Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
“De rechtbank is van mening dat dit probleem dient te worden opgelost vóórdat een eventueel akkoord ter homologatie wordt aangeboden. Volgens de tussen betrokkenen afgesproken tijdlijn zou dat uiterlijk dinsdag 28 september a.s. moeten gebeuren, teneinde op 6 oktober a.s. een homologatiezitting te kunnen laten plaatsvinden. Het door de herstructureringsdeskundige gesignaleerde probleem kan er immers toe leiden dat hij zich niet vrij voelt een akkoord ter homologatie aan de rechtbank voor te leggen. Die situatie is niet in het belang van de schuldeisers en aandeelhouders van de onderneming. Onder deze omstandigheden is de rechtbank voornemens – ter beveiliging van alle belangen – ambtshalve een voorlopige voorziening ex artikel 379 Fw te treffen indien niet alle betrokkenen tot een gezamenlijk gedeelde oplossing kunnen komen op dit punt. De rechtbank is dan ook voornemens om ambtshalve als voorlopige voorziening te bepalen dat de betrokken partijen een bedrag in escrow dienen te plaatsen ter dekking van eventuele kosten van verweer voor aanspraken jegens de herstructureringsdeskundige voor de duur van vijf jaar. Met deze brief worden alle betrokkenen uitgenodigd vóór maandag 27 september a.s. om 10:00 uur per e-mail een zienswijze te geven op dit voornemen van de rechtbank. De rechtbank zal dan op diezelfde dag zonder zitting om 17.00 uur – met inachtneming van de gegeven zienswijzen – een beslissing geven of een voorlopige voorziening noodzakelijk is en zo ja, op welke wijze zal worden voorzien.”Bij tweede e-mail is erop gewezen dat “voorlopige voorziening” moet worden gelezen als “voorziening” gelet op de tekst van artikel 379 Fw.