Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
9 november 2021. Ter zitting van 9 november 2021 heeft [eiseres] de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. ABN AMRO heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
2.De feiten
- een zakelijke Vreemde Valuta Rekening;
- een creditcard (ICS AA Business Card);
- Het incorporeren van een VIS-toets in de scanner voor legitimatiebewijzen, ), ook bij uw agent(en);
- Het hanteren van een maximum bedrag van EUR 3000,- (per maand/ voor family support). Dit dient ook in uw policies tot uiting te komen;
- en het bevorderen van girale transacties waarbij het streven is dat voor einde jaar 2017 60% van de transacties giraal geschied door middel van cards cq. inbetaling op de rekening.”
Uiteraard is deze betaling gemeld bij de FIU.”
Iftin Express
Dirham Express
Amal Express
UPT
WARI
Op grond van de geldende wettelijke bepalingen, waaronder de Wet op het financieel toezicht en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, is de bank verplicht om voortdurend een klantenonderzoek te doen. In dit kader heeft de bank u meerdere malen, namelijk op 17 december 2020 en 11 februari 2021 gevraagd opheldering te geven over uw perceptie ten aanzien van een rapport Following The Money (…), het proces van samenwerking met leveranciers (Iftin Express Money Transfer Limited, hierna: Iftin en Al Amal Express Exchange, hierna: Amal), onderzoek voorafgaand aan uitvoering van een transactie in opdracht van [naam opdrachtgever] , screening van PEPs, transacties ten behoeve van hiervoor genoemde leveranciers en de Somal Shop te Parijs.
3.Het geschil
4.De beoordeling
risk awareness’ bij [eiseres] . Dit terwijl ABN AMRO al vanaf 2016 in gesprek is met [eiseres] en haar wijst op het belang van nakoming van de verplichtingen die op [eiseres] rusten uit hoofde van de Wwft.
haarWwft-veplichtingen, begeeft ABN AMRO zich op het terrein van de toezichthouder. Door daaraan het gevolg te verbinden dat de zakelijke relatie met [eiseres] moet worden beëindigd gaat zij feitelijk verder dan de toezichthouder. Voorshands is niet voldoende aannemelijk dat ABN AMRO daartoe was verplicht.
Following the Money, the use of the hawala remittance system in the Yemen-Somalia arms trade” (het GI-TOC rapport). Daarin worden verschillende agenten in Somalië in verband gebracht met financiering van terrorisme. ABN AMRO heeft [eiseres] gevraagd om in te gaan op de conclusies van dat rapport en gevraagd naar haar perceptie ten aanzien van het proces van samenwerking met en transacties ten behoeve van Iftin en Al Amal (zie: 2.14). ABN AMRO heeft tevens documenten van deze agenten bij [eiseres] opgevraagd. [eiseres] heeft daarop gereageerd dat Iftin en Amal niet openstaan voor het delen van beleidsstukken met derden. Ter zitting heeft [eiseres] toegelicht dat zij zelf wel inzage heeft in de betreffende stukken, maar dat het haar niet is toegestaan om deze te delen met ABN AMRO.
family support, zie 2.2). Ook in het door ABN AMRO overgelegde GI-TOC rapport wordt aan dit aspect aandacht besteed. Daarin wordt genoemd dat het bestaan van informele financiële systemen (aangeduid als
hawalamoney-transfer services) van groot belang is en dat de onmogelijkheid om op deze wijze gelden te versturen grote humanitaire gevolgen kan hebben.
hawalamoney-transfer services inderdaad risico’s geeft op witwassen en financiering van terrorisme. Om die risico’s zo veel al mogelijk te mitigerenzal aan transacties per klant een maximum worden verbonden van € 3.000,00 per maand, waarbij het niet is toegestaan om bankbiljetten van € 500,00 in ontvangst te nemen. [eiseres] heeft als doel: het faciliteren van
family support(zie 2.2). Beide partijen hebben te kennen gegeven dat een maximum van € 3.000,00 passend is voor dit type transactie. [eiseres] heeft geen belang gesteld, noch onderbouwd voor het uitvoeren van anderesoortige transacties, die buiten haar gestelde doel van
family supportvallen. Ook zal [eiseres] haar dienstverlening voorlopig dienen te beperken tot de landen Kenia, Ehtiopië en Somalië. [eiseres] heeft aangevoerd dat zij in die landen haar
core-businessheeft. Het belang om haar diensten 28 landen aan te is niet onderbouwd, terwijl aannemelijk is dat dit wel risico’s op witwassen en terrorismefinanciering vergroot.