces-verbaal.
2.De feiten
‘Autorita Garanta della Concorrenza e del Mercato’(hierna: AGCM) twee afzonderlijke inbreuken op artikel 101 VWEU (en artikelen 15 en 31 van de Italiaanse Mededingingswet) vastgesteld. Het besluit ziet op een kartonplatenkartel vanaf
3.Het geschil
in de hoofdzaak
prima facieoordeel.
parental liability).
5.De beoordeling in de vrijwaringsincidenten
6.De beslissing
29 september 2021voor een akte als bedoeld onder 5.10 aan de zijde van alle partijen, waarna de rechtbank op
27 oktober 2021een rolbeslissing zal geven over het verdere verloop van de procedure,